Al ruim drie jaar lopen Loïs en haar sportvriendin Alieke Bakker (21) uit Rijssen elke week hard. Om gezond en fit te blijven én om conditie op te bouwen. Anderhalf jaar geleden kwamen daar voor Loïs ook de wekelijkse boks­lessen bij. Na één keer bij de boksles van Alieke –die al bokste– te hebben gekeken, was Loïs overtuigd. „Deze sport is écht iets voor mij.”

Waarom? Daar hoeft Loïs niet lang over na te denken. „Ik houd ervan om intensief bezig te zijn. En ik houd van stoere sporten. Bovendien train je bij boksen veel spieren tegelijkertijd. Ik vind veel sporten leuk, zoals volleybal, maar daar ben ik niet goed in. Boksen leer je in je eigen tempo.”

Geen blauwe plekken
„Boksen is geen lompe sport”, zegt Loïs stellig. Tijdens haar wekelijkse boksuurtje gaat het er dan ook netjes aan toe. In tweetallen volgen de tien tot twintig deelnemers de instructies van de boksleraar op. „Voor die sport zijn er strenge regels”, legt Loïs uit. „Je mag alleen op de bokshandschoenen van je partner mikken. Schoppen is verboden.” Met blauwe plekken van het boksen is de pabostudente aan de Driestar hogeschool in Gouda nog nooit thuisgekomen. „Ik boks gewoon voorzichtig”, lacht ze.

Dat boksen een agressieve sport is –met als doel een ander knock-out te slaan– is een clichébeeld, vindt Loïs. Als christen kun je volgens haar prima boksen. „Ik begrijp wel dat sommige mensen de sport afkeuren, want in wedstrijden gaat het er inderdaad vaak ruig aan toe. Daar houd ik ook niet van. Maar de boks­lessen die ik volg, zijn er puur op gericht om conditie op te bouwen en fit te blijven. Je ontwikkelt kracht en motoriek, maar slaat niemand tegen de grond.”

De kinderen in Loïs’ stageklas vinden hun juf erg stoer. Vragen als: „Bokst u écht, juf?” hoort ze regelmatig. Haar familie­leden trokken wel even hun wenk­brauwen op toen ze hoorden dat Loïs ging boksen. „Inmiddels zijn ze eraan gewend. Ze weten nu ook dat ik niemand in elkaar sla, maar dat het voor mij gewoon training is.”

Het doel van Loïs’ sportieve activiteiten is gezond en fit blijven. „Ik merk dat sporten goed is voor je lichaam én je hoofd. Het klinkt misschien gek, maar van sporten krijg ik energie.” Hardlopen werkt bovendien tegen hoofdpijn, merkt Loïs. „Ik heb daar regelmatig last van. Na een uurtje hardlopen is de hoofdpijn weg en kan ik me beter concentreren op mijn schoolwerk. Je hoort mensen weleens zeggen dat ze hun hoofd leegmaken door te gaan hardlopen. Dat snap ik wel. Je kunt door te sporten alle stress en drukte even van je af zetten.”

Niet alleen sporten zorgt ervoor dat je fit bent. „Het is de combinatie van gezond eten en sporten die ervoor zorgt dat je je gezond en fit voelt”, weet Loïs. Tussendoortjes laat ze dan ook zo veel mogelijk staan en elke dag eet ze drie –meestal gezonde– maaltijden. Behalve in het weekend. „Je moet jezelf wel íéts toestaan. Anders sla je door en wordt fit zijn een obsessie.”

Volhouden
Of Loïs over twintig jaar nog steeds bokst en hardloopt? „Boksen niet hoor”, lacht ze. „De lessen zijn best prijzig en je bent aan een vast tijdstip gebonden. Hardlopen niet, dat kun je op elk moment doen.

Sporten kan iedereen. Het lukt alleen niet iedereen om het te blijven doen”, merkt Loïs. Hoe brengt de pabo­studente de discipline op om elke week hard te lopen en te boksen? „Sporten is iets structureels geworden. Ik ben eraan gewend geraakt om meerdere keren per week te trainen. Het kost me geen moeite om het vol te houden, ook al heb ik niet altijd zin.” Loïs’ gouden tips: sport samen met een gemotiveerd iemand én zoek een sport die bij je past. „Zo houd je het ge­garandeerd vol.”