Klik hier voor het hele artikel in het Reformatorisch Dagblad.


Beeldjes afwassen met een verhaal

Marjolein gaat vandaag samen met haar cliënt, een vrouw van in de zeventig, naar de kapper. Terwijl binnen het korte grijze haar nog korter wordt, vertelt de student op een bankje voor de kapperszaak enthousiast over de afgelopen weken. „Elke week ben ik wel even met haar naar de winkel geweest”, zegt ze. „Dat plant ze altijd zo. Ze kan nog veel dingen zelf, maar heeft wel last van beginnende reuma.”

Regelmatig heeft Marjolein de afgelopen weken geholpen met afwassen en schoonmaken in huis. „Ze heeft bijvoorbeeld moeite met traplopen. Haar zoon komt wel elke dag langs om te eten en die helpt weleens wat, maar toch zijn er dingen die dan blijven liggen. En voor de rest is ze de hele dag alleen.” Daarom heeft Marjolein vooral ook veel gesprekken gevoerd met haar cliënt. „Ze heeft zo veel te vertellen! Pas gingen we haar beeldjes schoonmaken – daar heeft ze er heel veel van. We hebben er heel lang over gedaan, want bij elke beeldje had ze wel een verhaal.”

Op de laatste dag van het project gaat Marjolein nog leren hoe ze een bed moet opmaken, op de ouderwetse manier, met lakens en dekens. „Zo leuk! Heel jammer dat deze tien weken nu voorbij zijn. Ik heb hier echt veel ervaring mee opgedaan. Als je stage loopt in een verzorgingstehuis kom je niet bij mensen thuis. Bij dit project zie je iets van hun eigen leven.”

Ze is vast van plan om contact te houden met haar cliënt. „We hebben een poosje geleden al telefoonnummers uitgewisseld voor het geval er iets is. Maar ik wil ook zeker nog eens langsgaan. Mijn leven gaat gewoon door, maar zij is best eenzaam. We zijn allebei heel creatief, dus dat zorgt ervoor dat het goed klikt. In de week voor Pasen zijn we bijvoorbeeld samen naar de Action geweest om wat prulletjes te kopen. Ze had thuis nog een rieten plateautje liggen. Daar hebben we toen samen een paasstukje van gemaakt.”


Samen harken en niet langer kniezen

Mevrouw De Beer (74) heeft genoten van het contact met ‘haar’ student Renske, vertelt ze. „Het is gezellig als je af en toe iemand hebt om mee te praten. De kinderen staan ook niet alle dagen op de stoep. Vooral in de winter zit je dan maar in huis te kniezen.”

Sinds kort gaat ze elke week naar de koffieochtend in het buurthuis. „Ik ben eigenlijk geen type om in mijn eentje ergens heen te gaan, maar de komst van Renske heeft mij gestimuleerd om de stoute schoenen aan te trekken. Het klikte vanaf de eerste keer goed met haar. Dat verwacht je niet zo snel met een jong meisje.” Het valt De Beer op dat de meiden van het Hoornbeeck zo gemotiveerd zijn. „Ze willen echt dingen aanpakken. Dat valt me mee. Zoiets is niet meer vanzelfsprekend tegenwoordig.”

Voor Renske pakte het project ook anders uit dan ze had verwacht. „Ik dacht van tevoren dat we vooral huishoudelijk werk moesten doen, maar dat is niet zo. Het contact met mensen staat centraal. Er zijn wel uitzonderingen. Sommige meiden moeten de hele morgen schoonmaken. Al is dat ook wel te begrijpen als mensen dat zelf niet meer kunnen en geen zorg krijgen.”

Renske deed zelf ook regelmatig huishoudelijke klussen die haar cliënt in haar eentje niet meer kon doen. „Ik heb moeite met bukken en strekken, ben een hart- en longpatiënt en heb geen kracht in mijn ene arm”, vertelt De Beer. „Als ik de tuin wil aanharken, doe ik daar dagen over. Ik heb wel een tuinman hoor, maar je wilt het tussendoor ook netjes hebben.”

Per week krijgt ze momenteel nog 4,5 uur huishoudelijke hulp. „Dat heb je ook wel nodig met zo’n bewerkelijk huis. Eind deze maand heb ik een gesprek met de gemeente. Ik moet erop rekenen dat er dan twee uur af gaat. Als er nu iemand komt schoonmaken, schenk ik altijd wat drinken in. Maar dan is er geen tijd meer voor een kopje koffie en een praatje. Dat vind ik heel erg.”