Een diepe zucht. De familie van Jordi de J., op de publieke tribune van de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam, reageert opgelucht. Zojuist heeft de rechter het vonnis uitgesproken tegen De J. De straf valt veel lager uit dan verwacht: 155 dagen en 6 maanden voorwaardelijk.
Daarmee is de lage straf tegen bekeerling De J. een van de verrassingen van de uitspraak gisteren in de grootste jihadzaak die ooit in Nederland is gevoerd.
Voor sommige andere van de in totaal negen verdachten geldt precies het tegenovergestelde. Twee van hen, Anis Z. en Hicham el O., kregen zelfs een hogere straf dan het OM had geëist. Ook dat is een verrassing. Vooral de rol van El O. werd door het OM niet zo groot ingeschat.
Hoger dan een christen
Heel helder werd gisteren dat een veroordeling rond terrorisme en jihadisme niet zomaar tot stand komt. Dat blijkt uit het verhaal van de jongste veroordeelde, de 19-jarige prediker Oussama C. Die liet zich tijdens het proces in zijn hart kijken. Een moslim is hoger geplaatst dan een christen, zei C. En homo’s moeten de doodstraf krijgen. Maar dat soort uitspraken worden grondwettelijk beschermd, hoe groot de vraagtekens ook zijn die ze oproepen.
Wél te ver ging hoofdverdachte Azzedine C. toen hij onder meer „Vuile Joden!” riep tijdens een omstreden demonstratie, vorig jaar in de Schilderswijk. Beledigen van Joden en aanzetten tot haat en geweld tegen Joden, oordeelde de rechter.
Maar noch religieuze uitspraken, noch anti-Joodse oneliners vormden de kern van de rechtszaak gisteren. Die kern bestond uit drie hoofdaanklachten: opruiing, ronselen voor de jihad en het lidmaatschap van een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk.
In eerste instantie leek er gisteren van die beschuldigingen weinig over te blijven. De rechter veegde een hoop aanklachten wegens opruiing van tafel. Toch bleven er nog genoeg over. Dat is ook niet zo verwonderlijk: de aanklacht bevatte maar liefst zo’n duizend voorbeelden van al dan niet vermeende opruiing.
Ook van de tweede aanklacht, ronselen, bleef niet veel overeind. Uiteindelijk kreeg slechts één verdachte, de jonge prediker Oussama, hiervoor een veroordeling.
Terroristisch oogmerk
Grote vraag was vervolgens of de zwaarste beschuldiging, die van lidmaatschap van een terroristische organisatie, wél overeind zou blijven. Dat is niet makkelijk te bewijzen, zo bleek het achterliggende decennium toen de leden van de Hofstadgroep hiervoor werden berecht. Uiteindelijk werd die groep als terroristische organisatie bestempeld door de rechter, maar pas na lange procedures in hoger beroep.
De zaak van gisteren draaide, net als toen, opnieuw om een groep jihadi’s uit met name Den Haag. Het grote verschil is dat op één veroordeelde na geen van hen heeft opgeroepen tot het plegen van aanslagen in Nederland.
Toch was er over het terroristisch oogmerk van hun organisatie nu veel minder gedoe. Het oogmerk van de club was opruien tot en werven voor de gewapende strijd in Syrië, zo redeneerde de rechter. Die gewapende strijd houdt overduidelijk in dat er terroristische misdrijven in Syrië worden gepleegd. Conclusie: de organisatie in Nederland is mede terroristisch van aard.
Dat is het meest verrassende deel van de uitspraak. Ook al is een organisatie niet zo hecht dat die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en ook al richt een jihadi zich niet op Nederland, het is toch mogelijk dat hij een fikse veroordeling wegens terroristische activiteiten krijgt.
Volgens het openbaar ministerie is de uitspraak een „krachtig signaal” en goed nieuws voor de mensen in de Haagse Schilderswijk, waar de groep prominent aanwezig was. Immers: door deze groep zijn „kwetsbare en beïnvloedbare jongeren” naar Syrië vertrokken, stelt het OM. Door deze straffen is die invloed in elk geval gestopt – voor wat betreft deze groep althans.
Celstraf van 7 dagen tot 6 jaar
- Hoofdverdachte Azzedine C. (1982) is de spil van de groep. Hij krijgt 6 jaar cel (eis: 7 jaar).
- Hatim R. (1989) zit in Syrië. Desondanks krijgt hij 6 jaar cel (gelijk aan de eis).
- Ook Anis Z. (1991) is in Syrië en krijgt 6 jaar (eis: 5 jaar).
- Hicham el O. (1985), een teruggekeerde Syriëganger, wordt strenger gestraft. Hij krijgt 5 jaar cel (eis: 4 jaar).
- Bekeerling Rudolph H. (1989), de „mediaman” van de club, kreeg 3 jaar cel waarvan 1 voorwaardelijk (eis: 6 jaar).
- De jonge prediker Oussama C. (1996) ronselde één moslim. Zijn straf: 3 jaar cel waarvan 1 voorwaardelijk (eis: 5 jaar).
- Moussa L. (1974) is een meeloper. Hij krijgt 43 dagen cel (eis: 30 maanden).
- Bekeerling Jordi de J. (1993) trainde in een terroristenkamp in Syrië. Hij is verminderd toerekeningsvatbaar en krijgt 55 dagen cel (eis: 3 jaar).
- Imane B. (1989) is de echtgenote van hoofdverdachte Azzedine C. Ze plaatste één opruiende tweet en krijgt 7 dagen cel (eis: 2 jaar).
Foto: Rechtbanktekening van de veroordeelde jihadisten (v.l.n.r.) Imane B., Azzedine C., Rudolph H., Oussama C., Jordi de J. en Moussa L. tijdens het grote Haagse jihadproces in de speciaal beveiligde rechtszaal de bunker in Amsterdam-Osdorp. Hun straffen variëren van 7 dagen tot 6 jaar cel.