Ze zijn nog aan het acclimatiseren. In Zuid-Afrika was het winter toen ze vertrokken en moesten ze zelfs een keer de ruiten krabben. Terug op Hollandse bodem genieten ze van de zomerzon en van –„eindelijk weer”– smaakjesthee en paprikachips. „We kunnen weer een douche nemen zonder ons af te vragen of het water warm of koud zal zijn”, lacht Hanna. Maar voor de rest mist ze Zuid-Afrika vooral – zeker de kinderen uit Goeie Hoop. Het ging om kinderen die misbruikt, verwaarloosd, mishandeld of achtergelaten zijn, en aan wie Goeie Hoop een thuis biedt.
Behalve de zorg voor de kinderen in Goeie Hoop hielden Hanna en Harm-Jan elke twee weken een Bijbelclub voor zo’n honderd kinderen in de krottenwijk. Zo leerden ze de kinderen de Tien Geboden aan met gebaren. „Die kennen ze nu helemaal.” De liederen, het Bijbelverhaal en het werkje, de spelletjes én de lolly na afloop waren altijd weer een feest. „Als we aan kwamen rijden, renden ze met z’n allen op de auto af”, vertelt Hanna. „Sommige kinderen stonden al de hele dag te wachten.” Harm-Jan: „Als je de glimlach op die gezichtjes ziet… Alleen daarom zou je het al doen.”
Hartseer
Het vraagt volgens Hanna en Harm-Jan best veel geduld van de vrijwilligers om met de kinderen om te gaan. „Het is vervelend als ze niet naar je luisteren, maar wel goed om te beseffen dat hun verleden daarin meespeelt. Daarom moet je duidelijk zijn, maar ook laten merken dat je liefde wilt geven.” Hanna: „Als ik de kinderen naar bed bracht, baden we altijd voor hun ouders – wat ze ook gedaan hadden.”
„Het moment deed pijn in je hart. Hartseer, noemen ze dat op z’n Afrikaans.”
Heftige momenten waren er ook. Hanna vertelt over een moeder die het ontzettend moeilijk vond dat haar kind bij Goeie Hoop werd geplaatst. „Ze wilde het weer mee-nemen naar huis, maar dat kon niet. Uiteindelijk hebben we de moeder en haar kind uit elkaar moeten trekken. Dat is heel heftig en onnatuurlijk om te doen. De moeder bleef hysterisch, maar toen ik met haar had gebeden, werd ze rustig. Heel bijzonder om zo steeds weer te merken dat God werkt. Een dag later belde de moeder om te bedanken. Dat was ook een mooi moment, maar doet tegelijk pijn in je hart. Hartseer, noemen ze dat op z’n Afrikaans.”
Energie
Voor Harm-Jan was het de blijdschap van de kinderen die de maanden in Goeie Hoop zo mooi maakte. „Je ziet waarvoor je het doet. De kinderen komen binnen uit een ellendige situatie. Eerst liggen ze huilend op bed, maar als ze er wat langer zijn beginnen ze te spelen.” Hanna: „Dat geeft energie om door te gaan. We hebben de kinderen laten zien dat er mensen zijn die van hen houden. Zo kun je echt van betekenis voor hen zijn.”
Moeilijk was dat het niet lukte om vervanging te regelen voor een van de Bijbelclubs. Dat zou betekenen dat die na het vertrek van Hanna en Harm-Jan zou stoppen. „Ik begreep Gods wil daarin niet”, vertelt Hanna. „We hadden veel gebeden voor een oplossing en via een Facebookbericht aan mensen in Nederland gevraagd om gebed. Vlak voor de laatste middag waarop wij moesten vertellen dat er de komende maanden geen club meer zou zijn, ontmoetten we vier meiden uit de krottenwijk zelf die de leiding wilden overnemen. Heel bijzonder hoe er een weg kwam toen wij geen weg meer zagen!”
Dit is het eerste deel in de serie ”Op reis”. In deze serie interviewen we mensen die letterlijk of figuurlijk op reis zijn. Zo vragen we naar hun motivatie om te reizen of wat ze ervan geleerd hebben, maar ook wat ze in hun persoonlijke levensreis hebben meegemaakt en wat het doel is van hun leven.