„De acties om geld in te zamelen voor de werkvakantie zijn inmiddels achter de rug. Iedereen heeft minstens vijfhonderd euro bijgedragen, zodat we flink wat werk kunnen verzetten in Roemenië”, vertelt Caroline krap een maand voor haar vakantie. „De vader van mijn vriendin is kaasboer, dus wij hebben kaas verkocht voor het goede doel. Ook hebben we een zangavond georganiseerd in Woerden. Door de acties en de ‘preünie’ kennen we inmiddels de groep waarmee we gaan en hebben we enorm veel zin om te vertrekken.”

Drugs
Dertien dagen gaat Caroline naar Roemenië, met een Koersvakantie van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten. Zestien jongeren gaan mee en twee begeleiders, naar het Hongaars sprekend deel van Roemenië.

„Ons doel is om arme Hongaarse gezinnen te helpen in de stad Oradea. Omdat deze families geen Roemeense nationaliteit hebben, ontvangen ze geen geld van de staat. De Hongaarse kerk heeft de gezinnen voor ons aangewezen. We gaan hun huisjes opknappen, elektriciteit aanleggen en stucwerk doen. ’s Nachts slapen we in een kindertehuis in Oradea. Met de leiding van het tehuis gaan we ook nog op pad om voedselpakketten te bezorgen bij arme gezinnen en oude mensen.”

Twee jaar geleden was Caroline op precies dezelfde plaats voor precies hetzelfde doel. Toch is ze niet bang dat de vakantie haar gaat vervelen. „Je krijgt zoveel indrukken van het Roemeense leven en je ziet een armoede die we in Nederland niet kennen. Een beeld dat op mijn netvlies is blijven staan, is dat van een moeder die met haar kinderen op een matras bij een viaduct zat. Dat was hun slaapplaats, hun ‘thuis’. Een andere vrouw liep zwaar onder de drugs met twee kinderen aan de hand. Die hadden zichtbaar honger. Maar je weet dat geld geven geen zin heeft, want daar koopt de moeder weer drugs van. Dat is zo wrang. Het zijn momenten die je altijd bijblijven.”

"Met je handen en voeten kom je een heel eind.”

Verbondenheid
Het mooie aan de werkvakantie is voor Caroline dat je werkelijk wat kunt betekenen voor de arme mensen in en rond Oradea. „De voedselpakketten die we bezorgden werden echt dankbaar ontvangen. We kwamen in gezinnen die eigenlijk nooit bezoek krijgen. Een lach of knuffel doet hen al zoveel. Met de kinderen speelden we even en we zagen hen letterlijk opleven.” De hulp was zeker geen overbodige luxe, zag Caroline in de huizen van de mensen. „Er zaten gaten in het plafond, er lag één groot matras op de grond voor het hele gezin en bij de kachel was een keukentje gemaakt met een tafel en wat pannetjes. Dat was het huishouden.”

Veel van de gezinnen en ouderen die de groep bezocht waren zelf ook christelijk. Dat zorgde voor een bijzondere verbondenheid, merkte Caroline. „Als we in de huisjes kwamen, zongen we eerst een psalm met hen. Zij hebben ook hun psalmen op de wijs van psalm 42 en psalm 130. Als we die zongen vielen de mensen in het Hongaars bij. Ze kregen tranen in hun ogen en pakten hun Bijbel erbij. Het is een les om te zien dat dit zoveel voor hen betekent.” Enkele dagen later bezocht Caroline ook een evangelisatiekamp in de bergen van Roemenië. Jongeren kregen er les in de Bijbel en leerden geestelijke liederen. „Het mooie was dat we hierdoor dicht bij de Roemeense jongeren kwamen. Helaas konden we elkaar niet verstaan, maar met je handen en voeten kom je een heel eind in gesprek.”

„Huisjes opknappen, elektriciteit aanleggen en stucwerk doen.”

Eigen uitgaven
Caroline is nog altijd vol van Roemenië. Ze gunt iedereen een zelfde ervaring. „Ik verlang erg terug naar het land en kan een werkvakantie aan iedereen aanbevelen. Je helpt anderen en ondertussen doe je zelf erg waardevolle ervaringen op. Ik ben kritischer geworden op mijn eigen uitgaven. Een nieuwe rok voor vijftig euro vind ik niet zo vanzelfsprekend meer. In Roemenië is er voor iedereen een les te leren over rijkdom en armoede.”

„Jó napot kívánok, goedendag.” Zo begroette Caroline Agteresch de Hongaarse christenen die ze hielp tijdens een werkvakantie in Roemenië. Hoewel ze niet kon praten met de families, toonde ze het mede-christenzijn in de praktijk. „Na een werkvakantie in Roemenië zit het land in je hart en komt het er niet meer uit.”


“Een lach of knuffel doet hen al zoveel”

Dit is een artikel uit familieblad Terdege.