Voor veel mensen is bidden een werk. Voor werk ontvang je loon (Rom. 4: 4). Voor anderen is het iets van: „we kunnen niets, maar we kunnen er nog voor bidden.” Een soort laatste noodgreep.

De volgende veelgehoorde en geciteerde tekst wordt vaak aangrepen als een soort troost: Bidt, en u zal gegeven worden (Lukas 11:9) Gelukkig, we mogen er nog om bidden. We kunnen er toch nog iets aan doen.

Helaas wordt er zo omgegaan met veel teksten uit de Bijbel. Zo worden we „biddend” oud en gaan we „eerlijk” verloren. Nog nooit beseft dat we buiten Christus om niet tot God kunnen bidden. Nooit bij stilgestaan dat God een verterend vuur is. (Hebr. 12:29) We bidden gewoon tot God buiten de enige Weg om.

Geliefde vriend, is er pastoraal niets meer te zeggen? Jazeker, maar deze keer niet… Het is goed om dit eerlijk onder ogen te zien. Misschien schreeuw je het uit: Wat moet ik doen? Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft (Joh. 6:29). Bidden is een geloofsdaad. Zonder geloof is het onmogelijk om Gode te behagen (Hebr. 11:6). Geliefde vriend, zeg tegen al deze biddeloze mensen: Zie het Lam Gods.

Ds. A. Simons, hervormde gemeente Montfoort