Op een scherm toont prof. Wim de Vries een grafiek van de temperatuur wereldwijd sinds 1880. Een rode lijn gaat wat op en neer. Tot 1960. Dan gaat de lijn bergopwaarts. „Dat de aarde opwarmt, staat niet ter discussie. Twaalf van de dertien warmste jaren ooit gemeten, komen na 2000.” De hoogleraar milieusysteemanalyse aan Wageningen University hield zaterdag in Barneveld een lezing voor een groep studenten van de plaatselijke gereformeerde gemeente in Nederland.
Zeespiegelstijging
De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn niet mis. Gletsjers en ijskappen smelten. Dat verloopt niet met een constante snelheid, maar steeds sneller. Het gevolg is dat de zeespiegel in flink tempo stijgt. „Tussen 1880 en 2000 steeg het waterpeil met 1,2 millimeter per jaar, sinds 1993 met circa 3 millimeter per jaar. De huidige modellen die de zeespiegelstijging voorspellen, worden steeds negatiever bijgesteld. In werkelijkheid gaat het nog sneller dan de meest pessimistische modellen eerder inschatten.”
Wat merkt een Nederlander daarvan? „Als Bangladesh –een land met 120 miljoen inwoners– onder water komt te staan, wordt Nederland overspoeld met klimaatvluchtelingen.”
Het zeewater warmt wereldwijd langzaam maar zeker ook op. Warmer water neemt meer koolstofdioxide op. Het gevolg is verzuring, waardoor koraalriffen massaal verbleken en afsterven.
Er zullen vaker krachtige orkanen ontstaan. De orkaan Katrina, die in 2005 de Amerikaanse kust teisterde en ruim 1800 mensenlevens eiste, is volgens De Vries het gevolg van de sterke opwarming van de Golf van Mexico.
Ook in Nederland zullen er vaker zware stormen optreden, met alle schade van dien. En er komen meer hittegolven. „Afgelopen zomer was het op sommige plekken in Nederland 40 graden. Ouderen overlijden dan eerder.” Een hittegolf in 2003 eiste alleen al in Frankrijk 14.000 levens.
Hagelstenen worden zo groot dat ze iemand kunnen doden. Recent vielen die in Australië. En als de gletsjers in Oostenrijk en Zwitserland verdwenen zijn, kan het waterpeil van de Rijn in sommige jaren zo zakken dat scheepvaart niet meer mogelijk is.
Broeikasgassen
Dat menselijk gedrag de hoofdoorzaak van de klimaatverandering is, lijdt bij de hoogleraar geen twijfel. „Vanaf de Tweede Wereldoorlog zijn het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen –waaronder koolstofdioxide, methaan en lachgas– enorm toegenomen. Dat gaat gepaard met een stijging van de concentratie broeikasgassen in de lucht en de opwarming van de aarde.”
Een grafiek laat de concentraties broeikasgassen zien van het jaar nul tot 2005. Eeuwenlang bleven die op ongeveer hetzelfde niveau, tot eind negentiende eeuw. Vanaf dan gaat de lijn in de grafiek steil omhoog. „Er zit nu ongeveer anderhalf keer zo veel koolstofdioxide en lachgas, en twee keer zo veel methaan in de lucht als in 1870.” Die toename zal nog wel even doorzetten, verwacht de hoogleraar. „De koolstofdioxide in de lucht blijft gelijk als we de helft minder gaan uitstoten. Willen we het gehalte verlagen, dan moeten we 80 tot 90 procent minder uitstoten.”
„De verwarming mag wel lager”
„Eerlijk gezegd lig ik niet wakker van de klimaatverandering. Daarvoor merk ik er in mijn directe omgeving te weinig van. Maar we mogen de ogen niet sluiten voor de gevolgen ervan elders in de wereld.” Dat vindt rechtenstudente Emely van den Hudding (21). Ze is best bereid om stappen te zetten ten bate van het milieu. „Ik wil wel vaker de fiets pakken, de verwarming lager zetten als ik wegga, of korter douchen. Afval scheiden vind ik prima. En zelfs wat minder vlees eten. Ik ben echter wel sceptisch over het nut daarvan. Aan de andere kant vind ik het wel mooi hoe professor De Vries wees op onze verantwoordelijkheid als christen en de voorbeeldfunctie die we hebben: hoe kun je andere mensen of landen wijzen op hun fouten als je zelf niet het goede voorbeeld geeft?”
„Niet te bepalen wat waar is”
Rechtenstudent Martin Kauffmann (21) vindt de lezing van prof. De Vries „goed onderbouwd”, maar ook „eenzijdig. Volgens mij is er meer te zeggen over andere oorzaken dan de mens voor de klimaatverandering.” De bosbranden in Australië en de twee extreem warme zomers in Nederland noemt hij „opmerkelijk”, en wijzen wat hem betreft in de richting van de klimaatverandering. Martin vindt het lastig om erachter te komen wie er gelijk hebben: klimaatactivisten of klimaatsceptici. „Het probleem van de wetenschap is voortschrijdend inzicht. Vandaag wordt dit beweerd, morgen dat. Als leek is niet te bepalen wat waar is.”