Vorig schooljaar verlieten in totaal 22.948 leerlingen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zonder diploma.

Dat is minder dan het jaar ervoor, toen 24.451 jongeren met school stopten voor ze een diploma hadden, blijkt uit cijfers die minister Bussemaker (Onderwijs) dinsdag bekend heeft gemaakt.

Het aantal jongeren dat te vroeg en zonder diploma van school gaat daalt de afgelopen jaren gestaag. In het schooljaar 2001-2002 ging het nog om zo’n 71.000 jongeren, maar inmiddels zijn het er ruim 48.000 minder.
Bussemaker wil dat er vanaf 2021 nog hooguit 20.000 voortijdige schoolverlaters per jaar zijn.

Nederland heeft in 2010 in EU-verband afgesproken dat eind 2020 niet meer dan 8 procent van de 18- tot 25-jarigen voortijdig –zonder startkwalificatie– het onderwijs verlaat.