Mensen met de stoornis zijn snel afgeleid en vertonen impulsief en hyperactief gedrag. Een op de twintig kinderen heeft er last van, twee derde van hen houdt symptomen in het volwassen leven.

De onderzoekers kwamen de verschillen in hersenvolume op het spoor door 23 eerdere onderzoeken naast elkaar te leggen, waardoor er een grote, internationale onderzoekspopulatie ontstond. Ze benadrukken dat de verschillen heel klein zijn. De verschillen waren het duidelijkst zichtbaar bij kinderen en minder groot bij volwassenen.

Hoofdonderzoeker Martine Hoogman van het Radboudumc zegt in Trouw: „Ik hoop vooral dat het onderzoek wat stigma’s wegneemt. (..) ADHD is méér dan ‘gewoon een moeilijk kind’.”

Overigens betekent het feit dat bepaalde hersendelen kleiner zijn niet dat mensen met ADHD minder slim zijn.