De familie Van Luijk woont in een oud schooltje midden in Capelle aan den IJssel. Bijna twee jaar geleden kochten ze het pand en bouwden het om tot huis. In de woonkamer –vroeger de gymzaal– maakt Jelte (13) met zijn 10-jarige broertje een puzzel. Een jonger broertje en zusje spelen in hun slaapkamer. Colinde (14) komt net van de Aldi terug met een tas boodschappen.
De Wartburgleerling werkt sinds twee weken bij de Jumbo. „Omdat ik nog veertien ben, mag ik maar een paar uur op zaterdag werken. Ik ben bijna jarig; dan mag ik ook doordeweeks aan de slag. Gelukkig, want het is heel gezellig werk. En het is fijn om je eigen geld te verdienen.”
Naast het supermarktbaantje loopt Colinde met haar broertje Jelte een krantenwijk. Om de beurt brengen ze op woensdagmiddag de IJssel en Lekstreek rond, een lokale krant. „Doordat we het met z’n tweeën doen, ben je niet elke woensdagmiddag bezig. Zo kun je ook naar verjaardagen”, legt Jelte uit.
Portemonnee
Naast het loon dat ze met hun baantjes verdienen, krijgen de twee sinds groep 4 ook zakgeld van hun ouders. Eerst vijftig cent per week, nu vijf euro. Daar moeten Colinde en Jelte verjaardagscadeautjes van kopen. Hoe ze het geld verder uitgeven is hun eigen keuze.
Jelte heeft altijd een paar euro op zak, de rest laat hij thuis. „Dan kom je ook niet in de verleiding om veel geld uit te geven.” De paar euro gaan meestal ook weer mee naar huis, maar soms koopt Wartburger er op school eten van. „Als ik echt trek heb.”
Colinde vergeet haar portemonnee meestal. Expres. „Als ik geld bij me heb, geef ik het ook snel uit. Op de basisschool vroeg ik altijd toestemming aan mijn moeder om geld uit te geven. Maar ik ga haar nu niet bellen: „Hé mam, mag ik deze zak chips kopen?” Daardoor koop je sneller iets wat niet nodig is. Dus kun je beter maar geen geld bij je hebben.”
Vader Van Luijk mengt zich in het gesprek. „Als wij heel veel zakgeld zouden geven, dan ervaren jullie ook geen schaarste. Als je alles maar kon kopen wat je zou willen, dan leerde je nooit om te sparen of na te denken over wát je koopt. Daar zou je later door in de problemen komen.”
Kan Colinde uitleggen wat haar vader voor werk doet? „Oké, uhm. Tsja”, begint ze. „Mensen die een huis kopen, kunnen meestal niet in een keer het hele bedrag betalen. Daarom moeten ze geld lenen. Die lening heet een hypotheek. Er zijn allerlei soorten hypotheken en mijn vader geeft advies over welke lening het beste is. Zoiets?”
Aan de eettafel in het voormalige schooltje gaat het regelmatig over geld. Jelte: „Ik luister er meestal niet naar. Het is vaak zó’n verhaal.” Van Luijk lacht en verontschuldigt zich: „Als je schipper bent, heb je het waarschijnlijk vaak over de scheepvaart. Mijn werk heeft met geld te maken, dus daar zal het weleens over gaan. Maar ik leg geen ingewikkelde hypotheekconstructies uit, hoor.”
Stomme reclames
Als hij iets koopt, let Jelte vooral op de kwaliteit. „Ik neem niet van die gore goedkope cola. Of chocola. Dat moet gewoon goed zijn, al is dat vaak duurder.” Colinde let er ook op dat ze iets kan delen. „Ik wil ook iets aan m’n klasgenoten kunnen geven, want dat doen zij ook aan mij.”
Cadeautjes hoeven niet per se duur te zijn, vindt Colinde. „Iets persoonlijks waar je moeite voor hebt gedaan vinden mensen vaak leuker dan veel geld. Dan geef je het cadeau dus meer waarde door er energie en tijd in te steken. Voor een creatieve vriendin kocht ik aquarelverf en speciaal papier. En voor opa en oma maak ik meestal een schilderij.” Jelte: „Ze kan heel goed schilderen.”
Jelte en Colinde hebben drie tips voor jongeren die het lastig vinden om met geld om te gaan. De eerste: „Denk niet te snel: dat ziet er leuk uit, dus dat wil ik hebben.
Denk er even over na en bedenk dan of het slim is om er je geld aan uit te geven”, adviseert Jelte. „Door die stomme reclames lijkt alles mooi. Shampoo bijvoorbeeld. In folders lijkt het alsof je er heel mooi glanzend haar van krijgt, maar als je in de douche staat, prikt het nog steeds in je ogen.”
Koop liever iets wat goed is, dan iets wat goedkoop is, tipt Colinde. „Goede schoenen zijn vaak duur, maar je doet er langer mee dan met goedkope. Dus uiteindelijk ben je minder geld kwijt.”
De derde tip: spaar voor grote dingen. „Ik wil een goede camera kopen, dus daar ben ik voor aan het sparen”, vertelt Colinde. „Doordat ik een groot doel voor ogen heb, vind ik het makkelijker om geen kleine, nutteloze aankopen te doen.”
„Geef ook aan goede doelen. Het is je taak als christen om aan armen te geven”, is de vierde tip die vader Van Luijk geeft. „En wees tevreden. Rijkdom maakt niet gelukkig, tevredenheid wel.”