In het project trokken het Calvijn College en dertig reformatorische basisscholen samen op om in het vak Engels de achterstand aan te pakken waarmee veel reformatorische scholieren kampten bij de overgang van de basisschool naar de brugklas.

Met een feestelijke bijeenkomst in een zaal van de Petrakerk in Kapelle werd er vorige week dinsdag een punt gezet achter het project. Met Engels Hogerop startte in 2010 om reformatorische schooljeugd in Zeeland op jongere leeftijd vertrouwd te maken met het Engels. Op alle reformatorische basisscholen in Zeeland krijgen de kinderen nu vanaf groep 1 Engelse les. Daardoor zijn ze in groep 8 goed toegerust om het jaar daarop op het Calvijn College Engels te volgen.

Marja de Wolf, mede-touwtrekker van het project, zegt desgevraagd dat de taalachterstand van weleer goed te begrijpen is. „Reformatorische kinderen komen minder vaak dan andere kinderen in aanraking met de Engelse taal.”

Directeur T. de Waard van de Rehobothschool in Stavenisse zegt dat veel leerkrachten van nu daar als middelbare scholier zelfs een trauma aan hebben overgehouden. „Je zat in de klas en begreep niets van wat er werd onderwezen. Je kon niet aansluiten bij het niveau dat van je werd verwacht. Velen vonden Engels om die reden een heel vervelend vak, en dat gevoel werd nog versterkt door het gebrek aan begrip daarvoor. Je hoorde in het dagelijks leven nu eenmaal minder Engels om je heen vanwege de terughoudendheid in de eigen kring tegenover moderne media waarin het Engels gemeengoed was.”

Dankzij het project Met Engels Hogerop gaan kinderen nu met voldoende bagage naar de middelbare school. De Waard: „Ze kunnen goed meekomen, zijn daardoor enthousiast en dan gaat het leren vanzelf makkelijker.” De Wolf: „Bijna 95 procent van de leerkrachten volgde een basistraining Engels. Er zijn nu in Zeeland refobasisscholen die vroeger zeer laag scoorden en die dankzij dit initiatief nu zelfs boven het landelijk gemiddelde zitten.”

Locatiedirecteur G. A. Terlouw van het Calvijn College in Middelburg zinspeelde op de noodzaak het werk voort te zetten. „Uit cijfers blijkt dat vmbo-leerlingen wat minder hebben geprofiteerd van dit project. Dat is een aandachtspunt. Bovendien zien we dat de algehele stijgende lijn die het project opleverde de laatste tijd een tikkeltje afvlakt, maar dat komt waarschijnlijk doordat de gewone scholen waar kinderen al een voorsprong hadden óók doorontwikkelen. Het betekent dat we niet op onze lauweren mogen rusten. Daar is geen tijd voor.”