Van hen liet 85 procent weten tevreden te zijn met het leven. Dit percentage schommelt overigens al sinds 1997 rond de 85 procent „en is dus niet beïnvloed door conjuncturele schommelingen”, aldus het CBS.
De tevredenheid blijkt onder meer samen te hangen met het onderwijsniveau. Waar driekwart van de mensen die alleen basisonderwijs hebben gehad, aangeeft tevreden met het leven te zijn, is dat onder universitair geschoolden bijna 90 procent.
De positie die iemand inneemt in het huishouden is ook van belang; vooral alleenstaanden en alleenstaande ouders ervaren een lagere mate van tevredenheid.
Tussen mannen en vrouwen bestaat over de tevredenheid geen verschil. Wel voelen mannen zich vaker kalm en rustig en zijn ze ook vaker gelukkig.
Mensen tonen zich het vaakst tevreden met de relatie met hun partner: 94 procent. Ook met de woning, de woonomgeving en de psychische gezondheid is men vaak tevreden. Hetzelfde geldt voor de hoeveelheid vrije tijd. Mensen zijn het minst vaak tevreden over hun gewicht.