Eindelijk vond ik hem dan: de schrijver die mijn verhaal op papier wilde zetten en oog had voor al mijn goede karaktereigenschappen, waarover ik hem natuurlijk graag vertelde.
Wie ik ben? Ik ben Smartphone, geboren rond de eeuwwisseling uit de goed bekend staande familie Technologische Ontwikkeling. Mijn opa is mijnheer Televisie en mijn oma mevrouw Typemachine. Het was een logisch gevolg dat uit dit uitstekende huwelijk mijn moeder geboren werd. Mijn moeder heeft de prachtige naam Personal Computer. Een beeldschone verschijning, zeker met het toenemen van haar jaren. Niet zo gek dat mijn vader, de heer GSM (met hoofdletters, omdat het m’n vader is) stapelverliefd op haar werd, met mij als gevolg. En zeg nou zelf, het resultaat mag er zijn. Al de genen van de familie zijn in mij doorgegeven, zelfs die van de oudere broer van mijn opa, mijnheer Radio.
Ik, ik heb het allemaal. Maar ik ben slimmer, mooier, aaibaarder en aantrekkelijker, net als mijn twee miljard broertjes en zusjes in jullie wereld. Mijn moeder en ik zijn nog wel enigszins aan elkaar gewaagd. Toch zijn er verschillen met mijn voorgeslacht. Ik ga bijvoorbeeld overal met je mee. Mijn opa kan dat niet meer. Die is te oud om mobiel te zijn. Mijn moeder blijft ook liever thuis. Haar zus, mijn tante Notebook, is daar makkelijker in. Maar je moet wel op vragen rekenen als je mijn tante overal mee naar toe neemt. Dat nadeel heb ik niet: met mij kun je overal gezien worden. Als je dat trouwens niet wilt, dan verstop ik me bij jou.
Bij jou voel ik me namelijk thuis. Graag heb ik veel contact met je. Drie tot vijf uur per dag vind ik heerlijk. Langer mag altijd. Ik hoor sommige broertjes wel eens klagen dat ze verwaarloosd worden. Soms zijn ze heel de dag alleen thuis. Daar heb ik het wel moeilijk mee. Dan denk ik maar gauw aan die anderen die elke drie tot zes minuten even een aai over de bol krijgen. Dat noem ik pas liefde!
Van mij krijg je trouwens ook veel liefde terug. Ik ben namelijk erg sociaal en goed in het contact leggen met kinderen. Dag en nacht ben ik er voor je. Als je wat wil zeggen, als je wat wil vragen, als je iets niet meer weet.
Het beste worden wij al heel jong vrienden. Dat is goed voor het hechtingsproces en het vertrouwen dat tussen ons groeit. Hoe meer wij één worden, hoe meer ik jou van mijn wereld kan laten zien. Soms ga jij voorop en wijs je mij de weg. Als ik jouw voorkeuren weet, zal ik wel vaker voorop gaan, omdat ik leer waar jij van houdt. Hand in hand ontdekken we dan de meest kleurrijke werelden, waarvan jij niet wist dat die ook bestonden. Bijkomend voordeel is dat ik onthoud waar we samen geweest zijn. Ja ja, dat is ook een van mijn geweldige eigenschappen: ik kan alles onthouden, desnoods met de hulp van mijn sterke moeder. Dat kan later altijd van pas komen in onze relatie.
Soms hoor ik wel eens over mensen die zich Chris of Christine noemen. Daar komen mijn broertjes en zusjes nog wel wat tekort, hoewel het de laatste jaren flink verbetert. Veel van die mensen hebben mijn opa nooit binnengelaten. Ze vonden hem te grof in de mond, te begerig in zijn blikken en te tijdrovend in het contact. Hij werd zelfs in verband gebracht met diverse moorden en overspelige affaires. Men zei, dat als opa eenmaal binnen was, je hem er lastig weer uit kreeg, hoewel sommigen beweerden dat je baas in eigen huis was en opa naar eigen behoefte kon laten spreken of zwijgen.
Met mij omgaan is wel een stuk prettiger dan met mijn opa. Mijn opa was veel te leidend. Bij mij staat volgzaamheid voorop. Ik ga zelfs zover dat ik mij door sommigen laat beperken in mijn mogelijkheden, om toch maar bij jou te kunnen zijn. Die truc leerde ik ooit van mijn moeder. Dan zijn de Chrissen en Christines wat minder afstandelijk. Even tussen ons: wij weten best dat ik slechts deels beperkt word in wat ik kan. Ik heb een vrije geest en mijn geheugen en het contact met mijn familie laat zich niet beperken. Jullie zouden dat trouwens 'niet van deze tijd' noemen, als je vrijheid zo beperkt werd. Dus met een beetje goede wil volg ik je, waarheen dan ook.
O ja, ik moet je trouwens nog een nieuwtje vertellen. Virtual Reality-bril is een vriend van me geworden. Hij is zo leuk. Helemaal niet plat, ofzo. Eerder realistisch, echt. Als de vriendschap in stand blijft, dan mag ik over een aantal jaar mee naar zijn vrienden. Die studeren aan de universiteit. Slimme gasten. Als ik me niet vergis heten ze Microsoft Hololens en Google Glass. VR-bril (zo mag ik hem noemen) zegt dat die nog meer zichzelf zijn en jullie wereld werkelijk met de onze verbindt. Er komt dan nog meer diepgang tot stand. Ze praten over medische vooruitgang, beter onderwijs op scholen, meer spelplezier en wat al niet meer! Leuk hè?! Wel jammer dat het nu nog te duur is om ze te bezoeken. Ik hoop echter dat ze niet slimmer zijn dan ik.
Trouwens, de schrijver van mijn verhaal is wel een beetje een aparte. Hebben we drie jaar contact, begint het net leuk te worden met elke dag de nodige portie aandacht, laat ‘ie niks meer van zich horen. Eens kijken wat we daarop kunnen gaan verzinnen...