Arabische klanken vullen de kapel van het prachtige schoolgebouw. Zo’n tachtig tweedejaarsstudenten sociaal agogisch werk luisteren ademloos naar de muziek van Syriër Gharib Ali. De muzikant is te gast op het Hoornbeeck College in Amersfoort om iets over zijn eigen leven te vertellen en zijn visie op het vluchtelingenprobleem te geven. 

De studenten zijn al de hele week bezig met het thema vluchtelingen. Zo hebben ze woensdag onder meer projecten gedaan met en voor vluchtelingen (zie kaders).Vluchtelingen kregen woensdag op het Hoornbeeck ook Nederlandse les.

Gisteren was het tijd voor een dag vol workshops. De Hoornbeeckers mochten muzikant Ali onder meer het hemd van het lijf vragen, wat ze dan ook met genoegen deden. En dus vertelt Ali hoe hij al ruim 22 jaar geleden uit Syrië is gevlucht naar Nederland. Dat zijn familie ook grotendeels in Europa woont. En dat hij christen is en enorm van muziek houdt. 

„Waarom komen de vluchtelingen eigenlijk allemaal naar Europa?” vraagt een van de leerlingen tijdens de workshop. „In hun buurlanden worden ze vaak niet toegelaten”, is Ali’s antwoord. En hij legt uit hoe complex de situatie in het Midden-Oosten is.

Dan is het Ali’s tijd om een vraag te stellen: „Wie van jullie kent er eigenlijk een vluchteling persoonlijk?” Het blijft stil. Slechts één meisje steekt haar vinger op. Ali reageert wat geschrokken. „Vinden jullie vluchtelingen eng? Ben ik eng, omdat ik Syriër ben?” De leerlingen lachen een beetje. Nee, dat niet.

„Vinden jullie vluchtelingen eng? Ben ik eng, omdat ik Syriër ben?”

 

„Ik heb niet het idee dat ik een vluchteling voor me heb”, zegt een leerlinge, wijzend op zijn lichte huid en haren, zijn sportieve kleding en vloeiende Nederlands. Ali lacht. „Gelukkig, dan ben ik in elk geval goed geïntegreerd.”

Naast de leerzame workshops over cultuurverschillen en vluchtelingenproblemen is er ook tijd voor ontspanning. Bij de kookworkshop bijvoorbeeld. Daar laten twee Somalische dames iets van hun kookkunsten zien. Ze maken katles: gefrituurde aardappel met tonijn en kruiden. Heerlijk!

Katles, een Afrikaans gerecht.De leerlingen die naar deze workshop gaan, mogen helpen met koken. Dat doen ze enthousiast. Vooral omdat het vooruitzicht goed is: na al het aardappels schillen komt het moment dat ze van de Afrikaanse lekkernij mogen proeven. Geen gekke afsluiting van een dag vol indrukken.

Geertje Schouten (17), Leanne Plug (18) en Hannedoor Verheij (18) zijn enthousiast over de themaweek. De drie meiden hebben woensdag allemaal meegedaan met hetzelfde project: op bezoek gaan bij de noodopvang voor vluchtelingen in Zeist. Leanne: „We zijn bij iemand op de kamer wat gaan drinken.” Geertje: „Het was er echt superklein.”


V.l.n.r.: Geertje, Hannedoor en Leanne.

Hannedoor: „Maar we werden heel gastvrij ontvangen.” Leanne: „De vluchtelingen daar kwamen uit Syrië, Eritrea en Libië.” Hannedoor: „Het waren allemaal jongeren tussen de 18 en 25 jaar.” Geertje: „Het was echt heel leuk. Normaal kom je niet zo snel in contact met vluchtelingen, maar nu konden we zien dat het ook normale jongeren waren.” Leanne: „De meesten hadden een goede opleiding gehad. En ze waren zo dankbaar en blij dat ze hier konden zijn, ook al moesten ze in een heel klein kamertje wonen.” Geertje: „Ik weet niet of ik in hun situatie net zo zou reageren.” Leanne: „Er was een jongen van 25 die getrouwd was en een klein dochtertje had. Maar hij had al een jaar geen contact gehad met zijn vrouw en dochtertje.” Hannedoor: „Hij vertelde waarom hij die twee had achtergelaten in Eritrea: de reis naar Europa was zo heftig dat zijn kind dat nooit overleefd zou hebben. Nu hoopt hij dat hij een verblijfsvergunning krijgt, waarna hij voor gezinshereniging kan pleiten.”

"Er lagen zelfs muizenketels op het fornuis."

Thomas Imminkhuizen (17) heeft woensdag samen negen jaargenoten een Somalische man bezocht in Amersfoort. „De man woont alleen en heeft reuma. We hebben hem geholpen zijn huis en tuin op te ruimen. Dat was hard nodig. De keuken was enorm vies. Alles was vet. Er lagen muizenkeutels op het fornuis. De vaat was al zeker drie weken niet gedaan. En er stonden pannen met beschimmelde bruine bonen en spaghetti.

Of we schrokken? In het begin wel. We wisten niet wat we zagen. Maar we kregen mondkapjes en handschoenen, dus het was wel te doen. En we zagen hoe blij hij was met onze hulp. Hij bedankte ons wel tien keer. Dat geeft voldoening.”

Sommige vluchtelingen hebben het Nederlands zo onder de knie.Jochem Voorwinden (19): „Samen met een andere jongen en twee asielzoekers heb ik in Baarn bij een vrouw de tuin opgeknapt. Een van de twee asielzoekers sprak aardig Engels. Hij vertelde dat hij op zijn vlucht dagenlang heeft moeten lopen en met een bootje de oceaan is overgestoken. Een heftig verhaal.

Wat apart was: de vluchtelingen stelden zich heel onderdanig op. Ze werkten hard en zeiden dan tegen ons: Jullie kunnen wel gaan zitten als je wilt. Dat hebben we natuurlijk niet gedaan.Deze themaweek heeft mijn beeld van vluchtelingen veranderd. Ik dacht weleens: waarom komen ze hier naartoe? Nu ik een aantal van hun verhalen gehoord heb, begrijp ik dat beter.”