Wat maakt sterren, planeten en manen zo boeiend?
Van Cappellen: „Ze fascineren, zijn raadselachtig en geven ons een indruk van oneindigheid. Het is overweldigend om de sterrenhemel te zien. Heldere sterren fonkelen, tussendoor schemert de Melkweg. Prachtig! De schoonheid van de maan met zijn schijngestalten maakt de ruimte nog raadselachtiger.

Veel geleerden zijn ervan overtuigd dat er een Schepper moet zijn. Als je eenvoudige apparatuur hebt, is er al ontzettend veel te ontdekken: nog meer sterren, nevels, sterrenhopen en galaxy’s. De maan is bezaaid met kraters. De manen van Jupiter zijn al met een verrekijker te zien, de ring van Saturnus met een kleine sterrenkijker. Het is allemaal ontzettend mooi en wonderlijk. Dat is ook wat ik met mijn foto’s wil vertellen. Het wonder van de schepping, de glorie van de Schepper.

Het overweldigt me weleens dat alles door het Woord is gemaakt. Dat is de Heere Jezus, Hij is de eeuwige Wijsheid. Ook zegt Hij van Zichzelf: „Ik ben de blinkende Morgenster.” De morgenster is de prachtig heldere planeet Venus.”

Boas: „Toen ik nog klein was, leerde ik dat God de hemel en de aarde gemaakt heeft. Ik dacht aan de aarde, de zon, één maan en „sterretjes van goud.” Vanaf ongeveer mijn achtste ben ik me in het heelal, de ruimte gaan verdiepen. Ik ben onder de indruk van wat God allemaal gemaakt heeft. Sterren, planeten en manen; zo veel! En de meeste zijn nog groter dan de aarde.”

Hebben Bijbelse personen zoals Abraham en de wijzen uit het oosten extra betekenis voor jullie?
Van Cappellen: „Er staan veel meer teksten in de Bijbel over het heelal. De Heere wil dat deze dingen ook in ons leven een plaats hebben. Abraham werd gewezen op de almacht en de wonderen van God. Hij werd hierdoor bemoedigd. Zou voor Hem iets te wonderlijk zijn? Door de ster van Bethlehem werden de wijzen gewezen op een geboren Koning. De sterren vertellen een geheim, als we maar willen luisteren. Zonder de Bijbel als leidraad gaan we fantaseren. Daar moeten we voor waken. Anders zien we al snel vliegende schotels en marsmannetjes.”

Boas: „Abraham wel. De Heere liet hem naar de sterren kijken en vroeg hem ze te tellen. Hij beloofde dat Abrahams nageslacht zo groot zou worden. Ik denk dan aan Gods trouw: de Heere doet wat hij belooft! Ik vind het ook heel mooi dat wij bij een doopdienst vaak Psalm 105:5 zingen.”

Wat bespreken jullie met anderen over de sterren?
Van Capellen: „Als ik aan het sterrenkijken ben, komen er vaak mensen bij me staan. Het gesprek komt dan meestal op de Schepper. Als ik buitenkerkelijken spreek, gebruik ik de sterrenkunde om te praten over onze Schepper. De schoonheid, de eeuwigheid, het licht, de almacht en wijsheid; zo wonderlijk. De wetenschap heeft veel ontdekt, maar het aantal openstaande vragen neemt toe.”

Boas: „In groep 6 heb ik een spreekbeurt over de ruimte gehouden. Met name over de planeten. Met vrienden kijk ik weleens naar de sterrenhemel en dan vertel ik hun welk sterrenbeeld ze zien. Omdat ik veel over dit onderwerp vertel en verzamel, zijn mijn ouders er nu ook meer in geïnteresseerd. We zijn ook met ons gezin naar Sterrenwacht Mercurius in Dordrecht geweest.”

Wat heeft Psalm 8 ons te zeggen?
Van Cappellen: „De Heere, onze Heere, is zeer hoog en toont Zijn heerlijkheid in al Zijn werken. Toch ziet Hij neer op de gevallen mens. Als David naar de maan en de sterren kijkt, heeft hij een indruk van de hoogheid van God en de nietigheid van de mens. Wat is het een wonder dat God mens wilde worden en Mens wil zijn en zo Zijn teerste liefde schenkt! Deze psalm verbindt de kosmos met de Heere Jezus.”

Boas: „In de Bijbel met uitleg staat: Psalm 8 is een loflied waarin Gods grote Naam en Zijn machtige schepping worden bezongen. In vergelijking met Gods grootheid is de mens klein en is het een wonder dat de Heere aan hem denkt en hem zo’n hoge plaats toekent.”

Wat kunnen jongeren leren van het ruime hemelrond?
Van Cappellen: „De zon, de maan en de sterren vertellen ons met een blijde mond de heerlijkheid van God: Zijn eeuwigheid, grootheid, macht en wijsheid zien we in heel Zijn schepping, maar vooral ook in de kosmos. Laten we hier veel mee bezig zijn, vooral in het licht van de Heere Jezus Christus, Die het Licht van deze wereld is.”

Boas: „In Psalm 134:3 staat: „Hij schiep het heelal, Zijn Naam ter eer. Looft, looft dan aller heren Heer’!” Ik hoop dat veel meer jongeren zich in het heelal, Gods Schepping, gaan verdiepen en zich daarover verwonderen. Er is ook een boek over dit thema geschreven door ds. C. Neele, met als titel: ”Als ik Uw hemel aanzie”.”