Het glimt, is scherp én vervaarlijk groot in zijn soort. Waar het om gaat? Om het kroonjuweel van Lilians collectie: een reuzentand van zo’n 10 centimeter. Een ”meg”, in vaktaal. Met zo’n tand tel je mee in de wereld van de fossielenverzamelaars, vertelt Lilian. „Zonder een tand van een megalodon hoor je er niet bij. De megalodon is een uitgestorven haai die wel 18 meter lang kon worden. Ik wilde al heel lang een tand hebben en kocht een paar weken geleden een exemplaar. Voor zo’n 50 euro op internet. Deze komt uit Amerika.”
Lilian glundert als ze de joekel van een tand in haar twee handen houdt. Dit is haar favoriete item van de ruim 200 fossielen die ze heeft verzameld. In een vitrinekast liggen er tientallen netjes gesorteerd. De meeste met een briefje erbij. Bijvoorbeeld: „Mammoethaar, Mammuthus primigenius; Vindplaats: Siberië, Rusland; Ouderdom: pleistoceen > 10.000 jaar.”
Mammoet
Diverse exemplaren uit haar verzameling hebben een bijzonder verhaal. Wat te denken van stukken van een rib en een onderkaak van een mammoet? Zelf gevonden. „Het voelt als steen”, zegt ze als ze het fossiel uit handen geeft. Lilian weet te vertellen: „Hoe ouder hoe zwaarder. Dat komt omdat een fossiel steeds verder versteent.”
De mammoetresten vond Lilian op de Tweede Maasvlakte bij Rotterdam. Het is een plek waar de 15-jarige al zeker tien keer is geweest, maar waar ze wel elke week zou willen rondbanjeren. In de zilte zeelucht kan ze er heerlijk speuren en graven in het zand. Op zoek naar nieuwe aanwinsten. „Je kunt op de Maasvlakte veel vinden, omdat die is opgespoten met zand van de bodem van de Noordzee.” Zo liggen botten, stenen en schelpen uit diepe aardlagen en uit lang vervlogen tijden voor het oprapen.
Oervondst
Hoe Lilian zo zeker weet dat de botdelen van mammoeten zijn? „Dat kun je navragen op de site oervondstchecker.nl. Ik maak foto’s van mijn aanwinsten en deel die via de website. Meestal antwoorden experts al binnen een dag.” Ook zit Lilian in een WhatsAppgroep van verzamelaars.
In een klein potje zit een donker kruimeltje met het formaat van een forse zandkorrel. Kenners hielpen haar om vast te stellen wat die ‘zandkorrel’ voorstelt: een muizenkies. „Hoe je zoiets vindt? Gewoon, met je neus in het zand. Meestal neem ik vanaf de Maasvlakte ook zand mee naar huis.” Daar kan ze het op haar gemak zeven.
Genen
Lilian houdt van de natuur. „Waar dat precies vandaan komt, weet ik niet.” Grinnikend: „Het zit in mijn genen, denk ik.” Als kind al verzamelde ze schelpen. Een paar jaar geleden kwam ze na een tip van een oom voor het eerst op de Maasvlakte. Sinds die tijd gaat het hard met haar collectie. „Maar meer dan de helft van de fossielen kreeg ik van een andere verzamelaar. Dat is een oude man die me regelmatig een pakket toestuurt.”
Waarom een jonge tiener zo enthousiast is over fossielen uit een grijs verleden weet Lilian wel. „Juist omdat ze zo superoud zijn. Ik vind het mysterieus dat je het nu kunt vasthouden, terwijl je niet weet hoe het er destijds precies heeft uitgezien.”
Haar blik dwaalt over de fossielen van zee-egels, ammonieten, koralen, schelpen, de resten van een wolharige neushoorn, een reuzenhert en inktvissen. En over haar topstukken: een tand van een mosasaurus en natuurlijk die van de megalodon. „Het is bijzonder om te bedenken dat deze fossielen van levende beesten waren. Achter elk item zit een onbekend verhaal.”
Entreeprijs
Door haar interesse in fossielen kan ze er allerlei weetjes over oplepelen. „Als je niet door een schelp heen kunt kijken, is die gefossiliseerd en dus heel oud.” Een ander feitje: „Hoe meer je weet over een fossiel, hoe waardevoller die is. Vooral de vindplaats is belangrijk. Die moet je altijd nauwkeurig opschrijven.”
Bij haar privémuseum loopt het geen storm. „Alleen wat familie en bekenden kwamen op bezoek.” Toch vroeg Lilian in het begin wel entreegeld. „Kinderen betaalden 20 cent en volwassenen 50 eurocent. Daar ben ik snel mee gestopt. Ik vind het gewoon al leuk als iemand interesse heeft in mijn verzameling en er iets over vraagt.”
Hoe uitgebreid haar collectie ook is, één fossiel zou ze er in ieder geval nog graag aan toevoegen. Die van een krokodil. „Bijvoorbeeld een tand. Dat zou supergaaf zijn!”