Hilde had het constant koud en viel meerdere keren per dag flauw. Haar hartslag en adem­haling gingen elke dag een beetje langzamer. Slapen durfde ze niet meer, omdat ze bang was niet meer wakker te worden. Toch dacht de anorexiapatiënt dat er nog wat kilo’s zouden afkunnen. Dat is nu drie jaar geleden.

De twintiger loopt inmiddels als ervaringsdeskundige stage bij de ggz-instelling Cuidate in Zwolle. Daar worden jongeren met eetproblemen behandeld. De studente social work aan het Windesheim in Zwolle kan als geen ander uitleggen hoe een obsessie voor eten ontstaat. „Mijn eetstoornis ging eigenlijk niet over eten”, ziet Hilde nu. „Het ging over controle hebben. Ieder mens heeft kwetsbaar­heden; je voelt je soms eenzaam, onzeker, of hebt te dealen met pijn uit het verleden. De meest gezonde reactie is de pijn te voelen en te accepteren. Maar je kunt ook weglopen voor je gevoelens en ze onderdrukken door je op iets anders te storten.”

Vlucht

De meeste mensen slagen er doorgaans prima in om te vluchten voor hun negatieve gevoelens en gaan hard werken, intensief sporten of scrollen op Instagram, zegt Hilde. „Maar sinds corona zijn al die manieren om jezelf te verdoven weggevallen. Daarvoor in de plaats komt een verstoord dagritme, meer tijd om te piekeren, minder sociale contacten en onzekerheid over hoe het verder moet. Je kwetsbaarheid komt aan het licht. Je kunt dan allerlei psychische problemen krijgen. En zeker als je een controlfreak bent, bestaat de kans dat je een eetstoornis krijgt of een al bestaande verergert.”

Hilde wijt het ontstaan van haar eetstoornis aan seksueel misbruik. „Dat trauma wilde ik niet voelen. Door mezelf eten te ontzeggen, werd de pijn van het misbruik overstemd. Ook kreeg ik weer controle over mijn lichaam. Ik voelde me sterk. Ik merkte dat ik kon doorgaan met afvallen als anderen stopten. Ik had niet veel om trots op te zijn, maar dit kon ik. Ik wérd mijn eetstoornis. Ergens snapte ik wel dat dit zelfverwoestende gedrag mijn probleem niet oploste, maar ik kon het ook niet loslaten.”

Onrust

In de ggz-kliniek waar ze stage loopt, ziet Hilde dat jongeren met eetproblemen zich eenzaam voelen, somber zijn en bovendien onrustig zijn omdat de wereld om hen heen niet stabiel is. Hilde: „De sfeer die er hangt is afstandelijker dan anders. Het voelt alsof we in de kliniek meer op afstand van elkaar leven. En dat is natuurlijk ook zo, zelfs letterlijk. Gesprekken voeren we op 1,5 meter afstand of via beeldbellen. Dat doet wat met je.”

Met Hilde gaat het, na een opname in een eetkliniek en een lang hersteltraject, inmiddels goed, zegt ze. Bang voor een terugval in haar oude eetgedrag is ze niet. „Als de coronacrisis twee jaar eerder was gekomen, was ik ook terug bij af geweest. Maar omdat ik al een tijd op de goede weg zit, is deze periode heilzaam voor me. Ik gebruik deze rustige tijd juist om alsnog te kijken naar de pijn uit het verleden. Dat maakt me sterker. In de coronatijd heb ik voor het eerst sinds jaren zomaar een chocolaatje gepakt. Gewoon, omdat ik er zin in had. Lunchen kan ik nu om één uur ’s middags, maar ook om twee uur, dat maakt me niet meer uit. Eetschema’s laat ik los. En als ik ergens anders eet, hoef ik niet meer per se te weten wat ik eet.”

Hoop

Hilde had nooit verwacht dat ze op een dag zo soepel zou omgaan met eten. „Dus voor iedereen die nu in de put zit: er is hoop. Jongeren die met zichzelf in de knoop zitten, zou ik willen aanraden om niet te streng te zijn voor zichzelf. Deze tijd brengt nu eenmaal onrust en stress met zich mee. Accepteer dat.”

Volgens Hilde kan het helpen om positieve gedachten te voeden. „Want wat je voedt, dat groeit. Mijn gedachten gingen vaak in een negatieve spiraal naar beneden. Daardoor voelde ik me slechter en dacht vervolgens nog ellendiger over mezelf. Het is beter positieve gedachten te voeden, bijvoorbeeld door je af te vragen wat deze tijd je kan brengen. Heb je tijd en zin om te schilderen? Doe het gewoon. Wil je iets leren? Volg die cursus. Verlies de hoop en het vertrouwen niet. Herstellen gaat in stapjes voor- en achteruit.”

Hoe corona voor eetproblemen zorgt

Sinds de coronacrisis krijgen steeds meer jongeren last van een eetstoornis. Ook zijn de problemen steeds heftiger, vertelden experts vorige maand in een uitzending van Nieuwsuur. „De groep die helemaal stopt met eten en drinken is tien tot vijftien keer zo groot als vorig jaar”, stelt Annemarie van Bellegem, kinderarts van het Amsterdam UMC.

Ook Nicole Blom, klinisch psycholoog in een van de grootste eetstoornisklinieken in Nederland, slaat in de uitzending alarm. „Bij de intake hoor je steeds: ”sinds corona”. Sinds corona ben ik angstiger. Sinds corona kan ik minder m’n routines uitoefenen. Sinds corona ben ik meer gaan focussen op eten.” Jongeren die binnenkomen bij de eetkliniek, zijn er inderdaad „veel slechter” aan toe dan anders, ziet ook jeugdpsychiater Nicole Becking. Volgens kinderarts Van Bellegem zijn eetproblemen een extreme manier om te dealen met spanning en emotie. En sinds corona neemt de spanning toe, terwijl de manieren om te ontspannen afnemen.

Bij De Vluchtheuvel zien behandelaars het aantal aanmeldingen van mensen met psychische problemen sinds maart „niet exploderen”, zegt teammanager Eelco Weerheim. „De psychische druk neemt op iedereen toe, maar veel gezinnen redden zich ondanks alles behoorlijk goed.” Het aantal patiënten dat zich met een eetstoornis bij de christelijke hulpverleningsinstantie meldt is „een fractie” toegenomen. Hulpverleners zien volgens Weerheim ook mensen die niet minder, maar juist meer zijn gaan eten. „Cliënten voelen zich, omdat ze zo veel missen, nog leger dan anders. Die leegte willen ze opvullen met eten.”

Maak jij je zorgen om je eigen eet- en drinkgedrag of dat van iemand anders? Kijk op stichtingkiem.nl 

 


Twee jaar geleden spraken we Hilde over het boek ”Over winnen” dat ze schreef over haar eetstoornis. Lees het artikel terug op puntuit.nl/hilde