Het was ergens in de winter dat de moeder van het gezin op het punt stond te bevallen van haar vierde kind. Na drie dochters had ze vurig om een zoon gebeden. Dit keer zou het eindelijk zover zijn, ze wist het zeker.
Maar toen het kind geboren werd, was het opnieuw een meisje. De tranen biggelden over haar wangen. Een tante wist echter raad. „Laten we haar jongenskleertjes aantrekken en kijken of het staat”, zei ze tegen de radeloze moeder.
Als de baby een jongen zou worden, zou de omgeving anders tegen het gezin aankijken. Er zou niet worden geroddeld dat de familie ongeluk bracht met vier dochters. Jongens zetten tenminste de familielijn voort. Meiden zijn slechts handelswaar, goed genoeg om aan een andere familie te worden verkocht.
„Daarom wilde ze dat ik een jongen werd”, legt Fahim uit, die haar geboorteverhaal maar al te graag vertelt, maar haar meisjesnaam liever achterwege laat om de simpele reden dat ze zich „geen meisje voelt.” Haar echte naam werd omgedoopt tot Fahim, en zo werd de baby als eerste mannelijke telg van de familie trots aan het dorp gepresenteerd.
Nu, veertien jaar later, ziet Fahim eruit als een lange, knappe jongen. Ze heeft een stoere uitstraling en kortgeknipt, zwart haar. Met een opvallend, gekleurd shawltje om haar nek en een kort leren jack aan lijkt ze op een normale Afghaanse tiener. Afkomstig uit de provincie, dat dan weer wel.