Schrijven doet Femke al van jongs af aan. „In groep 4 is het denk ik begonnen. Ik had een notitieboekje waar ik al mijn fantasieën in opschreef. Als ik bijvoorbeeld een boek had gelezen waarin iemand naar zwemles moest, schreef ik in het boekje mijn eigen zwemlesverhaal.”

Na een jaar verschijnen er steeds vaker gedichten in het boekje. „Toen ik leerde rijmen, vond ik het de uitdaging om verhalen in dichtvorm te vertellen. Op den duur was ik alleen maar aan het dichten.”

Schrijven werkt therapeutisch, is Femkes ervaring. „Bepaalde gedachten of gebeurtenissen blijven soms lang in mijn hoofd rondzingen. Als ik het dan op papier zet, geeft dat ruimte in mijn hoofd.”

Wedstrijd

Dichten, schrijven, lezen; Femke doet niets liever. De 2 vwo-leerling van het Driestar College houdt van taal en is vaak in de bibliotheek te vinden. Begin april 2019 vindt ze daar een foldertje. ”Jong dichttalent gezocht” staat erop. Het is een uitnodiging voor een wedstrijd. Wie mee wil doen, moet drie gedichten insturen. De winnaar wordt bekroond tot de eerste junior stadsdichter van Gouda. Femke neemt het foldertje mee naar huis en klimt in de pen.

Aan het begin van de zomer krijgt de dichteres te horen dat ze tot de vier beste van de wedstrijd behoort. „Er waren volgens mij zo’n zestig inzenders. Het was een gigantische eer om bij de laatste vier te zitten.”

De finalisten krijgen de opdracht om een gedicht te maken over het thema hoogspanning. Dat moeten ze op 14 september voordragen in de finale, net als hun drie ingezonden gedichten. „Die van mij gingen over Gouda, een kaarsje en het derde heette ”Voor jou”. Dat schreef ik ook voor mijn tante die toen ernstig ziek was en inmiddels is overleden.”

Na een spannende finale gaat Femke er met de bokaal vandoor. „De jury vond de gedichten van alle finalisten even goed. Uiteindelijk won ik omdat ze mijn voordracht zelfverzekerd vonden, terwijl ik ook emotie durfde te laten zien.”

Advies

Op tafel ligt een bloemetjesmap. Het is gevuld met papieren en kladblaadjes waar gedichten op staan. Femke pakt er een uit. „Deze heb ik speciaal voor Puntuit gemaakt”, lacht ze. Dan begint ze het op serieuze toon voor te dragen. Het gaat over de krant (zie kader).

„In dit gedicht zie je goed mijn stijl. In de eerste coupletten schets ik het probleem, ontlezing, en ik eindig met de tip om eens vaker de krant te lezen. Zo probeer ik altijd naar een conclusie of advies toe te werken.”

In haar werk maakt Femke altijd gebruik van rijm. „Gedichten hoeven tegenwoordig niet meer te rijmen, maar ik ben meer van de traditionele kant. Vooral bij het voordragen is rijm heel fijn. En het blijft ook beter hangen bij de lezer of luisteraar.”

Als junior stadsdichter moet Femke af en toe tijdens een evenement een gedicht voordragen „De volwassen stadsdichter mailt mij dan of ik een gedicht wil maken. De eerste verzoeken zijn al binnen.”


Ontlezing

Help, wat is er aan de hand?

Er gaat iets aardig mis.

Wie leest er nu nog in de krant

Wat er gisteren gebeurd is?

 

Een nieuwsapp op je telefoon;

Lekker kort en snel.

Het wordt al bijna heel gewoon.

Maar begrijpen we het wel?

 

Je hebt de helft nog niet gehad,

Of er is alweer een nieuwe link.

Dat maakt onrustig en verward,

En irriteert soms flink.

 

Neem dan toch maar weer de krant;

Zonder geluid en beeld.

En merk dat dit ook naderhand

Je echt niet snel verveelt.