Het gedicht :
17 juli 2014
De dag staat in mijn geheugen gegrift als een inktzwarte dag.
De dag dat ik voor het eerst echt besefte dat terrorisme heel dicht bij kan komen.
Ik zie de beelden nog voor mij,
stukken vliegtuig bezaaid over de grond in grote getalen
dode lichamen, bezittingen, knuffels en nog veel meer.
Verschrikkelijk gewoon!
Ik kan er alleen maar naar raden hoe erg dit is voor nabestaanden.
Toen ik de rouwstoet zag,
de langste ooit,
kreeg en krijg ik nog steeds kippenvel…
Hoe erg moet het zijn als je het bericht krijgt dat je zoon of dochter, moeder, familielid is neergeschoten door een stel onbenullen.
Het was geen ongeluk, het was opzet.
Wie kon er ooit vermoeden,
dat ergens men met zoveel haat
zoveel mensenlevens kon verwoesten?
Een gruwelijke oorlogsdaad!
Stilte…
Geen woorden kunnen vinden,
om te beschrijven
wat de nabestaanden ondervinden
De wonden zullen langzamerhand genezen,
maar nooit zal het meer hetzelfde zijn.
Niemand vult de leegte.
Je blijft voor altijd in mijn gedachten.
We moeten vechten voor onze vrijheid!
Overwin het kwade door het goede.
Door stil te staan bij deze dag,
zijn wij de nabestaanden tot steun.
Twee jaar geleden.
Nu herdenken en gedenken wij de slachtoffers van de ramp,
en bidden wij voor kracht en moed voor hen die achterbleven.