Kunnen jullie iets vertellen over jullie school?
"We volgen onderwijs op het West Dean College in de provincie West-Sussex, Zuid-Engeland. Op school houden we ons bezig met het onderhouden en repareren (conserveren) van allerlei objecten zoals boeken, meubels, klokken en meer. Ongeveer tachtig studenten volgen onderwijs met specialisaties in diverse richtingen. Je leeft op een campus wat onderdeel is van de school. Van 07.00 uur 's morgens tot 22.00 uur 's avonds de werkplaatsen open. Buiten dit wordt er van de studenten verwacht dat ze zelf ook veel onderzoek doen."
Naomi: "De leeftijd van studenten is breed, er zitten zelfs een tachtigjarigen bij ons en veel vijftigers. Veel van deze mensen doen een carrièreshift."
Jullie komen van ver. Waarom juist deze school? En waarom deze opleiding?
Naomi: "Ik woonde al enkele jaren in Engeland. Ik heb een studie tot houtbewerker gevolgd in Australië. Later heb ik mijn business degree behaald voor het bedrijf waar ik voor werkte. Nu studeer ik meubelconservering."
Sarah: "In Nieuw-Zeeland hebben ze deze opleiding niet, dus moest ik naar Engeland. Hiervoor behaalde ik een bachelor degree in kunsthistorie, nu studeer ik boekconservatie."
Maren: "Ik studeerde literatuur en behaalde een bachelor degree hierin. Daarna heb ik enkele jaren gewerkt als basisschoollerares. Nu heb ik de overstap gemaakt van literatuur naar boekconservatie. In de VS hebben ze geen soortgelijke opleidingen. De opleidingen boekconservatie zijn elders vaak te theoretisch. Ook is staat West Dean College wereldwijd hoog aangeschreven."
Hendrik: "Ik deed een opleiding tot meubelmaker aan het HMC in Amsterdam. Ook studeerde ik aan het KASKA in Antwerpen. Een opleiding aan het West Dean College opent mogelijkheden om internationaal te werken."
Heeft deze opleiding jullie veranderd?
Sarah: "Ja, het heeft me een ander persoon gemaakt. Je mag hier geen fouten maken en niet in paniek raken. Je moet de tijd nemen, plannen en geduldig zijn. Door deze opleiding heb ik dat geleerd en daardoor ga je wat nuchterder met alles om."
Maren: "Je leert op problemen op meerdere manieren op te lossen."
Naomi: "Vanuit mijn eerdere werk ben ik bekend met analyseren, het maken van een plan van aanpak enzovoort. Conservatieprojecten zijn vaak erg verschillend van elkaar. Er zijn richtlijnen die je probeert na te volgen, maar er is geen vast protocol waarin precies staat wat je moet doen. Vaak betekent dit dat je veel moet discussiëren over de behandeling van een object. Hierin is het onderbouwen van al je keuzes het belangrijkst."
Hoe lang zijn jullie met een project bezig?
Maren: "We proberen projecten in te plannen en we krijgen daarvoor ook deadlines. Maar projecten lopen altijd anders dan je denkt. Soms gaan dingen stuk of kom je voor onverwachte situaties te staan. Conservatiewerkzaamheden zijn zeer moeilijk in te schatten als het gaat over duur en kosten."
Sarah: "Door ervaring gaan dingen wel sneller. Je wordt er steeds handiger in."
Wat is jullie hoogtepunt?
Maren: "Een deel van de serie “The Birds of Great Britain” geschreven door John Gould's. Dat was een groot boek met krassen in het leer van de omslag. Ik moest de krassen proberen weg te werken. Sommige beschadigingen moesten bewaard blijven omdat het boek deel uit maakt van een serie boeken die ook beschadigingen hebben. Het was de eerste keer dat ik in overleg met een klant werkte."
Sarah: "Een klok, waarbij ik een soort etiket moest maken. Uiteindelijk was ik 13 uur bezig."
Jullie hebben een unieke opleiding. Blijft deze volgens jullie bestaan? Is het geen uitstervend beroep?
Naomi: "Ja, ik denk het wel. Maar je bent wel afhankelijk van anderen. Mensen moeten bereid zijn ervoor te betalen."
Maren: "Voor papieren versies van historische boeken blijft altijd wel belangstelling."
Sarah: "Mensen komen wel terug op digitaal door de beleving die een echt boek heeft. Zeker als het gaat om zaken zoals de geur, het karakter van het papier en de inkt."
Maren: "De theorie is er wel, alleen de praktijk wordt op andere opleidingen vaak gemist."
Sarah: "Nieuwe technieken veranderen het vak wel."
Hoe ziet een dag op school er gemiddeld uit?
Maren: "Het ontbijt is tussen 7.30 uur en 9.00 uur. Tussen 9.00 uur en 17.00 uur wordt er verwacht dat je in de werkplaatsen bent. Gedurende de dag hebben we twee kleine pauzes en een langere pauze om te lunchen. We hebben les tot 17.00 uur."
Sarah: "Tussendoor hebben we theorie. Als we geen theorie hebben, wordt verwacht dat we ons in de werkplaats begeven."
Sarah: "Daarnaast hebben we minimaal één dag in de week scheikunde en ethiek lessen."
Maren: "Pauzes zijn erg belangrijk, want dan bespreken we problemen die we aantreffen met studenten van andere afdelingen. Zij zijn soms gespecialiseerd in de zaken waar jij vragen over hebt."
Sarah: "Ook ben je veel bezig met documentatie: Het maken van foto’s en omschrijving, wat veel tijd kost. Als je dat niet doet verlies je historie. Je weet dan later niet meer hoe het was voor de behandeling."
Maren: "En ook voor klanten is documentatie belangrijk. Ze weten hoet het was en zien vorderingen van het object. Het kan je helpen met het onderbouwen van je keuzes wanneer je gesprekken hebt met de klant."
Sarah: "En ook voor je eigen inzicht is het belangrijk."
Hendrik: "Eigenlijk ben je altijd bezig, ook buiten schooltijden."
Maren: "In de weekenden proberen we niet te werken hoor maar dat lukt niet altijd."
De studenten praten nog even door over hun ervaring met Nederland en wat de verschillen zijn met hun thuisland. Ze kennen al aardig wat Nederlandse woorden: schaar, stoel, tafel. De 'sch', 'r' en 'g' zijn moeilijk uit te spreken. Het levert veel gelach op als ze pogingen doen.
Naomi vertelt dat ze al bekend is met typisch Nederlands eten. Oliebollen. "In Tasmanië hebben we een omgeving waar veel Nederlanders wonen. Daar wordt jaarlijk een typisch Nederlands oliebollenfestijn gevierd."