Stilzittend de examenuitslag afwachten, dat doen de vijf niet. Ze zijn in hun vroeg begonnen vakantie te vinden op een van de akkers van Ekoboerderij De Lingehof in Randwijk, vlak bij Wageningen. Hun taak? Onkruid wieden in een door zonne-energie aangedreven machine. „Ideaal”, vindt Jerom, terwijl hij zijn vingers wat probeert schoon te poetsen. „Hij maakt bijna geen geluid en stinkt niet.”

„Eigenlijk is het wel logisch dat dit ding op zonne-energie werkt”, reageert Tess. „André (de boer, EB) heeft een ecoboerderij.” Ze wijst op de jonge wortelplantjes in de grond. „Deze wortels worden nu niet bevuild door uitlaatgassen. Mooi toch?”

De vijf hebben hun examens achter de rug. Jerom, Evert en Tess deden vwo, Daan en Anna havo. Ze hebben goede hoop op een positieve uitslag. „Het moet wel lukken”, zegt Evert. „Is het niet in één keer, dan in ieder geval met een herkansing.”

Ook de anderen schatten hun slagingskansen redelijk hoog in. Optimisme is er genoeg. Toch moeten de jongeren nog even afwachten. Morgen horen ze het: wel of niet geslaagd.

Elektrotechniek
Tot die tijd roeien ze het onkruid uit. Met wortel en tak. „Nou, in ieder geval inclusief wortel”, aldus Tess. „Anders heeft het ook geen enkele zin”, reageert Daan. „Als de wortel blijft zitten, staat er volgende week weer een fikse plant.”

Als Jerom en Evert slagen, willen ze landschapsarchitectuur gaan studeren. Deze vakantiebaan is hun op het lijf geschreven. Dat geldt ook voor Daan, die de opleiding elektrotechniek wil gaan volgen. In deze machine, die als een slak over het land kruipt, voelt hij zich wel thuis. „De boer heeft hem, samen met een bedrijf, ontwikkeld. Het is een prototype dat misschien wel verkocht gaat worden”, weet hij.

Tess haalt haar schouders maar eens op. Zij wil geneeskunde gaan studeren, dat heeft nu eenmaal weinig met onkruid trekken van doen. Of toch wel? „Als de grond zo droog is als nu, krijg je er zere vingertoppen van. En je wordt maar aan één kant bruin, omdat je niet even op je rug kunt gaan liggen.”

Rode plek
Toch hoor je deze jongeren niet klagen. Ze werken in de buitenlucht, onder het dak van zonnencellen is het gezellig en ze verdienen liggend hun geld. De eventuele lichamelijke ongemakken nemen ze voor lief. Vooral Anna. Ze is een sportief type –wil niet voor niets een sportopleiding gaan volgen– en houdt wel van een beetje lichamelijke uitdaging. „Je krijgt alleen zo’n rare rode plek op je voorhoofd als je een poos hebt gelegen.” Onbewust wrijven ze alle vijf even over de bewuste plaats.

Maar dan moeten ze weer door want er wachten nog vele, vele meters landbouwgrond. Meters die de uren doen vergeten die hen nog scheidt van de uitslag: wel of geen diploma.