Evangelist Jurjen ten Brinke zei dat zaterdag tijdens de Open Doors-dag in de Jaarbeurs in Utrecht. Daar waren ruim 8000 mensen bijeen om te luisteren naar verhalen over en uit de vervolgde kerk. Er spraken onder meer christenen uit India, Pakistan en Korea.

Ten Brinke sprak over het thema van de dag, ”Eén in Hem”, naar aanleiding van Kolossenzen 1:12-20. Het fundament voor de eenheid van Christenen „ligt in het offer van Christus en het lege graf na Zijn opstanding”, aldus de christelijke gereformeerde evangelist uit Amsterdam-Noord. „Hoe dichter bij Hem, hoe meer vrede, liefde en blijdschap je mag uitdragen naar anderen. Dan ben je niet meer zo op jezelf gericht, dan gaat het om Hem.”

Een met Christus

Wie niet dicht bij Christus leeft, blijft op afstand staan van vervolgde christenen, stelde Ten Brinke. „Dan zeg je: „tjonge, die broeder in India, wat heeft die een geloof.” Maar je weet niet wat het betekent om een te zijn met Christus. Daarom, je moet verbonden zijn met de As. Dan voelt de ander dat je mee-lijdt.”

Christenpolitici in Nederland zijn betrokken op de vervolgde kerk, zei ds. Ron van der Spoel van Open Doors, die de programmaonderdelen aan elkaar praatte. SGP-leider Van der Staaij en ChristenUniekamerlid Voordewind vertelden over hun ontmoetingen met vervolgde christenen. Van der Staaij bracht de positie van christenen onder de aandacht bij de Afghaanse president Karzai; Voordewind ontmoette deze week de premier van China. „Ik dacht: dan vraag ik aandacht voor geloofsgenoten in China. Ondanks dat je misschien vlakke antwoorden terugkrijgt, is het dan duidelijk dat het serieus nemen hoe China omgaat met minderheden.”

De christelijke partijen in Nederland hebben de afspraak om het thema christenvervolging niet gebruiken om zich van elkaar te onderscheiden. „Bij het aandacht daarvoor vragen neemt de ene keer de een het voortouw, de andere keer de ander”, zei Van der Staaij – wat hem op applaus kwam te staan. De partijen proberen op de achtergrond onder meer te regelen dat vervolgde christenen in het buitenland juridische bijstand te krijgen. Voordewind: „Als regeringspartij willen we dat godsdienstvrijheid een speerpunt is van het buitenlands beleid. Een deel van het Nederlandse mensenrechtenfonds wordt daaraan besteed.”

In het middagprogramma sprak ”broeder Simon”, een Amerikaans-Koreaanse predikant over de situatie van de kerk in Noord-Korea. Hij vertelde over een gebedsbijeenkomst van Noord-Koreaanse christenen in 1980, toen de verdrukking een nieuw hoogtepunt bereikte. „God toonde hen daarbij dat de deur voor evangelisatie zou opengaan vanuit China. Dat hadden ze nooit gedacht, ze verwachtten het van Zuid-Korea. Want daar waren de kerken vrij; daarnaartoe waren ook veel Noord-Koreaanse predikanten gevlucht.”

Juist in de moeilijkste tijd voor Noord-Korea, toen er in de jaren 90 honger was, opende God een deur, aldus broeder Simon. „In die tijd liet de regering het toe dat mensen die familie hadden in China, naar dat land gingen.” Zo ontstonden contacten waardoor uiteindelijk Bijbels en geestelijke lectuur naar het land gesmokkeld konden worden.

Gevaar

Volgens pastor Simon zijn er zo’n 300.000 christenen in Noord-Korea. Ongeveer een tiende van deze groep wordt bereikt door het werk van Open Doors. Het werk is erg gevaarlijk, aldus Simon. Ook in China kan Open Doors niet zonder risico opereren. De Noord-Koreaanse geheime dienst heeft in het verleden in China evangelisten gekidnapt en naar gevangenkampen overgebracht. Simon kreeg naar eigen zeggen viermaal te maken met geheim agent uit Noord-Korea die contact met hem zocht. „God gaf me geestelijke ogen om te zien of iemand een christen is of een infiltrant. Als God ons niet beschermde tegen Satans aanvallen, dan konden we niet staande blijven.”

Hana uit Pakistan ging in op de nood van de ”unchurched” in Pakistan. Een deel van de christenen in dat land bezocht geen christelijke school en ziet zelden een kerk van binnen. Niet uit onwil, maar omdat ze de mogelijkheid niet krijgen. Ondertussen worden ze achtergesteld omdat ze door anderen beschouwd worden als christen. Hana: „Ze weten niet waarom ze moeten lijden voor Christus. Ze geloven dat ze tweederangsburgers zijn. Wat er dan gebeurt is dat christenen die Jezus niet echt hebben leren kennen, wegdrijven van het Evangelie.”

Na elk programmaonderdeel was er een gebedsmoment voor de vervolgde kerk of voor het werk van Open Doors. Aansluitend op de toespraak van broeder Simon werden de lichten in de zaal gedimd. „We bidden in stilte, zoals dat ook in de vervolgde kerk gaat”, legde ds. Van der Spoel uit. Alle sprekers gaven gebedspunten mee; ds. Van der Spoel sloot de gebeden af. De dag werd afgesloten met muziek, onder meer van een Pakistaanse muziekgroep diverse Bijbelteksten bezong over het staande blijven in zwakheden en vervolging, door de kracht van Christus. Ten slotte zongen alle aanwezigen samen ”U zij de glorie”.