Ietwat beteuterd kijkt nepslachtoffer Gerben naar zijn arm. Rode lippenstift markeert de plek van de ‘kneuzing’. Er ging iets mis toen hij op de hometrainer wilde stappen. In een praktijklokaal van de Fruytier koelt hij de nepkneuzing met een coldpack.

„Het is toch niet gebroken?”

Gelukkig is er voor de student van het Hoornbeeck College hulp in aantocht. Examen­kandidaat Lotte komt zijn arm verbinden. Eerst helpt ze het slachtoffer op een stoel en stelt ze hem gerust. „Het is toch niet gebroken?” vraagt Gerben. Lotte: „Nee hoor, het lijkt een kneuzing. Maar als de pijn blijft, kunt u het beste naar de huisarts gaan.”

Lotte ritst een EHBO-tas open. Die bevat onder meer verschillende soorten verband en een hele serie scharen. Welke moet ze hebben? Ze kijkt, kiest. Verkeerd, blijkt later.

Voorzichtig wikkelt Lotte het verband om de arm van Gerben. Nog afplakken met wat verbandtape en klaar is Kees... eh... Lotte.

Revalideren

In een ruimte even verderop vindt een ander rollenspel plaats voor het examen. Mariska, ook student op het Hoornbeeck, speelt mevrouw Dantuma achter een rollator. De vrouw in deze casus heeft een herseninfarct gehad en komt op sportschool Vitaal om te revalideren. Vmbo’er Alette loopt –als examenopdracht– stage bij deze sportschool en moet informatie over mevrouw Dantuma verzamelen tijdens een intakegesprek.

Strompelend komt Mariska binnen. Alette verwelkomt haar hartelijk. Dat levert punten op.

Strompelend komt Mariska binnen. Alette verwelkomt haar hartelijk. Ook helpt ze haar in een stoel. „Zit u goed zo?” vraagt Alette. Het antwoord is instemmend. Dan volgt een spervuur aan vragen. Bijvoorbeeld over de medicatie die ”mevrouw Dantuma” gebruikt en over haar lengte. Hoe lang ze is, moet opgemeten worden. Alette helpt haar uit haar stoel en uit haar schoenen. Op naar de muur. „U bent 1,67 meter”, klinkt het.

„Maar het is moeilijk hoor, die praktijk­examens.”

Mariska –die een studie in de zorg doet– "weet precies hoe het hoort” en ziet dus ook als het misgaat. „Maar het is moeilijk hoor, die praktijk­examens.”


 

„De rollenspellen waren leuker dan de opdrachten achter de pc.”

Lotte Pas (17) uit Rijssen vond het examen zorg en welzijn een lange zit. „Ik ben van halfnegen tot half­twee bezig geweest. Er waren in totaal vier onder­delen. Daarvan hadden we een deel al op een andere dag gedaan.”

Als voorbereiding heeft ze een boekje met begrippen doorgenomen. „Daarin stond wat je moest doen bij het verlenen van eerste hulp. Of wat de symbolen op kledinglabels over wassen voorstellen.”

De rollenspellen vond Lotte niet heel moeilijk. „Alleen het aanleggen van het verband vond ik moeilijk. Ik wist echt niet welk soort verband ik moest pakken.

In mei staan er nog vier examens voor Lotte op het programma: Nederlands, Engels, biologie en maatschappijleer. Ze ziet het zonnig in. „Ik sta er prima voor, met gemiddeld een 7 moet het goed komen.”


„Officieel heette ik mevrouw Oldhof.”

Gerben Strokap (18) uit Rijssen trad op als figurant tijdens de rollenspellen. Hij doet de opleiding tot onderwijsassistent op het Hoornbeeck College dat in hetzelfde Apeldoornse pand zit.

„Ik moest iemand in een sportschool spelen die zich bezeerd had aan zijn arm.” Grijnzend: „Officieel heette ik mevrouw Oldhof.”

Hoe hij in het rollenspel terechtkwam? „Een van de leraren vroeg gisteren in de klas wie er als proefpersoon wilde helpen bij het examen. Toen bood ik me als vrijwilliger aan. Ik help graag mensen als ze me nodig hebben.”

Gerben vindt het leuk om de rol te spelen. „Het is een keer iets heel anders dan normaal. Op het Hoornbeeck doen we ook rollenspellen, maar dan moeten we een docent, een leerling of een ouder naspelen.”

Tijdens de rollenspellen viel het Gerben op dat er verschil zat tussen de aanpak van de examenkandidaten. „Sommigen wisten heel goed waar ze mee bezig waren en werkten snel. Ze vonden vlot het verband en de benodigde schaar en waren ook rap met het verbinden van de wond. Anderen twijfelden meer. Maar de meesten kwamen volgens mij wel zonder al te veel moeite door het rollenspel heen.”