Dieneke is projectleider van Evangeliestek, een platform dat materiaal ontwikkelt voor kinderevangelisatie. Haar ervaring als basisschooljuf helpt om dat goed te doen. Ook heeft ze ervaringen metde praktijk, want Dieneke is betrokken bij kinderevangelisatie vanuit de hervormde gemeente Randwijk.
„Kinderen zijn ontvankelijk voor het Evangelie. Je zou kunnen denken dat het Evangelie te moeilijk is voor kinderen die nooit van Jezus hebben gehoord en niet weten wat een Bijbel is. Maar het is mooi om te zien dat niet-kerkelijke kinderen naar Bijbelvertellingen luisteren; vol aandacht en met honger naar meer. Ze voelen aan dat het niet zomaar verhalen zijn. Degene die het vertelt, wil hun iets leren, beseffen ze.”
Voor Dieneke staat het als een paal boven water: kinderen zijn het waard om te horen van het allerbelangrijkste voor hun leven. „Er komt zo veel op hen af dat geen redding biedt. Maar Gods Woord geeft perspectief voor de toekomt. Het gaat om het doorgeven van de boodschap: redding voor het verlorene door Jezus alleen.”
Op de basisschool waar Dieneke werkt, is zo’n 40 procent van de kinderen niet-kerkelijk. „Ik vind het mooi om de kinderen, kerkelijk en niet-kerkelijk, het Evangelie mee te geven. Ik merk dat kinderen het fijn vinden om te luisteren en te zingen. Een meisje ontdekte bij haar opa en oma een Bijbel. Ze mocht hem meenemen en ze leest er nu uit. Omdat ze meer wil leren over God.”
Het Evangelie gaat over redding of oordeel, dood of leven. Lastig om door te geven?
„Het is Gods boodschap. De Heilige Geest zal ervoor zorgen dat er vruchten komen op het werk. We moeten ons wel inzetten om het kinderhart te bereiken, maar mogen het ook weer biddend in Gods handen leggen. Dat geeft rust en verwachting. We mogen het zaad strooien, God wil het laten groeien. Dat zien we in het evangelisatiewerk voor onze ogen gebeuren. Kinderen die de vertellingen thuis doorgeven aan ouders, die vervolgens meer willen weten van de Bijbel. Of dat moslimmeisje dat het Evangelie heeft gehoord en kon navertellen.”
Dieneke is tot het inzicht gekomen dat het bij kinderevangelisatie niet gaat om grote getallen. „We denken al snel dat er zo veel mogelijk kinderen op de club moeten komen. Maar de Heere werkt ook in kleine aantallen. Of er nu honderd kinderen komen of ‘maar’ vijf, we mogen het in Zijn handen leggen. Het mag ook zeker een feestje zijn om te komen. Maar het belangrijkste moet Gods Woord zijn.”
Hoe breng je de woorden van de Bijbel dicht bij de belevingswereld van niet-kerkelijke kinderen?
„Dat is lastig. Wij kennen de diepe betekenis van het begrip zonde. Maar er zijn kinderen die er alleen van hebben gehoord in de zin van: het is zonde als de vaas kapot valt. Hoe leg ik hun uit dat zonde scheiding maakt tussen God en mensen? Zonde is niet zomaar een foutje. We moeten steeds nadenken over de woorden die we gebruiken in onze vertellingen.
Een verhaal over het volk Israël in de woestijn brengt ook uitdagingen met zich mee. Het speelt zich af in een andere cultuur, een eerdere tijd en een onbekende omgeving. Als ik een verhaal vertel moet ik me verdiepen in de tijd van toen.
In ieder verhaal moet ik vertellen over zonde én genade. Als de kinderen niet over zonde horen, hebben ze de Heere Jezus niet nodig. Als de kinderen niet over het genadewerk van de Heere Jezus horen, dan missen ze het allerbelangrijkste.”
De vakantiebijbelweken staan weer voor de deur. Zou je jongeren aanraden mee te helpen?
„Ja. Je mag bezig zijn in Gods Koninkrijk. En je kunt van kinderen leren. Ik moet denken aan het meisje dat vrolijk huppelend naar buiten ging en zei: „Vandaag heb ik weer van de Heere geleerd!” Alleen al zo’n opmerking stemt tot nadenken.”
Wil je deze zomer meehelpen met kinderevangelisatiewerk? Dat kan bijvoorbeeld in Kerkrade of in Almere.