Tijdens het interview bezorgt de postbode een pakketje voor Rutger. Er zit een boek in. ”De Gedachtenverdrijver. De historie van de mondharp” staat er op de voorkant. „Die heb ik besteld op aanraden van de vrouw door wie ik mondharp ben gaan spelen”, vertelt de 11-jarige inwoner van Veenendaal.
In de voorjaarsvakantie ging Rutger met zijn ouders, broers en zussen naar het Archeon, een openluchtmuseum over de geschiedenis van Nederland. „Daar speelde een vrouw op een fluit Psalm 130. We raakten met haar aan de praat. Toen liet ze zien welke andere instrumenten ze bij zich had. Ook de mondharp. Ze vertelde er van alles over. Bijvoorbeeld dat jongens in de middeleeuwen erop speelden voor het raam van het meisje op wie ze verliefd waren. Om indruk te maken”, lacht de leerling van de Veenendaalse Dr. C. Steenblokschool.
Nepal
Rutger is zo geboeid door de mondharp, dat hij thuis gelijk online op zoek gaat naar het instrument. Via een Duitse webshop bestelt hij een exemplaar. „Deze is met de hand gemaakt in Nepal”, weet de jonge mondharpist.
Zo groot een harp is, zo klein is de mondharp. Rutger houdt hem in één hand. Hij wijst de onderdelen aan. „Dit goudkleurige is het frame. De uiteinden zet je tussen je lippen. En dan tik je met je vinger tegen de lamel, die donkere spriet.” De jonge muzikant doet het voor. Er klinkt een moeilijk te omschrijven geluid. „Tsja. Het is trillend metaal. Maar je kunt het niet vergelijken met een harp of piano of wat dan ook. Het is echt een bijzonder instrument.”
Door snel achter elkaar tegen de lamel te tikken, maakt Rutger een muziekje. Nu klinkt het instrument een beetje als een didgeridoo – een hoornachtig blaasinstrument van de Aboriginals in Australië. „Het geluid wordt niet gemaakt door het instrument, maar door je mond”, legt Rutger uit. „Dat is de klankkast. De toonhoogte wordt dus bepaald door de positie van je tong en hoe breed of smal je je mond maakt.” Met zijn vingers kan hij de klanken ook beïnvloeden. „Als ik mijn vinger tegen het uiteinde van de lamel zet, klinkt de toon veel langer. En als ik ’m in het rondje tegen de lamel zet, klinkt de toon heel kort.”
Orgel
Ping ping pong pang. In volle concentratie speelt Rutger op zijn mondharp. „Het is lastig om een wijsje te spelen. Toch is er een componist die muziek heeft geschreven voor dit instrument”, vertelt Rutger. Hij pakt het pas ontvangen boekje erbij. „Ik ken het boek al een beetje, want die muzikant uit het Archeon heeft me kopieën van een aantal pagina’s toegestuurd. Nadat ik mijn mondharp kocht, hebben we namelijk het museum gemaild voor de contactgegevens van de vrouw. Zo konden we meer informatie vragen.”
Rutger speelt ook orgel. Dat instrument verkiest hij toch boven de mondharp. „Want daar kun je psalmen mee spelen. Maar de mondharp is vooral leuk, en ook rustgevend. Door het bijzondere geluid denk je tijdens het bespelen even nergens anders meer aan. Zoals de titel van het boek al zegt: het is echt een gedachtenverdrijver.”