„Een krankzinnig voorstel van mijn leermeester Jos van der Kooy.” Waarom? „Omdat het veel tijd vergt. Ik had alleen ”Ein feste Burg” ingestudeerd. De andere zes moest ik dus nog. Je kunt makkelijkere dingen bedenken.”
Bogerd, masterstudent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, heeft wel wat met Reger. „Vorig jaar speelde ik in de Westerkerk al de vier fantasieën en fuga’s. Dit is een logisch vervolg. En in juni wil ik in de Bavo in Haarlem twee grote werken van Reger opnemen. Behalve ”Ein feste Burg” ook de Symphonische Fantasie en Fuga opus 57, ook wel ”inferno” genoemd. Dat laatste omdat het het meest krankzinnige stuk is dat Reger ooit schreef.”
Een grote fantasie als ”Wachet auf” kost Bogerd twee weken om in te studeren. „Dan ben je op 90 procent. Voor de laatste 10 procent heb je een halfjaar nodig. Dan gaat het om de interpretatie.”
Ook het uitzoeken van de registraties kost de nodige tijd. „Bij de uitvoering is het met name voor de registranten heftig. ”Wat hem zo trekt in deze muziek? „Het zijn eigenlijk symfonische gedichten. Echte Duitse orgelmuziek, met aandacht voor het koraal. De manier waarop Reger een koraal als ”Wachet auf” verwerkt, van hard tot heel zacht: de muziek klopt precies met de tekst.”
Tijdens de concerten speelt Bogerd eerst werken van Bach, daarna volgt een fantasie van Reger. Waarom? „Persoonlijk kan ik Reger niet los zien van Bach. De polyfonie, het gebruik van vaste vormen, het triospel: dat komt bij de Thomascantor vandaan. Bepaalde dingen lijkt hij gewoon gekopieerd te hebben. Reger is laatbarok in een hyperromantisch jasje.”
De concertreeks strekt zich uit over een aantal maanden. Op 14 oktober vindt de zevende en laatste bespeling plaats. Bogerd heeft er zin in. „Ongelooflijk veel. Ik kan niet wachten.”
Componist Max Reger (1873-1916) overleed dit jaar honderd jaar geleden.