Ze is blij met haar opvoeding als het gaat om uiterlijke dingen. „Maar ik vind het jammer dat er niet gepraat kan worden over wezenlijke zaken.”
Dat er in haar omgeving weinig over geloof gesproken wordt, komt volgens Gerline mede door de cultuur waarin ze opgroeit. „Een dorpje waar veel op je wordt gelet. Iedereen weet alles van elkaar. Het wordt al snel als evangelisch gezien als je over geloofszaken praat. Buitenkant is belangrijk. Ik heb er moeite mee dat mensen met de stroom meegaan naar de kerk, maar dat er met hen geen gesprek over geloof te voeren is. Dan komt het te dichtbij. Dat kan mij benauwen, omdat ik in een reformatorische omgeving woon én werk. Het lijkt wel of de een het nog beter weet dan de ander. Het is belangrijk welke dominee er fijn is en welke niet, maar je hoeft niet aan je collega of zusje te vragen: „Wat betekent de Heere Jezus voor jou?” Ik denk dat het veel onderlinge verbondenheid geeft als er wel met elkaar gesproken werd over wat er binnen in je hart leeft.”
„Als jongere zou je je vrij moeten voelen om met vragen naar de dominee, de kerkenraad of een gemeentelid te gaan”, meent Gerline. „Ik ervaar een drempel en ben bang om iets verkeerds te zeggen. Als ik zou vragen: „Hoe moet ik de Heere Jezus aannemen?” zouden ze zeggen: „Dat moet je zo niet zeggen. De Heere aannemen, dat kan niemand.” De angst is groot dat je te snel denkt dat je bekeerd bent. Men heeft liever dat je zo voorzichtig mogelijk bent.” Even is Gerline stil. Dan zegt ze met overtuiging: „Het geloof is voor mij de basis waaruit ik wil leven, maar het geeft mij ook veel onzekerheid, twijfels en vragen.”
Die twijfels wijt Gerline deels aan haar karakter, maar ook aan de verschillen die ze ziet tussen het milieu waarin ze opgroeit en daarbuiten. Vriendinnen, en haar vriend, benadrukken „de rijkdom van Christus” meer dan ze is gewend. Het voedt Gerlines twijfel. „Ik mis in mijn omgeving de ruimte om tot Christus te gaan. Vrije toegang. Pure genade. Als je vol zou zijn van de Heere, dan zeggen mensen tegen je: „Wacht even, heb je dit of dat wel? Het kan zomaar niet. Er moet wat aan je ziel gebeuren.” Dat is niet per se onwaar, maar het zorgt er wel voor dat jongeren –of ik in ieder geval– blijven twijfelen.”
Geloofszekerheid
Gerline verlangt naar geloofszekerheid. „Het zou mij veel rust geven. Ik denk ook dat ik dan meer gericht zou kunnen leven tot eer van God. Nu ben ik te druk met vragen als: Wie is de Heere Jezus? Wie wil Hij voor zondaren zijn? Is Hij er voor iedereen of alleen voor mensen die genoeg zondekennis hebben? Ik probeer geloofszekerheid het meest te zoeken in bidden en Bijbellezen”, vertelt Gerline. „Ik herken me in de vader van de maanzieke knaap uit Markus 9. Hij zegt tegen de Heere Jezus: „Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.” Die tekst heeft mij heel veel gedaan. Soms kan ik ineens weer denken: „Zo gemakkelijk mag ik het niet zien. Je hebt het zelf bedacht dat dit je gebed is.” Op andere momenten ervaar ik dat ik, op het moment dat ik deze tekst bid, in contact ben met de Heere.”
Moeilijk moment
Ondanks al haar twijfels put Gerline er troost uit te weten dat de Heere altijd aanwezig is in haar leven. „Dat ervaar ik heel sterk. Waar ik ook ben of als ik dingen moeilijk vind, de Heere is erbij. Maar ik vind het wel lastig om te zeggen dat de Heere Jezus mijn Zaligmaker is. Op sommige momenten denk ik van wel. Bij het avondmaal legt de dominee bij de laatste tafel vaak een indringende nodiging neer. Dat vind ik steeds opnieuw een moeilijk moment. Dan denk ik: „Ja, ik heb Hem lief, maar ik durf niet op te staan.” Maar als ik naar mijzelf kijk, naar de dingen die ik zeg, doe of denk, kan ik twijfelen. Andere mensen zeggen weleens dat je je karakter houdt als je tot geloof komt, maar op zo’n moment lijken mijn karakter en het geloof onmogelijk samen te kunnen gaan.”
Gerline heet in werkelijkheid anders.
Geloofstwijfel
Onderzoek van Alpha Nederland en BEAM onder 875 christelijke jongeren wees onlangs uit dat ze zich vaak geen raad weten met geloofstwijfel. Dit is het verhaal van een twijfelaar.
Beste Gerline,
Heel mooi dat je loopt met deze vragen over hoe je zekerheid kunt krijgen.
Je twijfelt niet aan de waarheid van Christus en Zijn werk. Maar je twijfelt of dit ook voor jou is. Luther zegt in zijn verklaring van de Galatenbrief dat de sterkste gelovigen dat de moeilijkste vraag vinden. Ook de gelovigen in de psalmen worstelen met die vraag.
De zekerheid blijft hier op aarde een bestreden, aangevochten zekerheid. Telkens heeft die vernieuwing en verdieping nodig. Die verkrijg je middellijk, door de bediening van het Woord en de sacramenten.
Ds. D. Heemskerk, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Ouderkerk aan den IJssel