Zijn jullie een beetje trots op Middelburg?
Even is het stil. Trots vinden de vier een te groot woord. „Ik weet niet beter, omdat ik er geboren ben”, vindt Evelien.
Thomas: „Middelburg is wél de hoofdstad van Zeeland, dus het voelt anders dan het platteland.”

Isah: „De gebouwen en huizen zijn oud en mooi. Er hangt hier een leuk sfeertje van vroeger.” Thomas reageert: „Dat sfeertje van vroeger was anders niet altijd even leuk. Er is hier veel slavenhandel geweest.” Matthijs: „Veel oude gebouwen zijn herbouwd, omdat de stad in de Tweede Wereldoorlog in puin geschoten is.”

Middelburg, middelmatig.
„Het is geen heel grote stad”, trapt Evelien af. Isah: „Dat het niet zo groot is, maakt het leuker.” Evelien: „Er zijn wel enorm veel toeristen. Vooral Duitsers.” „Ja, de Duitse invasie is weer begonnen”, grapt Thomas.

Qua grootte is de stad misschien middelmatig, maar qua karakter zeker niet, vinden de vier. „Het is een van de steden met de meeste oude monumenten”, weet Thomas. De mooie, oude bouwwerken in hun stad kunnen ze feilloos opnoemen. Het stadhuis –„heel gaaf”–, de Koepoort, de Abdij en natuurlijk de toren Lange Jan.

De herenhuizen langs de grachten kunnen Evelien en Isah ook waarderen. „Aan elk gebouw en ieder pakhuis zit hier een verhaal. Dat vind ik mooi”, zegt Matthijs. Thomas: „Sommige pakhuizen hebben zelfs namen, bijvoorbeeld Olifant.”
Isah: „Ik houd van de oude looks van Middelburg, nieuwbouw vind ik minder.” „Ja, zoals in Rotterdam, alles zo strak, zo modern”, vult Evelien aan.

Wat is je favoriete plekje in Middelburg?
Thomas: „De molens. Er zijn er in totaal vier, waarvan er twee binnen de gracht staan. Ik ken hun geschiedenis en ga bijna elke zaterdag wel naar een molen voor de hobby: helpen met graan malen of knutselen aan miniatuurmolentjes. In de avonduren wil ik de opleiding vrijwillig molenaar gaan volgen.”

Isah: „Mijn favoriete plek zijn paar leuke, smalle straatjes vlak bij het centrum. Ik houd van de oude huizen, de stenen muurtjes en de houten luiken langs de straat naar de kelder. En daar zit ook de muziekschool waar ik vioollessen volg.”

Matthijs: „Ik kies toch de markt bij het stadhuis. Elke donderdag is er weekmarkt. Ik rijd erlangs op weg naar school. Je ruikt dan de noten, de vis en nog veel meer. Bij elk kraampje kun je ruiken wat er wordt verkocht.”

Evelien kan de geuren op de markt duidelijk minder waarderen. „Bij die kraam met hondenbrokken stinkt het.” Isah: „Ja, wij knijpen er altijd onze neus dicht.” Evelien kiest op haar beurt de winkelstraat, de Lange Delft, als favoriete plek. „Daar loopt altijd lekker veel publiek. Ik houd ervan om mensen te spotten.”

Veel jongeren trekken weg uit Zeeland. Blijven jullie in Middelburg wonen?
Isah: „Ik wil hier in de toekomst graag wonen, tenminste, dat is nu mijn voornemen. Voor de studie ga ik misschien wel ergens anders heen.”
Matthijs: „Ik blijf in ieder geval in de buurt. Misschien ga ik wel naar Vlissingen of zo. De boulevard daar vind ik mooi.”

Evelien: „Ik blijf ook. Al mijn familie woont hier. In Rotterdam of Amsterdam zou ik niet kunnen leven. Het liefst koop ik zelfs een huis in dezelfde straat. De Noordweg is zo mooi.”

Van Thomas’ vijf zussen vertrokken er drie uit Zeeland. Hij begrijpt de keuze van jongeren om in de Randstad te gaan wonen. „Hier heb je amper grote bedrijven, daar wel. Daar heb je veel meer uitdaging.” „In de grote steden is er meer keuze uit werk”, vult Evelien aan. Toch zal Thomas niet snel uit Middelburg vertrekken. „En als ik zou verhuizen, zou het naar Kinderdijk zijn. Om de molens.”