Paradigma’s
Bij wetenschap gaat het om het leveren van bewijs en het weerleggen daarvan. De ongeschreven afspraak is, dat een feit een feit is, zolang het tegendeel niet is bewezen. Het geheel van feiten samen vormt het denkraam, of paradigma. Het meest geaccepteerde klimaatparadigma behelst dat de mens verantwoordelijk is voor klimaatverandering. Als hij deze kan veroorzaken, kan hij deze dus ook terugdraaien. Veel klimaatwetenschappers hanteren dit paradigma. Zij zijn ervan overtuigd dat het de verkeerde kant op gaat met het klimaat, de aarde en de mens. Dit paradigma is al heel oud - Alexander Von Humboldt hanteerde dit als eerste begin 19e eeuw. Aanhangers van dit paradigma staan lijnrecht tegenover 'klimaatsceptici'. Deze, eveneens integere wetenschappers, doen niets anders dan volgens de regels van de wetenschap de feiten van hun tegenpartij weerleggen. Het enige wat hen drijft, is hun wetenschappelijke intentie van waarheidsvinding. Deze wetenschappers gaat ervan uit dat de invloed van de mens verwaarloosbaar is, en dat klimaatverandering een natuurlijk proces is wat al de hele geschiedenis van de aarde voorkomt. De subjectieve term ‘klimaatsceptici’ is trouwens discutabel: is het niet de grondhouding van een wetenschapper kritisch te staan tegenover het werk van anderen? Bovendien: is het gezien de ouderdom van het klimaatparadigma van Von Humboldt niet gewoon tijd voor een nieuw paradigma?
Tijd en ruimte
Een belangrijk wetenschappelijk principe bij de bestudering van het functioneren van de aarde, is dat een verschijnsel een relatie heeft in tijd en ruimte. Hoe groter het verschijnsel in de tijd, hoe groter het gebied wat aan die verandering onderhevig is. Het klimaat als geofactor heeft invloed alle onderliggende sferen zoals gesteentevorming en flora en fauna. Een veelgemaakte fout in de discussie over klimaatverandering, is het gebruik van verschillende tijdschalen. Biologen hanteren andere tijdschalen dan bijvoorbeeld paleo-oceanografen. De ene spreekt over een snelle verandering binnen enkele decennia, de andere over een periode van honderdduizenden jaren. Langzame, externe veranderingen (zoals variaties in zonne-energie) hebben evengoed invloed als plotselinge aardse verschijnselen zoals vulkaanuitbarstingen. Een voorbeeld. Sommigen nemen het aantal ijsberen als graadmeter voor ‘global warming’. Tussen 1995 en 2006 daalde hun aantal van ongeveer 30 tot ongeveer 25 duizend. Dramatisch? Valt mee, want in 1965 waren 10 duizend. Kortom, het patroon van klimaatverandering is een zaagtandgrafiek. Over de hele lijn is er geen verschil. Maar wil je een stijging of daling bewijzen, dan is inzoomen op een detail genoeg.
Regelmechanismen
Het klimaat is, na de kosmos, de belangrijkste invloedsfeer op aarde. Daarmee heeft het oneindig meer invloed op menselijk gedrag dan omgekeerd. De rol van de mens in klimaatverandering wordt meestal gezocht in het feit dat de mens door fossiele brandstoffen te verbranden, meer koolstofdioxide in de troposfeer brengt. Hier zou dan de verhoogde hoeveelheid koolstofdioxide zorgen voor een verhoging van de temperatuur in de gehele atmosfeer. De mens zou op deze manier de aardse temperatuur kunnen regelen zoals hij aan een thermostaat draait. Dat is wat al te simpel gedacht. Sowieso is de relatie tussen koolstofdioxidetoename en temperatuurstijging onzeker. Beiden stijgen ze. Maar het is niet automatisch zo dat parallelle ontwikkelingen een causaal verband hebben. Ook het methaangehalte in de troposfeer stijgt. Methaan heeft een veel groter vermogen tot warmtebuffering dan koolstofdioxide. Tot slot is het onduidelijk of het mondiale klimaat via een positieve of negatieve terugkoppeling reageert op de toename van broeikasgassen.
De rol van religie
Christenen mengen zich actief in het klimaatdebat. Centrale vraag daar bij is: welk standpunt moet je als christen innemen? Een christen gelooft dat God alles bestuurt. Toch gaf Hij ons ook het rentmeesterschap. Wat is de juiste verhouding daartussen? Heb je als christen een grotere verantwoordelijkheid voor het klimaat dan een niet-gelovige? Is christen-zijn de enige overtuiging die zegt voorbeeldig te (moeten) leven? En is dat voorbeeldgedrag dan echt fundamenteel anders dan van niet-christenen? Is het voor christenen misschien niet beter zich buiten het klimaatdebat te houden? In het verleden hebben christenen ook rake uitspraken gedaan met een beroep op de Bijbel. Meestal volgden ze daarbij echter het overheersende paradigma in plaats van het Woord. De deugden waar christenen zich mee mogen onderscheiden, komen in het klimaatdebat helemaal niet aan de orde. Een christen past terughoudendheid. Laten christenen in hun persoonlijk leven gewoon een bijdrage leveren aan een eerlijke wereld, in het besef te zijn geschapen voor de eeuwigheid. En verwachtingsvol uitzien naar de volmaakte wereld.
Dit artikel is geschreven door een 5 vwo-klas van CSG Prins Maurits. Bijdrage van Andrea van Eck, Anne-Lieke Grinwis, Arjo Nelis, Eike Abbo, Emma Moyses, Hanna van den Boogert, Ine Grootenboer, Jaco Grinwis, Madeleine van den Berge, Martijn van Alphen, Mathieu van Spronsen, Nienke Biemond en Olivier Gerrits.