Ga jij komend jaar studeren? Lees dan onderstaand overzicht goed door. Enne, laat het je ouders ook lezen, voor hen is het ook handig om te weten wat er gaat veranderen. Vijf dingen die je moet weten:

1. Basisbeurs verdwijnt, ov-kaart blijft

Vanaf 1 september 2015 krijg je als nieuwe student geen basisbeurs meer. In plaats daarvan krijg je een studievoorschot, ongeacht het inkomen van je ouders. Dat voorschot bestaat uit een lening en een collegegeldkrediet. Het maximaal te lenen bedrag is gelijk aan wat studenten nu ook al kunnen lenen, eventueel vermeerderd met het bedrag van de huidige basisbeurs.

Wat wel blijft, is de ov-studentenkaart. Je kunt dus gratis blijven reizen. Dat geldt ook als je als minderjarige een mbo-opleiding volgt. Momenteel hebben alleen mbo'ers van achttien jaar en ouder daar recht op.

2. Aanvullende beurs blijft in sommige gevallen bestaan

Een aanvullende beurs krijg je wel als je ouders minder dan 46.000 euro paar jaar verdienen. De hoogte van het bedrag hangt af van het precieze inkomen van je ouders en is maximaal 365 euro per maand. Dat is het geval wanneer je ouders minder dan 30.000 euro verdienen.

3. Aflossingstermijn verandert

Op dit moment moet je als student een eventuele studieschuld in 15 jaar aflossen zodra je afgestudeerd bent. Die termijn wordt 35 jaar en je hoeft alleen te betalen als je minimumloon of meer verdient. Daarnaast mag het maandelijks af te lossen bedrag niet meer dan 4 procent van het maandelijkse inkomen zijn.

Heb je een handicap of een chronische ziekte, dan wordt 1200 euro kwijtgescholden.

4. Meer voor 't zeggen

Het is de bedoeling dat je als student (en dat geldt ook voor docenten) instemmingsrecht krijgt. Je krijgt daardoor meer invloed op de uitgaven van de onderwijsinstelling. Om een voorbeeld te noemen: als je school of universiteit een begroting indient, kun je als studenten bezwaar maken als je het ergens niet mee eens bent.

5. Goedkoper verder studeren

Maar wat gebeurt er als je verder studeert? Stel dat je tussen 2015/2016 en 2018/2019 een bacheloropleiding hebt gevolgt, wat moet je dan doen als je een master wilt volgen? In dat geval krijg je een tegemoetkoming in de vorm van vouchers. Hiermee kun je tot 2000 euro inzetten voor bijscholing in de vijf tot tien jaar na je afstuderen. Zo is het goedkoper om nog een master te volgen.

Als student krijg je dit omdat je, volgens de overheid, nog niet volledig kunt profiteren van de investeringen van de opbrengst van het leenstelsel. Niet meer dan terecht natuurlijk, want die 800 miljoen euro die de overheid bespaart (want het zijn immers gewoonweg harde bezuinigingen) komen ten goede aan het onderwijs. Daar wil je natuurlijk wel iets van terug zien.