Uit een analyse van de NOS bleek dinsdagmorgen dat bijna een op de vijf vmbo-leerlingen na het behalen van het diploma doorgaat op de havo. De NOS baseert zich op gegevens van het schooljaar 2015/2016 van 764 middelbare scholen van de databank scholenopdekaart.nl.

Tussen vmbo-scholen bestaan grote verschillen als het gaat om het aantal kinderen dat naar de havo doorstroomt. Zo blijkt dat er scholen zijn waar ruim de helft van de leerlingen doorstroomt. In een enkel geval zelfs driekwart. Maar er blijken ook tientallen scholen te zijn waar na het eindexamen niet één vmbo’er verdergaat op de havo.

Behalve het Wartburg College locatie Guido de Brès (met 14 procent) komt geen enkele vestiging van de zeven reformatorische scholen in de buurt van het gemiddelde landelijke doorstroompercentage van 16. Met een gemiddelde van 5,2 blijven de meeste ruim onder de 10 procent.

Het Ichthus College in Veenendaal –met veel leerlingen uit de gereformeerde gezindte– komt wel uit boven het gemiddelde: 19 procent. Hetzelfde geldt voor de CSG Prins Maurits in Middelharnis (18,3 procent).

Koninklijke weg
H. P. W. Klaassen, directeur van het Van Lodenstein College in Amersfoort, kan de lage doorstroom op zijn school (tussen de 4 en de 5 procent) wel verklaren. „Voor ons is het vmbo dé vooropleiding, de koninklijke weg, om te komen tot het mbo. Dát is ons onderwijskundige uitgangspunt. Wij sturen niet op een grote doorstroom naar havo en ons beleid richt zich er dan ook niet op om aan te sluiten bij de landelijke cijfers. Uiteraard geven we leerlingen wel de kans om de havo te kiezen.”

Als tweede reden noemt Klaassen het feit dat er vanuit de klassen 1 en 2 van het Van Lodenstein College al een grote doorstroom plaatsvindt naar de havo. „Wij hebben in de onderbouw kopklassen, die qua niveau tussen vmbo en havo zitten. Ik durf de stelling aan dat de leerlingen die op andere scholen pas na de examens overstappen naar de havo, bij ons al eerder zijn doorgestroomd.”

Ook sluit Klaassen het niet uit dat de aanwezigheid van het eveneens reformatorische Hoornbeeck College meespeelt bij de keuze voor het mbo. „Het Hoornbeeck is een uitstekende school, die een zeer goede aantrekkingskracht op onze leerlingen heeft.”

Geen doorstroom
Op het Wartburg College, locatie De Swaef, ging in 2015-2016 geen enkele vmbo’er naar de havo. Locatiedirecteur J. G. den Besten legt uit dat dat ermee te maken heeft dat de theoretische leerweg (mavo) aangeboden wordt op de Guido de Brès. „Wij bieden op het Beroepencollege de gemengde leerweg in twee varianten aan, met meer of minder theorie. Het beroepencollege richt zich minder op doorstroom. Leerling kunnen vanaf leerjaar 1 een beroepsgericht programma volgen, die uiteindelijk aansluit op een mbo 4-opleiding. Hiervoor werken we nauw samen met het Hoornbeeck College dat op een steenworp afstand van onze locatie staat. Hiermee kiezen we voor de zogenaamde "koninklijke route" vmbo-mbo-hbo.”

Den Besten geeft aan dat in het afgelopen cursusjaar wel enkele leerlingen zijn doorgestroomd naar de havo. „Voor deze leerlingen is in het laatste cursusjaar scheikunde aangeboden als extra vak om de doorstroom te vergemakkelijken.”

Het Driestar College locatie Lekkerkerk had eveneens vrijwel geen doorstroom naar de havo (1,1 procent). Volgens locatiedirecteur R. de Gooijer heeft dat er mee te maken dat er op locatie geen havo aangeboden wordt en leerlingen dus sowieso al moeten overstappen. „Of naar de hoofdvestiging in Gouda of naar het Wartburg College. Dan kunnen ze haast net zou goed gelijk naar een mbo-opleiding gaan.”

In Lekkerkerk worden leerlingen niet gestimuleerd om de overstap naar de havo te maken. „Hoewel het wel tot de mogelijkheden behoort. Uiteindelijk gaat het om het belang van de leerling. We begeleiden de leerlingen om een verantwoorde keuze te maken vanuit hun toekomstperspectief.”

Zelfvertrouwen
J. Hoff, conrector mavo en vmbo op de Prins Maurits in Middelharnis, geeft aan dat zijn school juist wel de doorstroom van mavo naar havo stimuleert. „Deze leerlingen krijgen bij ons extra les en meer aandacht van de mentor, om zo een goede overgang te realiseren. In de ontwikkelgesprekken over hun loopbaan maken veel leerlingen een bewuste keuze voor de havo, een uitstekende vervolgstap.”

Hoff vindt het een goede zaak dat leerlingen een hoger niveau proberen te halen. „Leerlingen met zelfvertrouwen presteren beter. Mavoleerlingen hebben al de ervaring van een examenjaar. Dat helpt, het geeft hun zelfvertrouwen en dat stimuleren we.”

Doorstroomrecht

Het vorige kabinet kondigde begin dit jaar aan dat er met ingang van het schooljaar 2019/2020 een doorstroomrecht komt. Scholen mogen dan geen eisen meer stellen aan de doorstroom naar de havo, zoals een 6,8 als gemiddeld eindcijfer voor de examens.

Klaassen (Lodenstein) is kritisch op dat beleid. Hij vindt dat doorstroompercentages geen kwaliteitscriterium mogen worden. „Capaciteiten en talenten van de leerlingen moeten centraal staan. Wij stimuleren onze leerlingen, juist ook op het prachtige vmbo, om tot een goede beroepskeuze te komen.”

Net als Klaassen vindt Den Besten (Wartburg) dat het aantal leerlingen dat doorstroomt naar de havo geen kwaliteitskeurmerk mag worden. „De stelling dat leerlingen er goed aan doen bij de schoolkeuze al rekening moeten houden met doorstroming naar de havo na het vmbo, moet worden genuanceerd. Het doorstroomrecht is voor ons minder belangrijk dan de inhoudelijke leerroute die moet passen bij de manier van leren van de leerling.


 

Puntuit.nl WhatsApp

Wil jij regelmatig het beste van jongerensite Puntuit (voor jongeren van 12 tot en met 25 jaar) op je smartphone ontvangen? Dat kan nu ook door je aan te melden bij de redactie via WhatsApp. Puntuit voegt je dan toe aan een lijst, waarna je af en toe een link naar een artikel –eentje die je gelezen/gezien moet hebben– krijgt toegestuurd.