“Je denkt dat er alleen eerbiedwaardige heren op leeftijd rondliepen op de Dordtse Synode” stelde de hoogleraar religiegeschiedenis, verbonden aan de Vrije Universiteit. “Wel, dat was ook zo.” De meesten waren in de veertig of vijftig. Een enkeling zeventig. De jongste deelnemer was de toen nog onbekend Gisbertus Voetius (28). Hij liet maar weinig van zich horen.”
Toch hadden jonge mensen op allerlei manieren invloed op de gang van zaken rondom de synode. Zo was de 22-jarige Hollandse graaf Walraven van Brederode een van de achttien afgevaardigden van de Staten-Generaal. Hij had de taak toe te zien op het verloop van de synode. “Het was een trots en ijdel mannetje”, weet Van Lieburg. “Hij vond het lastig te verkroppen dat de hertog van Gelderland hem als graaf in rang overtrof. Dat Van Brederode nummer twee was, compenseerde hij door diners voor synodeleden te organiseren in het Augustijnenklooster.
Een andere bekende jongere uit die tijd is Johann Heinrich Waser (18). Hij kwam als assistent van de Zwitserse theoloog Johann Jacob Breitinger uit Zürich naar de Lage Landen. Waser hield een reisboek bij, dat bewaard is gebleven. “Deze jongen was geweldig blij dat hij getuige mocht zijn van alles wat in Dordrecht gaande was”, meent Van Lieburg. “Hij plakte onder andere een plaatje van zijn theoloog in het reisboek. Hij verzamelde met hetzelfde enthousiasme plaatjes van professoren, zoals jongeren van nu voetbalplaatjes sparen.” Later schopte deze 18-jarige assistent het tot burgemeester van Zürich. “Reken maar dat hij toen nog met trotst terugdacht aan hoe zijn carrière was begonnen. Dordt stond goed op zijn cv.”
Ook ‘gewonere’ jongeren tonen belangstelling voor de Dordste Synode. Dat is te zien op een schilderij uit 1619 waarop publiek staat afgebeeld. Een schrijver beklaagt zich over het jonge volk dat de synodevergaderingen bijwoont. “De vergaderingen waren in het Latijn, dus veel zullen ze er niet van hebben begrepen. De meeste mensen kwamen om de strijd tussen de mannen in het zwart te zien. Dat was theater.”