Een dagje oppassen op haar neefje en een saai momentje tijdens zijn middagslaapje. Dat was alles wat ervoor nodig was om Carlien aan het schrijven te zetten. Ze klom in de pen, schreef haar ervaringen als verpleegkundige op en de rest is geschiedenis. Het gedicht werd een Facebookhit. Duizenden mensen reageerden online en ze werd geïnterviewd door diverse media. „Ongelooflijk”, vindt de Meeuwense.

Al sinds haar middelbareschooltijd op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem droomt Carlien ervan om de verpleging in te gaan. Op haar zestiende begint ze met de opleiding. Na een baan in de thuiszorg en de kraamzorg komt ze in 2015 op de afdeling oncologie van het Albert Schweitzer Ziekenhuis terecht. „Een vrij heftige afdeling”, beaamt Carlien. „Toen ik solliciteerde, wist ik niet goed wat me te wachten stond. Maar ik ben vrij nuchter en dacht dat ik het werk leuk zou vinden. Dat klopt. Maar die nuchterheid heb je op deze afdeling echt nodig, anders kun je het niet volhouden en neem je alles wat er gebeurt mee naar huis.”

Er gebeuren vaak genoeg aangrijpende dingen op de afdeling oncologie. Dat doet wat met haar, zegt ze. „Vooral als er jonge mensen met kanker liggen, of als er iemand is overleden. Soms vertel ik er dan thuis wat over tegen mijn moeder, die ook in de zorg werkt. Dat lucht op.”

Of ze als verpleegkundige op een dergelijke momenten extra steun heeft aan haar geloof? „Dat vind ik een lastige vraag. Ik koppel mijn werk niet aan mijn geloof. Alleen als iemand is overleden, denk ik automatisch: waar zou diegene nu zijn? Maar een overlijden maakt op iedereen indruk, christen of niet.”

Druk

Carlien vindt het vaak lastig om aan anderen uit te legen hoe haar dagen in het ziekenhuis eruit zien en wat ze allemaal moet doen als verpleegkundige. „We zijn elke dag enorm druk, maar ik kan nooit goed vertellen waarmee dan precies. Dat heb ik met dit gedicht proberen te doen.”

Na het maken van haar gedicht trekt Carlien de stoute schoenen aan en stuurt ze het naar de Facebookpagina van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Het ziekenhuis besluit haar verhaal op zijn publieke Facebookpagina te plaatsen. En dan stromen de reacties binnen: zeker 3500. „De tekst is inmiddels meer dan 1,3 miljoen keer bekeken en bijna 7000 keer gedeeld. Ongelooflijk.”

Waarom haar gedicht zo populair is? „Ik denk dat het vooral herkenning oproept bij andere verpleegkundigen, patiënten en hun familieleden. Ook mijn oma was ontroerd toen ze het las. Wat ik beschreef herkende ze van de tijd dat mijn opa in het ziekenhuis lag.”

Carlien is blij verrast door aandacht voor haar gedicht. „Ik had dit absoluut niet verwacht. Het is goed dat mensen beseffen wat ons werk inhoudt en dat ze begrijpen dat we zo goed mogelijk voor onze patiënten proberen te zorgen.”


Verpleegkundige op oncologie

Een vragende en onzekere blik kijkt me aan,
Zuster, hoe zou het nu verder gaan?
Hoe lang zal het nog duren?
Zijn dit mijn vaders laatste uren?

Ik kijk naar de dochter die haar vaders hand nog vast heeft.
De laatste momenten die ze nu met haar vader nog beleeft.
Ik zou ze zo graag nog hoop willen geven,
Ja, je vader blijft voorlopig nog in leven.

Maar nee, er is geen hoop meer voor deze man om te genezen.
Dat is mij wel duidelijk na (...) zijn dossier te hebben gelezen.
Ik zou zo graag een tijdje naast hun bed willen staan,
Om ze niet alleen in deze moeilijke situatie te laten gaan.

Maar ergens anders op de gang, daar klinkt een bel.
Het is op kamer 10, een patiënt met een ernstig gezwel.
Ook hier lijkt geen enkel uitzicht meer te zijn,
Alles wat er nog is, bestaat uit wanhoop en pijn.

Met een paar stappen ben ik op kamer 10,
De wanhoop en angst is in de ogen van deze patiënt te zien.
Zuster, help me toch, ik heb verschrikkelijk zo’n pijn.
Ook voor deze patiënt zou ik er nu op dit moment moeten zijn.

Ik haal direct wat voor u, om de pijn te doen verminderen.
Hopelijk zal het u dan snel wat minder hinderen.
Op de gang, op weg naar de medicijnkast,
Hoor ik een patiënt roepen: Help, mijn buurman staat midden in de kamer en hij plast!

Dat is waar ook, de patiënt die sinds vannacht erg in de war is.
Normaal een echtgenote die voor hem zorgt, dat voelt voor hem nu als een waar gemis.
Ik maak een keus wat ik nu het best als eerst kan doen,
De pijnstilling halen, of (...) poetsen met dweil en handschoen.

Mijn leven op de afdeling bestaat voortdurend uit het maken van keuzes en nadenken,
Aan welke patiënt moet ik nu op dit moment het eerste aandacht schenken?
Voor je gevoel zou je overal tegelijk willen zijn,
Het zit niet in een groot gebaar, maar vooral in het oprechte, ook al is het klein.

In mijn uniform zit een telefoon die zich luid laat horen,
Een telefoon, die soms op één dag mijn proces wel dertig keer kan verstoren.
De arts-assistent aan de andere kant van de lijn,
Zou je hier om 9 uur voor de visite kunnen zijn?

Er wordt verwacht dat ik tijdens de visite van iedereen weet hoe het met ze gaat.
Als ik van iedereen de bloeddruk en temperatuur weet, is de arts daarmee gebaat.
We bedenken voor iedere patiënt een ander beleid,
Vaak gaat dat in overeenstemming, en zonder strijd.

Een arts-assistent en een verpleegkundige, ze kunnen niet zonder elkaar.
Het in goede harmonie samenwerken, maakt het werken minder zwaar.
Een compliment hier of daar, om iets wat je goed hebt gedaan,
Zorgt ervoor dat we vol goede moed verder gaan.

Twee mannen in gele uniformen komen met een brandcard de afdeling op gereden
Ze komen voor een patiënt op kamer 6, die hier lag door benauwdheid en veel heeft gestreden.
De dokter had deze week de prognose afgegeven,
Het spijt me man, maar u zult niet lang meer blijven leven.

Ik had thuiszorg voor deze patiënt geregeld, zodat hij de laatste weken nog thuis kon zijn.
Kon genieten van zijn familie, daar waar het vol liefde is en fijn.
Zijn laatste dagen of weken in de nabijheid van zijn geliefde doorbrengen.
Waar geen artsen of verpleegkundigen zich meer in zijn leven hoeven te mengen.

Tranen staan in de ogen van de patiënt als hij op de brandcard ligt.
Met gemengde gevoelens probeer ik hem gedag te zeggen met een professioneel gezicht.
Lange tijd was hij bij ons op de afdeling geweest.
Had te horen gekregen: U heeft kanker, hetgeen waar u al zo lang voor vreest.

Snel ga ik in mijn gedachten na, of ik alles wel voor deze man heb gedaan,
Of de thuiszorg wel op tijd bij deze patiënt voor de deur zal staan.
Ook of ik de apotheek heb voorzien van recepten van zijn nieuwe medicatie.
En ook of ik zijn familie goed heb ingelicht over de gehele situatie.

Op kamer 7 ligt een patiënt met een levensverwachting van een aantal weken,
Het slechte nieuws had hem, en zijn familie in tranen uit doen breken.
Ze hadden nog zo graag één keer met hun familie een dag weg gewild.
Er was weinig waardoor hun verdriet nog werd gestild.

Een dagje weg werd geregeld via Stichting Ambulance Wens.
Wat had hij genoten een hele dag samen met zijn familie, zo intens.
Voor even kon hij genieten zonder aan zijn ziekte te denken,
Wat je met één telefoontje naar deze stichting aan een patiënt kan schenken!

Als ik terugkom van het eten valt mijn oog op twee kleine kindjes die zorgeloos over de afdeling lopen,
Zo nu en dan zie ik ze bij hun moeder onder de dekens gekropen.
Hun moeder, 40 jaar, baarmoederkanker en geen uitzicht meer,
Als ik dit beeld voor me zie, wordt mijn hart soms week en teer.

Twee kleine meisjes die hun moeder moeten verliezen,
Een moeder die bij haar kindjes wil blijven maar niets heeft te kiezen.
Het snijdt door je ziel als je de wanhopige blik van moeder ziet in haar ogen.
Ik kan niet veel meer doen, om het uiterste voor haar te doen in mijn vermogen.

Verdriet staat er in haar ogen als ze de kam door haar haren haalt.
Plukken haar dat loslaat van haar hoofd, en hier en daar neerdaalt.
De chemokuur die haar probeert te genezen, maar ook zoveel kapot maakt.
Het verliezen van iemands haar, is iets wat je toch ook telkens weer raakt.

Als ik aan het einde van de dag klaar ben met het werken,
Probeer ik alles wat ik meemaakte, weer te verwerken.
Veel pijn en leed is er op deze afdeling te zien,
Maar bovendien:
Ik ben dankbaar voor alles wat ik ervoor terug krijg, aan liefde en dankbaarheid van de patiënt!