Inmiddels is het een aantal jaren geleden dat Tamara catechisatie volgde bij ds. Schalkoort. Toch is de wederzijdse openheid niet verminderd.
Op de man af vraagt de negentienjarige aan haar oud-predikant: „Heeft u weleens moeite gehad met de uitverkiezing?” Ds. Schalkoort denkt even na. „Als je de uitverkiezing puur verstandelijk benadert, kun je het er best moeilijk mee hebben. Je kunt God zelfs verdenken van partijdigheid. Hij kiest wel voor de één, maar niet voor de ander. In dat vaarwater ben ik zelf ook weleens terechtgekomen. Maar als de Heere je roept en je komt tot geloof en bekering, dan mag je zien: dit is Gods verkiezende genade in mijn leven. Dan is het een troost.”
„Ik hoor soms dat mensen ervan in de war raken”, vertelt Tamara. „Voor hen is de uitverkiezing een struikelblok. Ze willen eerst weten of ze uitverkoren zijn en kunnen dan pas geloven.” Ds. Schalkoort: „Dat moeten we nu net niet doen. Omdat God een verkiezende God is, komt Hij allereerst tot ons als de roepende God. Petrus zegt in de Bijbel: „Maak uw roeping en verkiezing vast.” Hij noemt eerst de roeping en dan de verkiezing. Die volgorde moeten we niet omdraaien. De roeping van God is dat Hij met het Evangelie naar ons toe komt: „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop!””
Bunyan
Tamara denkt na. „Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen: „God heeft toch de hele wereld lief? Waarom worden dan niet alle mensen zalig?””
„Deze vraag moet je anders stellen”, antwoordt ds. Schalkoort. „Waarom heeft God, ondanks het feit dat we allemaal verdoemelijk zijn, tóch mensen verkoren tot het eeuwige leven? Dat één mens zalig wordt, is al zo’n groot wonder. Maar het is er meer dan één. De Bijbel spreekt over een grote schare die niemand tellen kan.
Bekend is het voorbeeld dat Bunyan in de ”Christenreis” gebruikt. Aan de voorkant van de enge poort staat: „Klopt, en u zal opengedaan worden.” Wie door deze poort gaat en zich omdraait, ziet aan de achterkant van de poort staan dat het de ontferming is van de verkiezende God waardoor wij door de poort mochten binnengaan.”
Zoeken
Hoofdstuk 1 van de Dordtse Leerregels bestaat uit achttien artikelen. Ds. Schalkoort wijst Tamara op het zestiende artikel: „Welke troost en belofte lees je hier?” Tamara: „In dit artikel staat dat je de moed niet moet opgeven als je nog niet zeker bent van je geloof. Je moet juist doorgaan met het zoeken van God. Er staat ook in dat je daarvoor de middelen moet gebruiken: Gods Woord onderzoeken, naar de kerk gaan en bidden. Juist die dingen gebruikt de Heere om je tot Hem te trekken.”
Ds. Schalkoort beaamt dat: „Het gebruik van de middelen is belangrijk. Bij sommige mensen lijkt het zoeken naar God een levenslange zoektocht te zijn waar geen einde aan komt. Maar als er een gezonde, evenwichtige prediking is, dan hoeft dit niet zo te zijn. De Bijbel is daar heel duidelijk in. Denk maar aan de geschiedenis van de bloedvloeiende vrouw. Ze zocht overal hulp. Tot slot nam ze het besluit om naar Jezus te gaan. Ik denk dat dat bij veel mensen de gang van zaken is. We zoeken het overal, totdat de nood zo groot wordt dat we zeggen: „Nu ga ik één weg: naar Christus.””
Laatste redmiddel
„Dan lijkt God wel een laatste redmiddel”, concludeert Tamara. De emeritus predikant reageert: „Hoe komt het, denk je, dat wij als mensen altijd proberen ergens anders ons heil te zoeken?” Tamara: „Vanwege onze natuur, denk ik. Je denkt het allemaal zelf wel op orde te kunnen krijgen.” Ds. Schalkoort knikt: „In de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar komt dat duidelijk naar voren. De farizeeër probeerde zichzelf te redden. De tollenaar liep vast en bad alleen: „O God, wees mij zondaar genadig.” Op het moment dat hij bad, kreeg hij verhoring. Hij mocht naar huis gaan met vrede in zijn hart.”
Volgorde
Anderen zouden het eerste hoofdstuk van de Dordtse Leerregels ook moeten lezen, zegt Tamara. Aan ds. Schalkoort vraagt ze: „Wat spreekt u aan in dit hoofdstuk?” Even denkt hij na. „De volgorde van de onderwerpen”, zegt hij dan. „Die leert ons hoe we op een Bijbelse manier met de uitverkiezing moeten omgaan. Hoofdstuk 1 zegt allereerst wie wij van nature zijn. Jij zoekt God niet. Ik zoek God niet. Maar Hij zoekt ons. Dát is Zijn liefde.
Vervolgens wordt er gesproken over de liefde van God voor deze wereld. Die liefde blijkt uit de zending van Zijn Zoon. Dan wordt de uitverkiezing genoemd in verband met het aannemen van en geloven in de Heere Jezus. Zalig worden dankzij de verkiezende God. Ten slotte wordt de keerzijde van de verkiezing genoemd: de verwerping. De oorzaak waarom velen niet tot geloof komen.” Tamara: „Zo had ik het nog niet gezien. Mooi dat u dat noemt.”
Dordtse Leerregels
In 2018 is het 400 jaar geleden dat de Dordtse Leerregels zijn ontstaan. In de aanloop naar dit herdenkingsjaar spreekt de HHJO de komende maanden met jongeren en predikanten van diverse generaties over dit belijdenisgeschrift. Wat belijden wij?