Op de basisschool werd ze erg veel gepest. Een ook aan de middelbare school heeft ze geen leuke her­inneringen. Sinds Hilda rond haar vierde begon met stotteren, is ze altijd het mikpunt van spot geweest. „Ze aapten me na, scholden me uit en sloten me buiten. Stotterbek, noemden ze me bijvoorbeeld. Ik was daardoor altijd een heel onzeker meisje.”

Nog steeds heeft Hilda te maken met de nare gevolgen van haar spraak­probleem. „Ik volg al een tijdje de opleiding tot verzorgende IG, maar sinds kort doe ik dat op een nieuwe school. De school waar ik eerder op zat, vond dat ik vanwege mijn gestotter maar beter kon stoppen met de opleiding. Ook voelde ik me daar niet welkom tussen mijn klasgenoten.”

Wat de opleiding vooral moeilijk maakte voor Hilda, was het presenteren. Daar heeft ze een bloedhekel aan. „En voor verzorgende IG moeten we heel vaak presenteren in de klas.”

Toch heeft ze altijd haar beste beentje voor gezet. „Gelukkig zien ze dat op mijn nieuwe school wel en gaat het daardoor ook prima. Hoe meer ik het gevoel heb dat ik geaccepteerd word, hoe beter het praten gaat.”

Kindertijd
Hoe het komt dat Hilda als klein meisje is begonnen met stotteren, weet ze niet. „Waarschijnlijk heb ik vroeger iets meegemaakt, maar wat dat is weet ik niet. Het stotteren zit namelijk ook niet in mijn familie.”

Om Hilda te helpen met haar probleem stuurden haar ouders haar al jong naar een logopedist. „Ook heb ik veel andere therapieën gevolgd. Maar dat werkte voor mijn gevoel allemaal niet goed. Na een jaar of tien ben ik met logopedie gestopt. Vervolgens heb ik nog een keer, zonder veel resultaat, een heel intensieve therapie in Brabant gevolgd. En nu krijg ik sinds mei hulp van een stottertherapeut, Ilanda de Dood. Zij helpt mij heel erg. Ik voel me nu veel zekerder over mezelf dan bijvoorbeeld een jaar geleden. Ik vind het nog steeds vervelend dat ik stotter, maar ik weet nu dat het vooral aan de ander ligt als die kwetsend reageert.”

Zenuwachtig
Toch is haar gestotter nog niet voorbij. Met name in spannende situaties en onder stress speelt het probleem haar nog danig parten. Zo zijn spreken voor publiek en het voeren van telefoon­gesprekken niet haar favoriete bezigheden. Ook sollicitatiegesprekken vindt ze verschrikkelijk. „Dan ben ik echt enorm zenuwachtig. En juist als ik nerveus ben, ga ik meer stotteren.”

Ondanks dat heeft ze besloten om dit interview telefonisch te doen. Ook hield ze gisteravond een presentatie voor een groepje mensen in het net opgerichte ”stottercafé” in Alkmaar. „Ook al ben ik zenuwachtig, vind ik het ook leuk om te doen. Ik onderneem graag nieuwe dingen. En ik wil dat er meer begrip komt voor stotteraars.”

Ongeduld
Veel mensen reageren vaak onhandig op stotteraars, is Hilda’s ervaring. „Dan maken ze bijvoorbeeld ongevraagd je zin af. Maar dat moet je bij mij echt niet doen, dat vind ik heel irritant. Het voelt alsof ze dan geen tijd voor me hebben, geen geduld om te wachten tot ik alle woorden heb kunnen uitspreken. Als ik mijn telefoon opneem, zeggen mensen soms tegen mij: „Zeg het maar hoor, zeg het maar.” Daar word ik nog veel zenuwachtiger van, waardoor ik steeds erger ga stotteren.”

Soms vragen mensen het aan haar: Als je er niet uitkomt, kunnen we dan je zin voor je afmaken? „Dat vind ik wel prettig”, zegt Hilda.
Het steekt de Friese dat stotteraars vaak belachelijk worden gemaakt. „Wij hebben ook gevoelens”, zegt ze verontwaardigd. „Juist omdat we door ons gestotter zo kwetsbaar zijn, is het niet moeilijk om ons pijn te doen. Mensen die mij vroeger hebben gepest, weten echt niet wat het is om te stotteren en hoe buitengesloten ik me daardoor gevoeld heb.”

Het andere uiterste is dat mensen stotteraars soms zielig vinden. Dat wil Hilda ook niet. „Zo erg is stotteren nu ook weer niet. Iedereen heeft wel iets. Mensen moeten ons gewoon respecteren, dat is alles. Een stotteraar stottert nu eenmaal, daar moet je wat langer geduld mee hebben dan met iemand die slecht ter been is.”


 

Wereldstotterdag

Gisteren was het Wereldstotterdag. In diverse stotter­cafés in het land werd er aandacht geschonken aan het onderwerp. Stottercafés zijn opgericht als ontmoetingsplek voor mensen die over dit onderwerp willen praten.

Hilda Bloemhof was de afgelopen weken betrokken bij de oprichting van een stottercafé in Alkmaar.

Nederland telt ongeveer 175.000 stotteraars.