De school bootste maandag in de aula de verkiezingen zo goed mogelijk na. Alle 512 bovenbouwleerlingen kregen een stempas. De gemeente Elburg leende stemhokjes uit aan de school. Er waren rode potloden. Drie leerlingen vormden het stembureau. Han van Dongen (16) was de voorzitter. „Ik moest met twee andere jongens aan een tafel zitten”, legt de havo-4-leerling uit. „De stempassen mocht ik innemen en de legitimatiebewijzen bekijken. Van de jongen naast mij kregen de scholieren vervolgens een stembiljet waarmee ze in een hokje konden stemmen.”

Niet alle leerlingen namen de stembusgang even serieus, merkte Han. „Grappenmakers kwamen met een hele groep tegelijk en waren luidruchtig. Ik hoorde hen tegen elkaar zeggen dat ze PVV moesten stemmen. Die partij werd bij onze verkiezingen de grootste, net iets groter dan de ChristenUnie.”

Andere scholieren brachten wel een serieuze stem uit. „Op onze leeftijd gaan veel scholieren een baantje zoeken, dus stemden ze voor de Partij van de Arbeid. Of ze vinden het milieu belangrijk en kiezen daarom voor GroenLinks.”

Klimaatmarsen
De scholierenverkiezingen worden op middelbare scholen georganiseerd door politiek voorlichtingscentrum Pro Demos. De reformatorische middelbare scholen deden niet mee met de verkiezing van Provinciale Staten. Het Lambert Franckens uit Elburg wel. Maatschappijleerdocent Bernd Pol organiseerde de stembusgang. „Ik vind het belangrijk dat scholieren beseffen dat er meer is dan hun schoolse leventje. Binnen een paar jaar mogen ze echt stemmen voor een politieke partij.”

„Leerlingen kennen alleen Mark Rutte en Geert Wilders; en de meiden weten wie Jesse Klaver is”

De docent ziet de belangstelling voor politieke onderwerpen onder scholieren toenemen. „De afschaffing van de studiebeurs en de klimaatmarsen doen wat met leerlingen”, meent Pol. „Ze praten erover met elkaar. Maar het overgrote deel heeft wel minder met politiek dan ik zou hopen. We gaan met alle bovenbouwleerlingen een keer naar de Tweede Kamer in Den Haag. Dan merk ik dat ze alleen Mark Rutte en Geert Wilders kennen. En de meiden weten wie Jesse Klaver is.”

De bovenbouwleerlingen op de havo- en vwo-locatie leken nog niet warm te lopen voor wat Pol „het feestje van de democratie” noemt. Zo’n 15 procent van de leerlingen bracht een stem uit voor de scholiereneditie van de Provinciale Statenverkiezingen. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 kwam 40 procent van de stemgerechtigde leerlingen opdagen, tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 ruim 58 procent.

Toetsweek
Dat beduidend minder scholieren hun stem uitbrachten voor de provinciale democratie wijt Pol allereerst aan het feit dat de verkiezingen in de toetsweek vielen. „Examenleerlingen gaven waarschijnlijk de prioriteit aan leren.” Daarbij komt dat het werk van Provinciale Staten minder zichtbaar is voor scholieren, vermoedt de docent. Hij noemt de lage opkomst „ontzettend jammer. Maar we gaan er wel mee door. Het is belangrijk dat leerlingen politiek bewust zijn.”

Jesse Langevoort (15) hoort bij de 85 procent van de stemgerechtigde scholieren die zijn stem niet heeft uitgebracht. „Ik had mijn stembriefje thuis laten liggen. En ik had geen zin om drie minuten terug te fietsen naar huis en te gaan zoeken tussen al mijn blaadjes.”

Ook als de 4 vwo’er zijn stempas wel in zijn rugtas had zitten, was hij niet gaan stemmen, vermoedt Jesse. „Ik weet niet waar alle partijen voor staan.” Of hij wat politieke partijen kan opnoemen? „Ja hoor, PvdA, VVD, Partij van de Arbeid…” „Die had je al genoemd”, lacht een meeluisterende scholier. „O, PvdA staat voor Partij van de Arbeid”, realiseert Jesse zich dan ook. Meer politieke partijen kan hij niet noemen. „We krijgen volgend jaar pas maatschappijleer en ik volg nooit het nieuws”, verontschuldigt Jesse zich.


„Stemrecht moet je benutten”

Ook al telt haar stem niet écht mee, toch vond Marilène van Beekhuizen (17) het belangrijk te stemmen bij de scholierenverkiezingen. „Als je de mogelijkheid hebt je uit te spreken, moet je die benutten. Je kunt niet geloofwaardig meepraten over politiek als je geen gebruikmaakt van je stemrecht.”

De leerling uit 4 havo koos voor de SGP. „Dat heb ik van huis uit meegekregen, en het past bij mijn geloofsovertuiging. Klimaat vind ik belangrijk, en de SGP gaat daar goed mee om, vind ik. Wij zijn rentmeesters op de aarde en moeten er zorgvuldig mee omgaan.”

Medescholieren die het klimaat belangrijk vinden, kiezen vaak GroenLinks. „Maar die partij heeft de christelijkheid van de SGP niet.”

Marilène is een van de drie scholieren die SGP stemden. „Een mede-SGP’er is ongetwijfeld Tom de Nooijer uit 6 vwo. Hij zit voor de SGP in de gemeenteraad van Oldebroek.”

„Volgende keer serieus stemmen”

De hele klas ging stemmen, merkte Gimara Nortan (16). Dus liep de havo-4-leerling met hen mee naar de stembus. „Ik mocht met een rood potlood een hokje inkleuren.”

Het oog van Gimara viel in het stemhok meteen op de partij Jezus Leeft. „Ik vond dat aangrijpend. De ChristenUnie is ook christelijk, maar bij de naam Jezus Leeft voel ik me beter. Die partij staat ervoor dat Hij is gestorven voor onze zonden. En daarna weer is opgestaan.”

Of ze als christen een stem op CDA of SGP ook heeft overwogen? „Die namen ken ik, maar ik wist niet dat ze christelijk waren.”

De volgende keer dat ze gaat stemmen, wil Gimara „serieus stemmen. Dan ga ik me meer verdiepen in waar een partij voor staat en wat ze wil veranderen. Ik google dan welke partij vrijheid voor ieder mens belangrijk vindt. Daar ga ik op stemmen, want de rest maakt me niet zo veel uit.”