Het is de tweede officiële buurtwacht die Edith gisteravond liep als lid van het Preventieteam Indische Buurt. De tien man sterke groep probeert inbrekers in de kladden te grijpen, overlast van jongeren in te dammen en illegale vuilstort tegen te gaan.
„O, is het bijzonder als je dit als meisje doet?” vraagt Edith verbaasd. „Ik vind het gewoon leuk. Je weet van tevoren niet wat er gaat gebeuren. Dat maakt dit werk uitdagend.” De derdejaarsstudent verpleegkunde aan het Hoornbeeck College in Amersfoort wil later dolgraag op een ambulance rijden. „Pas ben ik een keer meegereden. Dat gaf een kick. Er gebeuren onverwachte dingen. Daar houd ik van.”
Gezellig babbelend met twee collega-vrijwilligers gaat ze vanaf de Javalaan rechtsaf de Ambonlaan op. Ede-West is een multiculturele buurt, bevolkt door een mengelmoesje van mensen van Indische, Marokkaanse, Turkse maar vooral Nederlandse komaf. „Een beetje een vervallen wijk”, meent Edith.
Schelden
Voorheen waren daar veel woninginbraken en gaven jongeren overlast. „Doordat de wijk is opgeknapt en wij er surveilleren, is het hier nu veiliger”, meent Stephan Rou (32). Hij is beveiliger voor de kost. Ruim twee jaar geleden nam hij het initiatief voor het preventieteam. „Ik wilde mijn gezin veiligheid bieden, en op deze manier kan ik nog wat doen voor buurtbewoners.”
Niet iedereen kan de nieuwe autoriteit –die samenwerkt met gemeente, politie en woningbouworganisaties– waarderen. Een auto geeft extra gas bij het passeren. Een jongen in de basisschoolleeftijd roept een lelijk woord als hij voorbijfietst. De buurtwachten halen er hun schouders over op. „Ik ben niet bang om uitgescholden te worden. Het klinkt misschien gek, maar ik ben het wel gewend. Ik werk met mensen die dementerend zijn en die schelden ook”, legt Edith uit.
Langzaam, bijna slenterend lopen de surveillanten door de wijk. Werken doen ze met hun ogen. Zijn alle auto’s op slot? Alle voordeuren vergrendeld? Loopt er niemand op het pleintje? Is het slot van de speeltuin nog intact? Agenten waarderen de extra ogen en oren in de wijk, zo blijkt wanneer de politiemensen in een passerende surveillancewagen joviaal hun hand op steken.
Drugsdeal
Edith viel meteen met haar neus in de boter tijdens eerste dienst. „Ik heb waarschijnlijk een drugsdeal gezien. We liepen een donker pleintje op. Ik zag twee, nee, drie jongens bij een trailer staan. Toen ze ons zagen, renden ze weg. Even later zagen we hen in een auto zitten. Door het struikgewas keken we wat ze gingen doen. De auto reed weg. In zo’n geval kunnen we het kenteken doorgeven aan de politie. Deze keer waren we echter de nummerplaat vergeten.”
Vanuit haar directe omgeving krijgt Edith geen overenthousiaste reacties op haar werk. „Iedereen vindt het maar gevaarlijk dat ik dit doe.” Maar de jongedame is niet bang uitgevallen. Haar uitrusting moet het werk veiliger maken. Aan haar grote gele jas met reflecterende strepen draagt ze een portofoon waarmee ze contact kan leggen met de ”basis”. Deze avond is het haar moeder die als meldkamer fungeert. Zo kan Edith bij urgente situaties van zich laten horen. Ook wanneer haar telefoonaccu toevallig leeg is.
Mensen die Edith kennen omschrijven haar als sociaal, behulpzaam én stoer. „Maar ik ben ook meisjesachtig hoor!” haast ze zich te zeggen. „Ik houd van winkelen en mijn hobby’s waren zwemmen en hockey.” Het werk zit er op. Het jongste teamlid wrijft in haar verkleumde handen om ze op te warmen. Vanavond was een rustige dienst.