Grijze rotsen, hier en daar wat struiken en een groepje jongeren in regenpakken. Vanwaar die grijns? Vanwege de herinnering aan de jeugdige overmoed, die van de foto’s afspat.

Met een Hongaarse predikant en zijn makker trokken we door een prachtig natuurgebied. Gekleed in regenpakken en simpele gympen of regenlaarzen. Wandelschoenen? Voor de grip waren die bijzonder handig geweest, ware het niet dat bijna alle wandelschoenen zo’n 1750 kilometer verderop thuis netjes in de kast opgeborgen lagen…

Onder leiding van onze twee gidsen klauterden we over rotsen en liepen we over smalle paadjes. Af en toe omgeven door een ijselijke meidengil van iemand die uitgleed over de glibberige ondergrond.

Juist op het moment dat we dachten het ergste gehad te hebben, kwamen onze gidsen op het idee om ons mee te nemen naar het mooiste uitzicht dat ze kenden in deze omgeving. In de Hongaarse vorm van steenkolenengels legde onze dappere gids uit dat ons nog wel een flinke uitdaging te wachten stond. En dat hebben we geweten.

Boven ons rijkte een metershoge rotswand. Achter ons lag een diep dal. Er was maar één manier om aan de andere kant van de rotswand te komen. Voetje voor voetje langs een lange rij hand- en voetgrepen van staaldraad klimmen. Ons hart klopte in onze keel. In opperste concentratie met af en toe een zenuwachtige lach maakten we langzame meters langs de rotswand. Op onze gladde laarzen en profielloze gympen. De belofte van onze gids dat hij je onderaan de rots zou komen oprapen als je viel, gaf je met één blik het dal in niet erg veel extra vertrouwen en zekerheid. Dat wat wél zekerheid zou kunnen geven, miste: een zekering.

Op de jongerendag 16+ van 19 november stond de vraag uit zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus centraal: ‘Wat is jouw enige troost, beide in leven en sterven?’ In de Duitse taal, waarin de Catechismus oorspronkelijk geschreven werd, wordt voor troost het woordje ‘Trost’ gebruikt. Dat betekent ‘steun’ of ‘houvast’. In letterlijke zin. Misschien loop jij op dit moment langs de afgrond van het leven. Krampachtig zoekend naar de steun en houvast die jou écht zekerheid bieden. Sla je Bijbel open bij zondag 1 en laat de woorden je hart raken. Ik hoop dat je van harte na mag zeggen: ‘Mijn enige troost in leven en sterven is dat ik niet mijn, maar mijns getrouwe Zaligmaker Jezus Christus eigen ben’. Zonder die steun wandel je zekeringloos door het leven. In jeugdige overmoed. Levensgevaarlijk!

Ik steun op God, mijn Toeverlaat,
Dies heb ik niets te vrezen.

Jacoline Roon, jeugdwerkadviseur