Op 9 september 2016 veranderde het leven van Rick van Verseveld uit Renswoude ingrijpend. Het was de dag na zijn 21e verjaardag. Hij was bij een vriend in Barneveld om het te vieren. Plotseling voelde hij een ondraaglijk stekende pijn in zijn nek en hoofd. „Ik zei dat ik naar huis moest, en zonder mijn tas of mobiel mee te nemen, ben ik gegaan. In de auto moest ik overgeven, maar toch ben ik weggereden.”

Vanaf dat moment wordt het zwart voor zijn ogen. Op de provinciale weg tussen Barneveld en zijn woonplaats Renswoude schampt hij de enige tegenligger in de buurt, waardoor zijn auto afremt. De auto komt met zo’n 30 kilometer per uur tot stilstand tegen een boom. „De wijkagent zei later dat ik in een onmogelijke houding in de auto lag, waardoor ik geen letsel heb opgelopen. Het is een wonder dat het niet slechter met me is afgelopen.”

Hij wordt door de ambulance met spoed naar het Utrechts Medisch Centrum (UMC) gebracht. De artsen komen er al snel achter dat Rick een hersenbloeding heeft gehad. De zwakke plek in zijn hersenen blijkt het gevolg van een aangeboren afwijking.

Commissievergadering

Zes weken na de hersenbloeding gaat hij onder het mes. De risicovolle operatie duurt zeven uur. De artsen maken een luikje in zijn schedel om de zwakke plek in zijn hersenen te herstellen. Het risico is groot. Drie millimeter ernaast zit het hersendeel dat de rechterkant van zijn lichaam aanstuurt. Een verkeerde beweging van de chirurg kan hem aan die kant van zijn lichaam verlamd maken. Maar het gaat goed. Als Rick ontwaakt uit de narcose ligt hij aan infusen, heeft hij een katheter en is zijn hoofd ingezwachteld.

Dan begint misschien wel het moeilijkste deel van het verhaal; het herstel. Rick is van jongs af aan een ambitieuze jongen. Naast zijn studie politicologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen zit hij in talloze clubjes en commissies, naar eigen zeggen zo’n twintig. Al voor de hersenbloeding leidde dat tot flinke burn-outklachten. „Ik had een groot verantwoordelijkheidsgevoel en was een enorme controlfreak.”

In het ziekenhuis valt het hem zwaar dat hij alles naast zich neer moet leggen en zich volledig moet wijden aan zijn herstel. Terwijl hij verzwakt in zijn ziekenhuisbed ligt, wil Rick het liefst zo snel mogelijk weg. Omdat hij versuft is door de morfine, leidt dit soms tot bizarre situaties. „Zo heb ik een verpleegkundige een keer uitgescholden en gezegd dat ik naar een commissievergadering toe moest. Ik was mezelf niet op dat moment.”

Dankzegging

Tegelijkertijd begint er iets te veranderen in hem. Tot die tijd speelt God eigenlijk nauwelijks een rol in zijn leven. Rick gaat naar de kerk en bidt weleens, maar vooral als het hem uitkomt. Na gesprekken met een vriend komt daar verandering in. In het ziekenhuisbed heeft hij alle tijd om te bidden en te danken, ook voor de kleine dingen in het leven. En dat doet het lid van de evangeliegemeente De Regenboog in Veenendaal dan ook.

Rick mag al na een week naar huis. Wel verwachten de artsen dat hij één tot twee dagen per week naar het ziekenhuis komt om aan zijn herstel te werken. Door de hersenbloeding is zijn kortetermijngeheugen een gatenkaas. Ook kan hij gesprekken soms nauwelijks volgen en is hij snel moe.

Hoewel dat hem soms frustreert, leert hij in die tijd de touwtjes van zijn leven steeds meer uit handen te geven. „Bijna elke dag zag ik in kleine dingen dat God bij me was en voor mij zorgde.”

Twee maanden geleden wees medisch onderzoek uit dat Rick voor ruim 90 procent is hersteld. Meer zal het waarschijnlijk niet worden. Dat betekent dat hij nog altijd snel moe is en zijn kortetermijngeheugen hem soms in de steek laat. Erg vindt hij dat niet. „Ik hoef niet voor meer dan voor 90 procent te herstellen. Ik vergelijk het met Jakob, die tijdens de worsteling met God mank raakte. Daardoor bleef hij zich altijd herinneren dat hij niets uit eigen kracht kon, maar alleen vanuit Gods kracht. Dat geldt ook voor mij.”

De hersenbloeding en de periode daarna had hij niet willen missen. Hij probeert nu meer te leven zoals God dat van hem wil. „Dat maakt mij een ander mens.”