Met een plof legt Mariëlle een grote stapel folders op tafel. Kerstfolders vol schreeuwende leuzen, doorgestreepte prijzen en moeilijke productomschrijvingen. „Wat hebben we hier?” vraagt Mariëlle. Ze houdt een folder vol parfums omhoog. „Lekker rauken”, begint Emad. „Bar-Barfoem”, probeert hij. „Parfum”, knikt Mariëlle. „Par-fum. Met de u.
Welke parfum kost veel geld?” „Allemaal korting”, zegt Gule. „Alles doer”, zegt haar zus. Mariëlle lacht. „Ja, parfum van 65 euro is duur, ook in Nederland. Maar bij welke parfum krijg je veel korting?” Gule komt overeind. „Deze heeft zesenvijftig prozent korting. O nee, vijf-en-zestig. Dat is viel.”
Meer koud
Je hebt goedkope en dure producten, iets kost veel of weinig en je spreekt ook nog eens over hoge of lage kortingen. Het aanleren van een nieuwe taal is geen eitje. Zeker niet als die taal vol onregelmatigheden zit.
Mariëlle Fieret uit Utrecht is docente Nederlands voor asielzoekers en vluchtelingen uit Nieuwegein. Ze legt uit: „Het Nederlands heeft ingewikkelde vervoegingen bij de vergrotende en overtreffende trap. Iets is duur, duurder en duurst maar ook goed, beter, best.
Verder zijn de lidwoorden erg lastig. Je moet gewoon uit je hoofd leren of er de, het of een bij een woord hoort. Maar of het Nederlands echt moeilijk voor je is, hangt af van je moedertaal. Als die qua structuur ongeveer hetzelfde is, kost Nederlands leren minder moeite. Hoewel een volwassene altijd meer tijd nodig heeft dan een kind om een taal te verwerven.”
Aan motivatie in ieder geval geen gebrek, deze donderdagmiddag. Terwijl Mariëlle zich met drie cursisten buigt over de kerstfolders, houden de andere vier zich bezig met de seizoenen. „In de herfest is het koud bauten. Het wijt viel, er valt bladeren. In de winter: meer koud”, zegt Achmad resoluut. Dat kan hij maar mooi uitleggen. Maar hij wordt meteen gecorrigeerd. Bladeren ‘valt’ niet, maar vallen. En in de winter is het niet méér koud, maar kouder. Waarom? „Omdat Nederlands is hiel moeilijk, ja.”
Pionieren
Mariëlle volgde de master Toegepaste Taalwetenschap voordat ze bij NLtraining ging werken. „Ik wilde een praktische master doen en had er nog geen idee van dat de vluchtelingenstroom zo goed op gang zou komen”, lacht ze. „Na mijn studie kon ik overal komen lesgeven.”
Vluchtelingen kunnen bij DUO 10.000 euro lenen om onder meer taallessen te volgen. „De bootvluchtelingen, waarover in de krant zoveel gesproken werd, zaten ineens in mijn lessen. Toen ontdekte ik dat het ook gewoon mensen zijn en opnieuw een dagelijks leven willen opbouwen.”
Even denkt Mariëlle na. „Vaak met een nog onverwerkt trauma. Dan is het heel moeilijk om een tweede taal te leren. Inburgeren is niet iets als: binnenkomen, de taal leren en Nederlander zijn. Daar gaat een heel moeilijke weg aan vooraf.”
Als docent van anderstalige volwassenen ben je altijd een beetje aan het pionieren, merkte Mariëlle. „Je hebt mensen uit heel verschillende culturen in één groep. Zo is er een vrouw uit Myanmar en die praat over zichzelf in de derde persoon. Blijkbaar is dat gewoon in haar geboorteland.
Andere cursisten kennen het verschil niet tussen jij en u, omdat er geen beleefdheidsvorm in hun taal is. Dat concept moet je dan eerst uitleggen. Nog moeilijker is het om analfabeten Nederlands te leren. Zij beginnen letterlijk te lezen en te schrijven. Als aanvulling op de methode voor analfabeten gebruik ik daarom soms taalmateriaal van de basisschool. Als bepaalde woordspellen helpen, waarom zou je ze dan niet gebruiken? Ja, van dit pionieren houd ik echt.”
Waardevol
Leren de cursisten veel van Mariëlle? „Hiel viel”, klinkt het van alle kanten. „Ze vraagt steeds of wij het snappen”, vertelt Hazim. „En ze zet de struc-, structoer van de les op de bord.”
Zo blij als de cursisten zijn met Mariëlle, zo blij is Mariëlle met haar taalstudenten. „Ik leer zoveel over hun gewoonten en geboorteland. Tegelijkertijd zie je dat deze lessen hen helpen om in de maatschappij te staan. Analfabeten leren verkeersborden begrijpen en gaan zelf formulieren ondertekenen. Dat is leren participeren in een maatschappij.”
Mariëlle moedigt anderen aan om persoonlijke taalcoach te worden van een asielzoeker. „Het verrijkt je leven, maar je helpt ook je naaste op weg. Als je een taal niet kent, heb je voor je het weet een rechtszaak aan je broek omdat je een boete niet betaalt. Iemand die iedere week de post komt doornemen, kan zoveel ongemak besparen. En zo help je een vluchteling of asielzoeker ook om met meer zelfvertrouwen de toekomst in te gaan. Dat is het waardevolle van het werken met deze doelgroep.”