Een van de gemeenteleden vertelt: “Er waren 35 mensen in de kerk, inclusief kinderen. Tijdens het bidden drongen dorpelingen met stokken het gebouw binnen en begonnen gelovigen te slaan. Daarna sleurden ze christenen naar buiten om hen genadeloos af te ranselen.”

De hindoes wilden dat de christenen zich zouden bekeren tot het hindoeïsme. Ze moesten een verklaring ondertekenen om dit te bevestigen. “Als iemand weigerde, dan werd die persoon opnieuw geslagen. In totaal keerden vier gezinnen terug naar het hindoeïsme.” Meerdere christenen moesten in het ziekenhuis worden opgenomen, waaronder voorganger Methu Karma.

Nadat de christenen aangifte van mishandeling hadden gedaan bij de plaatselijke politie, werden sommige van hen met de dood bedreigd. De hindoes zeiden: “Als jullie de aangifte niet intrekken, dan zullen we jullie doden.” Ook de hindoes deden toen aangifte bij de politie. Volgens hen zouden de christenen hen mishandeld hebben en hun goden op straat hebben gegooid.