In de serie ‘Opgebrand’ van NOS vertellen Daan en Jip hun verhaal. Beiden raakten op jonge leeftijd burn-out.
Daan
Daan komt uit een hoog opgeleide familie. Allemaal zijn ze universitair geschoold. Dat verwachten ze ook van Daan.
Al jong voelt Daan de druk op zijn schouders om zijn jongere halfbroertjes en –zusjes op te voeden. “Mijn moeder en haar vriend waren er nooit, dus deed ik het maar.”
Als hij op zijn twaalfde bij zijn vader gaat wonen –zijn ouders zijn gescheiden- krijgt hij een heel andere last te dragen. Bij zijn vader draait het alleen maar om presteren. “Als ik thuiskwam met een slecht cijfer, werd hij boos. Dat liep soms uit op vechtpartijen.”
Daan voelt zich nutteloos. “Alsof ik niks kan.” Om ruzie met zijn vader te voorkomen, gaat hij dingen achterhouden. Slechte cijfers bijvoorbeeld. Maar ja, als dat uitkomt beginnen de problemen pas echt.
Uiteindelijk gaat Daan een mbo opleiding volgen: facilitaire dienstverlening. Dan gaat het mis. Hij zit vaak tot midden in de nacht te werken en raakt burn-out.
Een maand lang ligt hij bijna alleen maar in bed. Af en toe komt hij eruit om even te eten of zich om te kleden.
Inmiddels gaat het beter met Daan. Hij maakt lange wandelingen door de natuur, waardoor het in zijn hoofd weer rustig wordt.
Daan neemt zijn vader niets kwalijk. Hij woont nog altijd bij hem en ze accepteren elkaar, zo vertelt hij. “Alleen op gevoelsniveau kunnen we niet met elkaar door één deur. Maar het is zoals het is, het is goed zo.”
Jip
“Ik krijg paniekaanvallen”, vertelt Jip. “Er raast dan een storm met allemaal negatieve gedachten door mijn hoofd.”
Ze is al twee jaar burn-out en heeft dit tot haar deelname aan het tweeluik Opgebrand van NOS aan niemand durven vertellen.
“Alleen een bacheloropleiding Geschiedenis is niet genoeg om een baan te vinden”, wordt haar op dag 1 van haar opleiding verteld. Je moet je onderscheiden, dus: stages doen of naar het buitenland gaan. Sommige medestudenten doen dat inderdaad, Jip niet. Ze voelt een enorme druk omdat ze zich steeds met anderen vergelijkt. Anderen die meer uit hun studie halen en een beter cv hebben. “Krijg ik wel een baan als ik al die extra dingen niet doe?”, vraagt ze zich steeds af.
Jip schaamt zich voor haar burn-out en vertelt het daarom zelfs niet tegen haar ouders. “Omdat ik op kamers woon, kan ik het makkelijker verbergen.”
“Soms is het zo erg dat ik denk dat het makkelijker zou zijn als ik er niet meer ben.” Elke dag sleept Jip zichzelf toch weer uit bed. “Als ik wakker word, denk ik vaak dat het wel weer gaat. Dan ga ik toch weer doen wat ik van plan was.”
Jip vindt het moeilijk om toe te geven dat ze eigenlijk een soort dubbelleven heeft. Toch komt ze door mee te doen aan de serie van NOS na twee jaar eindelijk met haar probleem voor de dag.
Probleem
De verhalen van Daan en Jip staan helaas niet op zich. Studentenvakbond LSvB deed een onderzoek, waaruit blijkt dat 34,6 procent van de studenten, één op de drie dus, een verhoogde kans op een burn-out heeft. Voor de werkende bevolkking ligt dit percentage op 14.6.
Hoe komt het dat studenten zo'n verhoogde kans op een burn-out hebben? Studenten krijgen een steeds grotere druk opgelegd om te presteren en succesvol te zijn, schrijft de LSvB. Alleen een diploma is niet genoeg. Je moet een spetterend cv hebben, waarop bijvoorbeeld stages, liefst buitenlandstages, voorzitterschap bij een vereniging en vrijwilligerswerk vermeld staan. Omdat er zo'n taboe ligt op psychische problemen bij studenten ligt, durven ze vaak niet aan de bel te trekken.