„Bemoedigend”, noemt kand. A. S. Middelkoop het feit dat de meeste christelijke jongeren zeggen de kerkelijke samenkomsten te missen. „Dan is het blijkbaar een belangrijke plaats voor hen”, concludeert de kandidaat van de Hersteld Hervormde Kerk. „Wel hoop ik natuurlijk dat ze de kerk niet missen omdat ze gewoontedieren zijn, of sociale wezens, maar omdat daar de levende verkondiging van Gods Woord klinkt.”
„Gods verbondsgemeente is hier op aarde”, zegt de kandidaat. „De zichtbare gestalte daarvan is je buurman in de bank. Die mis je nu. Ook de onderlinge gemeenschap als lidmaten van Christus’ lichaam wordt gemist. Dat vind ik diep aangrijpend.”
De prediker snapt dat het voor jongeren –zeker nu– verleidelijk is om zondags te luisteren naar een dominee die hen aanspreekt. „De drempel om te kiezen wat je aanspreekt, is door nieuwe mogelijkheden erg laag. Maar je bent dan superindividualistisch bezig. Dan ga je niet uit van de lokale gemeente waarin de Heere je plaatste. Terwijl Hij bij machte is Zijn Woord in je leven te laten spreken.”
De voorganger zegt te moeten waken voor het gevaar te gaan preken voor de ouderling en de koster die hij zondags in de bank ziet zitten. „Omdat ik geen jongeren zie, kan ik hen makkelijk vergeten. Als jongeren dat herkennen, nodig ik hen van harte uit om hun predikant wakker te houden. Ook nu is interactie belangrijk. Laat hem weten wat je raakte in de preek, nu hij het onder de verkondiging niet van je gezicht kan lezen.”
Vastigheid kwijtgeraakt
„De kerkdiensten zijn voor mij de belangrijkste momenten in de week. Het vaste weekritme dat ik had, is weggevallen.” Dat zegt Teunard van Eldik (22) uit Grafhorst. Hij is lid van de gereformeerde gemeente van Genemuiden.
„Als ik nu op straat gemeenteleden tegenkom, vind ik dat nog prettiger dan voorheen. Die mensen horen bij de vastigheid die ik ben kwijtgeraakt. Als je ze dan ziet, voel je ondanks alles; we zijn nog steeds een gemeente.
De preeklezende ouderling is online redelijk vervangbaar. Maar gemeente-zijn is meer dan naar een preek luisteren. Het betekent dat je met elkaar een gemeenschap vormt. Dat je samen zingt, bidt, de dienst beleeft. Dat je naar elkaar omkijkt. Dat is nu veel lastiger.
Gelukkig er zijn vanuit de kerk allerlei initiatieven van de grond gekomen. Iedere week is er een meditatiemoment. Ook wordt er wekelijks een verhaal voorgelezen voor ouderen en een voor jongeren. En op donderdagavond speelt een organist psalmen die je thuis kunt meezingen. Die dingen waren er niet. Zo kunnen we toch gemeente-zijn, ondanks de noodzakelijke beperkingen.”
„Ik was gewoon in de kerk”
„Zondag was ik voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis weer in de kerk”, laat Erik Vedder (18) weten. Het lid van de gereformeerde kerk in zijn woonplaats Nijkerk is door zijn predikant gevraagd of hij naast het orgel voor een microfoon zou willen zingen. „Want zonder gezang is een kerkdienst zo kaal.
Ik ben blij dat ik dat mocht doen en zo in de kerk kon zijn. Want zonder kerk kan ik eigenlijk niet. De kracht van het geloof zit ook in het gemeente-zijn met elkaar. In je eentje op de bank thuis kun je eigenlijk geen kerk zijn.
Het voelde vertrouwd om in een kerk te zitten en de dominee in het echt te zien spreken. Zo had je weer even contact.
Het enige contact dat ik verder heb met gemeenteleden zit in de kaartjes die ik bij zieken bezorg.”
Preek luisteren in de achtertuin
„Thuis de zondagse diensten meemaken heeft ook voordelen”, stelt Gisette Klink (18) uit Ouddorp. Ze is lid van de hersteld hervormde gemeente in haar woonplaats. „Ik geniet ervan om Gods Woord te horen terwijl ik in de tuin zit, vogels hoor zingen en Zijn schepping in kijk.
Ook heb ik nu de mogelijkheid om ’s avonds de dienst van een andere kerk mee te maken. Wij mensen kijken snel vanuit onze eigen traditie en theologie naar de Bijbel en Bijbelgedeelten. Nu ik ook diensten van andere kerken meemaak, bijvoorbeeld van een kerk die meer gericht is op het prijzen van God, krijg ik nieuwe inzichten. Wij belichten de Bijbel vaak op onze eigen manier. Door preken van anderen te beluisteren, krijg ik een veelomvattender beeld van Wie God is.
Toch ben ik blij als de kerkdeuren weer opengaan. Vorig jaar met Pasen begroette een kerkbuurvrouw me met: „De Heer is waarlijk opgestaan.” Waardevol om dan met elkaar zo verheugd te zijn. Dat heb ik dit jaar gemist.”
„Geestelijke input krijg je alsnog”
„Ondanks de maatregelen van de overheid gaan de erediensten natuurlijk gewoon door”, ziet Lucas van Oossanen (22) uit Leiden. „In mijn beleving is er met de komst van digitale diensten niet zo veel veranderd”, zegt het lid van de gereformeerde gemeente van Lisse. „Het gaat in bevindelijke kerken uiteindelijk natuurlijk vooral om de preek. Daar haal ik mijn geestelijke input uit.
Ik vind het met name jammer dat het gemeenteleven is stilgevallen. Doordeweeks ontmoet ik veel minder kerkmensen. Ook op de christelijke studentenvereniging Navigators in Leiden, waar ik bestuurslid ben, zijn veel activiteiten geschrapt. Alleen de Bijbelkring zetten we digitaal door.
Sinds de kerken zijn gesloten, luister ik vaker naar andere diensten. Normaliter hecht ik eraan om mee te leven met de eigen gemeente. Maar omdat ik studeer en vaak in Leiden ben, ben ik toch al minder betrokken bij mijn eigen gemeente. Dan is dit een goede gelegenheid om overeenkomsten en verschillen tussen kerken uit te zoeken.”