Het is druk in de slagerij. Veel klanten bestellen barbecueschotels. „Dit zomerweer is perfect om mee te beginnen”, zegt Emma. „De klanten testen ons. Aan ons de eer om mooie schotels op tijd te leveren. We maken lange dagen, maar betere reclame is er niet.”
Veel sneller dan gepland kregen Emma en Gertjan hun eigen slagerij. Met de vorige eigenaar hadden ze afgesproken eerst een jaar mee te draaien. Maar na een halfjaar wilde hij de overname bespreken. „Hij zag dat we het konden en voor hem werd het werk te zwaar”, aldus Gertjan.
Trouwen
Emma: „In januari slikten we wel een paar keer. In een maand of vier moesten we alles regelen.” Gertjan: „Over een maand trouwen we. Ons huis in Bennekom wordt verbouwd. En dan hebben we nog een zaak. Bij elkaar is dat best veel. Maar zo’n aanbod krijg je niet snel weer. Met hulp van onze ouders en vrienden lukt het.”
De twee ondernemers kenden elkaar van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn. In Wageningen, waar destijds de slagersvakopleiding nog was gevestigd, zagen ze elkaar opnieuw en sloeg de vonk over.
„Het is gaaf om samen een zaak te hebben”, zegt Emma. Gertjan: „Het is wel omschakelen van de rol van werknemer naar die vanwerkgever. Nu moeten we zelf de bestellingen regelen en beslissingen nemen.”
De winkel is Emma’s eerste zorg, Gertjan is verantwoordelijk voor de producten. Samen doen ze de administratie. „De taken zijn verdeeld naar onze interesses en waar we goed in zijn”, legt Gertjan uit. „Daarom passen we zo goed bij elkaar. We houden elkaar ook scherp als een van ons ’s avonds geen zin meer heeft in de boekhouding. Die moeten we dan toch even doen.”
„In de categorie ondernemers zijn Gertjan en Emma de allerjongsten in het slagersvak”, zegt Vera de Jonge van de branchevereniging Koninklijke Nederlandse Slagers. „De gemiddelde leeftijd ligt boven de 50, dan vallen 20 en 21 wel op.” Toch hebben de twee oud-vmbo-leerlingen van de Fruytier ervaring met vlees. Beiden hadden een zaterdagbaantje in een slagerij.
Brood
Gertjan werkte bij een slager in Otterlo. „Daar heb ik onder meer geleerd worst te maken. Door ziekte kreeg ik steeds meer verantwoordelijkheid. Dat vond ik zo leuk dat ik de slagersvakopleiding ben gaan doen. De sportopleiding die ik volgde, heb ik afgebroken. In een sportbaan zou ik veel ‘s avonds moeten werken, dat zag ik bij nader inzien niet zo zitten.”
Emma’s eerste keuze was de bakkersschool in Wageningen. „Met eten had ik altijd al iets. Koken, bakken, ik geniet ervan. Brood was me echter te eentonig. Er zijn heel wat soorten brood, maar het is toch veel van hetzelfde. Met vlees is dat anders. Van een stuk filet kun je niet alleen filetlapjes snijden, je kunt er ook een rollade van maken, of vleeswaren voor beleg.”
Emma werkte op zaterdagen in een slagerij in Bennekom en koos alsnog voor het slagersvak. Dat ze daarvoor talent heeft, bewees ze vorig jaar: ze was een van de winnaars van de landelijke wedstrijd ”Van slager tot chef”. „De creativiteit in de slagerij spreekt me aan, ook in de presentatie van het vlees in de winkel. Ik houd van kleurrijk: verschillende marinades bijvoorbeeld. Zeker in het barbecueseizoen kun je alle kanten op en variëren in de kleuren vlees op de spiesen, met groente of fruit ertussen.”