Twee lesauto’s rijden onafgebroken rondjes over de donkere parkeerplaats naast het verlichte gebouw van de Gomarus in Gorinchem. Ruitenwissers aan, want het regent dat het giet. Maar daar trekken de vmbo’ers uit klas 3 en 4 zich niets van aan. Ze staan in groepjes buiten, geduldig wachtend op hun beurt.
Als een van de auto’s na het nodige steekwerk achteruit is ingeparkeerd, is de beurt aan Anne-Marije van ’t Goor. Ze neemt plaats naast rijinstructeur Leander Vos. „Weet u zeker dat ik mag rijden? Dat is echt gevaarlijk, hoor”, lacht ze.
„Laat het linkerpedaal langzaam omhoogkomen”, is de eerste opdracht die Anne-Marije moet uitvoeren. Voorzichtig glijdt de Volkswagen het terrein op. Er staan oranje pionnetjes waar de scholier omheen stuurt. „Kijk je uit voor de muur”, waarschuwt Leander als de vermoeide leerling bijna met de rechterspiegel tegen het schoolgebouw aanrijdt.
De autoradio staat op tien over halfvijf als Anne-Marije de auto veilig en wel in een parkeervak zet. De leerlinge is al bijna 24 uur in touw. Na een volledige lesdag startte maandagavond om 20.00 uur de lessenmarathon op de Gomarus.
Het is de tiende keer dat de school een nachtelijk lesprogramma regelt voor vmbo’ers die de kader- en beroepsgerichte leerweg volgen, vertelt docent Albethine Roza. „Eerder lieten we eigen docenten lesgeven. Maar dat vonden leerlingen te schools. Daarom nodigden we dit jaar ondernemers uit de buurt uit. Zij geven de workshops.” De nachtbrakende leerlingen kunnen nu bijvoorbeeld bakken, breien, haken en stukadoren.
Knakworstjes
In de gangen van de afdeling zorg en welzijn hangt de geur van knakworstjes. Een leerlinge gaat met een schaal vol bladerdeeghapjes de lokalen langs om haar baksels aan docenten en workshopleiders uit te delen. „Gelukkig hebben we ook smoothies gemaakt. Dat is goed voor de vitamines en daar moet je in zo’n nacht wel om denken”, vertelt de scholiere met slaperige ogen. „Hoe ik me voel? Gewoon moe. Heel moe. Gelukkig zijn de workshops leuk. Daardoor val je niet in slaap.”
Volgens docent Roza kunnen de meeste leerlingen de lessen waarderen. „Ik zit me in het crisiscentrum te vervelen. Er is niemand die straf krijgt. Zojuist kwam de eerste klant; een leerlinge die zo moe was dat ze even haar hoofd moest neerleggen.”
In de weken voor de lessenmarathon haalden de 220 deelnemende leerlingen geld op voor de stichting Hulp in uitvoering. Marrie de Waal is een van de Gomarusdocenten die deze stichting hebben opgericht. „Met Hulp in uitvoering ondersteunen wij Roma in Roemenië. De Roma zijn een heel arm volk. Zo heeft de groep die in Roemenië woont bijvoorbeeld geen auto’s maar rijdt met paard-en-wagen, zijn hun huisjes niet wind- en waterdicht en slapen ze soms met z’n vijven in één bed.”
Een Nederlands echtpaar dat in Roemenië evangelisatiewerk doet, benaderde de Gomarus in 2008 met de vraag of de school iets kon betekenen voor de Roma in het land. Sindsdien gaat er jaarlijks een groep leerlingen heen om te helpen. Intussen hebben ze een schooltje, een kerk en een paar huizen gebouwd. Het geld dat daarvoor nodig is, wordt traditiegetrouw tijdens de lessenmarathon opgehaald.
Met een zachte bezem veegt Maarten Jongejan de vloer van de techniekhal schoon. Zijn laatste workshop zit erop. „Moe? Nee, hoor. Daar heb ik geen last van”, pocht hij. „Ik heb gisteren heel veel geslapen. Of nee, eergisteren. Wacht. Welke dag is het nu eigenlijk?”
Ongedierte
De nacht is voor het ongedierte, wordt weleens gezegd. Wat is volgens De Waal de toegevoegde waarde van een lessenmarathon? „De jongeren vinden het een belevenis om op school te zijn op een moment dat je normaal op één oor ligt. De actie zorgt voor positieve energie en vergroot het saamhorigheidsgevoel. Veel oud-leerlingen die ik spreek, beginnen over de lessenmarathon. Het is een succesnummer.”
Rond kwart voor zes zijn de lokalen opgeruimd en komen de leerlingen sloffend de aula binnen. Velen leggen hun hoofd op tafel, of laten hem rusten op een rugtas. „Heel hartelijk dank voor jullie bijdrage”, begint teamleider Dirk-Jan Hoekman zijn afsluitende toespraak. Een deel van de leerlingen krijgt niets mee van de woorden, die staren naar de binnenkant van hun oogleden. „Het was een prachtige nacht. Wel thuis en welterusten.”