Timon groeit op als mission kid; zijn ouders waren zendelingen. Als hij twee jaar is, verhuist het gezin vanuit Dordrecht naar Ecuador. Ze werkten daar namens de ZGG (Zending Gereformeerde Gemeenten). Ze stichtten er onder andere een kerk in de stad Guayaquil. „Ik zou nog wel naar het park dicht bij ons huis kunnen lopen, maar van die tijd weet ik verder niet zo veel meer. Toen ik twaalf was en naar een middelbare school moest, zijn mijn ouders weer naar Nederland verhuisd.”
Op het Van Lodenstein College haalt Timon zijn havo- en vwo-diploma. Hij woont eerst met zijn ouders, broer en broertje in Maarn. Na een jaar verhuist het gezin naar Driebergen.
In 2012 vertrekken vader en moeder, opnieuw voor de ZGG, richting Indonesië. „Ik bleef met mijn broers in de woning van mijn ouders. Later kwam een vriend van mij bij ons wonen. We hadden een geweldige tijd. Het was een soort fatsoenlijk studentenhuis. Heerlijk.”

Vrijwilligers

Na de middelbare school studeert Timon theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, aan het Hersteld Hervormd Seminarie. Met een bachelorsdiploma op zak gaat hij in september 2017 aan de slag als docent godsdienst op het Ichthus College. „In die tijd groeide het verlangen om, net als mijn ouders, iets in de zending te gaan doen. Ik stapte naar de GZB, de Gereformeerde Zendingsbond. Begin 2018 lieten zij weten dat er in Zuid-Afrika voor de periode van een jaar plaats was voor een stagiair.”
Een periode van voorbereidingen begint. „Je moet een thuisfrontcommissie oprichten. Dat betekent: vrijwilligers regelen die de communicatie regelen en zorgen dat er geld komt. Ik woonde nog maar pas in Barneveld, dus dat was best vreemd. Ik moest als nieuweling direct aankloppen voor hulp. Het leek haast onmogelijk, maar gelukkig kwamen er vijf vrijwilligers. Toen voelde ik: als God wil dat je ergens heen gaat, kom je er wel.”
In de ochtend van 14 januari 2019 is het zover. Timon stapt in het vliegtuig naar Johannesburg. „Hier was het winter, daar hartje zomer. Het temperatuurverschil was enorm. Er waren dagen dat het hier warmer dan 40 graden was.”
Gerrit Heino, die mede namens de GZB in Zuid-Afrika werkt, is Timons begeleider en haalt hem bij de luchthaven op. Hij brengt hem naar zijn onderkomen − een huisje op het terrein van een Afrikaanse ouderling van de vrije gereformeerde kerk in Pretoria. „Daar ga ik ook iedere zondag naartoe. Afrikaans betekent hier overigens: blank. Zuid-Afrikaans betekent: zwart. Ik logeer dus bij een Afrikaans echtpaar.”
Lesgeven is Timons taak. Dat doet hij aan het Mukhanyo Theological College in KwaMhlanga, een stadje zo’n 60 kilometer ten noordoosten van Pretoria. Naast een bacheloropleiding theologie biedt de school twee kortere lesprogramma’s aan: een tweejarige ”diplomagroep” voor mensen die niet zeker weten of ze de bachelor kunnen of willen doen, en een praktisch programma dat ook ongeschoolde mensen kunnen volgen. Voor die twee studies geeft Timon les.
„Het vak dat ik geef, heet Christian home. Hoe geef je het christen-zijn vorm in je thuissituatie? Daar denken we over na. Opvoeding, huwelijksproblemen, man-vrouwverhoudingen: deze onderwerpen komen langs.”
Bij het lesgeven merkt Timon dat veel Zuid-Afrikanen nog sterk hechten aan traditionele omgangsregels. „Lang woonden de mensen hier in stammen. Mannen en vrouwen leefden in groepen, grotendeels gescheiden van elkaar. Dat heeft nog steeds invloed op de cultuur. Echtgenoten vinden het bijvoorbeeld lastig om met elkaar te praten. Dat leidt tot veel gebrokenheid in huwelijken en gezinnen.”
Wat kun jij daar als vrijgezelle blanke aan doen? „Dat is lastig. Ik voel me vaak machteloos. Je bent geneigd vanuit de Bijbel moraliserende dingen te zeggen, maar dat werkt niet altijd. Een luisterend oor bieden en in gesprek gaan, is de beste methode. En soms stuur ik studenten door naar een Zuid-Afrikaanse collega.”

African Time

In Afrika neemt men het niet zo nauw met de klok als in het Westen, ontdekte Timon. „Sinds een aantal weken bezoek ik om beurten de kerken van mijn studenten. De eerste keer was mij gevraagd om de geluidsboxen die ze voor de dienst nodig hadden op te halen. Dat deed ik, maar ik moest onderweg zo lang wachten, dat ik een kwartier te laat was. Ik had stress, natuurlijk. Maar toen ik bij de kerk aankwam, liep de dominee op zijn gemakje door het gebouw te slenteren. En de gemeente was alvast wat liederen aan het zingen. De boxen werden aangesloten en we begonnen. Alles op z’n dooie akkertje. ”African Time” heet dat. Mijn haast en gestress bleken onnodig.”
De internetsnelheid doet het ook rustig aan. „Dat was wennen, maar het geeft ook rust. Terwijl mijn laptop een bestand downloadt, doe ik de afwas. Ik heb geleerd geduldig te zijn.”
„Denk nu alvast na over hoe jij in Gods Koninkrijk kunt werken”, is Timons boodschap voor Nederlandse jongeren. „Niet óf, maar hóé. Er is zo veel te doen. In Zuid-Afrika, maar net zo goed in Nederland.”

>>www.timonnaarafrika.nl