„Laten we eerst even scherpstellen”, zegt Dekker tijdens de opening. „De Bijbel ligt open. En ik heb een vraag voor je. Zit je hier met de verwachting, het verlangen, dat je Hem gaat ontmoeten? Geef voor jezelf antwoord, dan weet je of je hier je tijd uitzit of dat er meer is.”
De stapels spelletjes in een hoek van de zaal –van Halli Galli tot Puerto Rico– blijven deze uren onaangeroerd. Na de toespraak van Dekker knopen jongeren om de beurt een gesprek aan met de evangelist. Met tranen in de ogen leggen ze hun hart open.
„Comfortabel onder de boom”
Samen met zijn vriend Wouter „test” Hendrik Mijnders (18) uit Veenendaal hoe een conferentie van de JBGG bevalt. „We moeten niet vluchten in een schip of schuilen onder een wonderboom”, leerde hij. „Want God wil dat je voor Zijn Naam uitkomt.”
Hendrik ontdekte op de conferentie dat hij veel ‘vluchtschepen’ heeft. „Zo houd ik mezelf voor dat ik eerst veel Bijbelkennis moet hebben voordat ik de wereld in kan gaan om over God te vertellen.”
Ook zit de tiener naar eigen zeggen vaak –net als Jona– comfortabel onder een wonderboom. „Zo bespreek je na het avondmaal de kleur van de kleding die mensen aanhadden. Maar dan ontbreekt de kern natuurlijk. Terwijl we juist over wezenlijke zaken moeten praten.”
„Weglopen na boodschap”
Ze is druk met school en met haar werk. Rhodé Kroon (16) uit Woerden besteedt aan die activiteiten naar eigen zeggen zo veel aandacht dat ze daarmee wegloopt bij „de dingen die God van je vraagt.”
De tiener kent momenten waarop ze ervoer dat God tot haar sprak. „Na de kerkdienst ga ik dan naar buiten en praat ik met vrienden. Vervolgens drink ik thuis koffie. En dan doe ik er niet zo veel meer mee. Ik leerde van de evangelist dat ik zo niet moet omgaan met Zijn spreken.”
„Heilig leven lukt niet zonder genade”
Hij herkent zich „volledig” in de persoon van Jona. „Vooral dat afdwalen van God”, zegt Jaap Hoek (20) uit Katwijk aan Zee.
„Ik moet concluderen dat ik veel dingen doe die me eerder verder bij God vandaan brengen dan naar Hem toe trekken”, zegt Jaap. „Ik loop constant tegen mezelf aan. Ik kom erachter dat heilig leven alleen lukt vanuit Gods kracht. Het kan alleen als ik volledig afhankelijk ben van Zijn genade.”
De hervormde Katwijker volgt belijdeniscatechisatie. „Ik wil belijdenis doen van mijn geloof. Mijn ja ja laten zijn. Dat is een worsteling, maar God laat mij niet staan.”