Sarah van der Maas (toen 16) speelde met woorden in een limerick over een eenzame poes die letterlijk en figuurlijk een kater kreeg.
Een poesje te Oudewater
voelde zich steeds desolater.
Op zoek naar een man
greep zij naar de kan
en de volgende dag had ze een kater.
Nu is Sarah (23) uit Dordrecht freelance tekstschrijver. Afgelopen kerst schreef ze het RD-kerstverhaal ”Vox Christi”. Ook werkt ze aan een historische roman. Puntuit vraagt Sarah jaren later wat taal voor haar betekent. En dus dicht ze over het verschil tussen friet en patat.
Taal is het deel van mijn wezen
waarin men mijn passie kan lezen.
En vaker dan eens
wordt iets algemeens
daardoor tot een twistpunt verheven:
Als dochter uit Zeeuwse contreien
doet taal mij tenhemelschreien
wanneer ik in ’t noorden
de zekere woorden
‘patat met’ mijn ziel door voel snijen.
Het is het bekende debacle
waarover ik vol vuur orakel.
Maar ‘patat met saté -
Jij ook? Dan graag twee.’
is voor mij een onneembaar obstakel.
Liefst zou ik het daarom wagen
ook nog eens ‘twee friet’ te vragen;
beducht voor het feit
dat mijn identiteit
door dit incident zal vervagen.
In plaats van te bakkeleien
laat men mij vaak maar betijen.
Zo zal na een tijd
–nobel streven ten spijt–
de snackbar er wel bij gedijen.
De jury bestempelde zeven jaar terug het gedicht van Lianne Verhelst (toen 17) als de „veruit beste tautogram van de hele gedichtenwedstrijd.” Ze schreef een tekst waarvan ieder woord met dezelfde letter begint.
Tineke trof tante Thea thuis.
„’t Is theetijd tante.” Tante twijfelde,
„Toe, tante Thé,”
„Theetante, toe!”
Inmiddels geeft de 24-jarige Goudse groep 3 les én noemt ze zichzelf, na enig aarzelen, dichter. „Aangezien de dichter Isaäc da Costa je beroep definieert als „datgene waartoe God je roept” en ik van mening ben dat je een dichter bent wanneer je dicht.”
Lianne is lid van een schrijversclub en deelt daar haar schrijfsels. „De christelijke feestdagen inspireren elk jaar weer opnieuw. Daar tussendoor experimenteer ik met allerlei dicht- en rijmvormen. Ook maak ik soms een eigen versie van een bestaand gedicht zoals ”Ein feste Burg” en de gedichten van Isaäc Da Costa.”
De prangende vraag ”Hoe is het je de afgelopen zeven jaar vergaan op tautogramgebied?” dringt zich op. Lianne antwoordt creatief.
Sinds ik mijn dichterspen in handen nam
ontstond er jaren her een tautogram.
Het bleef bij één, dat was genoeg voor mij;
die schaarse woordkeus is voorgoed voorbij.
Maar zonder poëzie kan ik niet leven,
dus heb ik ander dichterswerk geschreven.
Ik pen vaak woord na woord, maar heb het mis
wanneer ik denk dat dichten schrijven is.
Wie denkt, die dicht; al is het zonder pen,
vandaar dat ik een echte dichter ben.
God heeft mij deze gave willen geven,
dus ben ik dichter bij Zíjn Woord gebleven.