De bedoeling is dat de benodigde spullen aan studenten ter beschikking worden gesteld, maar eigendom blijven van de onderwijsinstellingen. Voorheen was het zo dat op sommige scholen studenten zelf dure spullen moesten kopen. „Het is goed dat er duidelijkheid is. Want door die duidelijkheid maken we het mbo nog toegankelijker. Iedereen moet onderwijs kunnen volgen. Ook als je portemonnee minder goed gevuld is”, aldus minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs.

Sommige andere spullen, zoals boeken en een laptop, blijven studenten in principe zelf aanschaffen. Welke spullen nodig zijn, bepalen opleidingen zelf in samenspraak met de studentenraad.